Toen Ahmet Keloglu in 1993 zijn opwachting maakte in het shirt van BMT was de club een attractie rijker. Voor de eenmalig Turks internationaal was het een het nieuw begin in het land dat hij in 1982 verliet in de hoop zijn voetbalgeluk op Turkse voetbalbodem te vinden.
Het is een stralende voorjaardag in mei. Op een Haags bedrijventerrein ligt de vestiging van Wilbrink Molenaar verstopt tussen een verhuisbedrijf en een ijzerhandelaar. Aan de overkant stapt een groepje mannen uit een moskee. Ahmet Keloglu zit op een krukje bij de kassa van de verfgroothandel waar hij alweer dertien jaar werkt. Hij schenkt koffie. “Dus je komt voor het jubileumboek van BMT. Dat vind ik nu echt leuk. Er kleven mooie herinneringen aan mijn jaren bij de club.” Zijn volle zwarte haarbos van zijn voetballende jaren bij FC Den Haag hebben inmiddels plaats gemaakt voor een gladde kale schedel.

Ahmed Keloglu 2011 - kopie

Keloglu praat op kalme en bescheiden toon. Precies zoals zijn voormalige ploegmaten van weleer hem ook karakteriseerden. “Weet je dat ik eigenlijk bij stom toeval bij BMT terechtkwam. In 1993 keerde ik na dertien jaar weer terug in Nederland. Met mijn vrouw en twee kinderen ging ik bij mijn ouders inwonen omdat ik hier helemaal niets meer bezat. Mijn profcarrière was in Turkije stukgelopen bij Karşıyakaspor omdat ik met de voorzitter in conflict raakte over mijn contract. Ik dacht te worden uitgeleend aan Konyaspor maar in werkelijkheid waren de clubs achter mijn rug om een verkoop overeengekomen. Dat wilde ik niet, omdat ik in Izmir wilde blijven wonen.”

Het was overigens niet de enige reden waarom Keloglu wegwilde bij de club. “Ik heb een wedstrijd bij Konyaspor gespeeld en ben ook tien dagen met de club op trainingskamp geweest. Toen wist ik genoeg, Het elftal was zo slecht dat ik daar niet lang wilde blijven.” Het conflict over zijn contract liep dusdanig hoog op dat de familie Keloglu op een goede dag besloot de spullen te pakken en terug te keren naar Nederland. “Via Mark Wotte trainde ik nog een poos mee met het tweede elftal van FC Den Haag. Ik kon echter niet meteen bij een Nederlandse profclub aan de slag, omdat ik geen vrijgave kreeg van de Turkse voetbalbond. Ik kon ook niet bij een topamateurclub terecht omdat ik de overschrijving niet rond kon maken door datzelfde arbeidsconflict. Anders had ik bij TONEGIDO gaan voetballen. Daar kon ik nog een paar centen verdienen.”

Om de dagen te breken besloot de toen 31-jarige Keloglu na zijn terugkeer naar Nederland eens bij BMT binnen te stappen. “Ik woonde toen aan de overkant van de club. Overdag werkte mijn vrouw als kapster, dus ik had vaak niets te doen. Vanuit het raam zag ik aan de overkant altijd opvallend veel Turkse jongens voetballen. Ik ben er eens binnen gestapt. Het was mijn eerste kennismaking met BMT. Ik liep er Musa Baba tegen het lijf met wie ik samen in de Schilderwijk was opgegroeid. De club speelde op een dusdanig laag niveau (tweede klasse HVB) dat ik geen overschrijving aan de KNVB hoefde te vragen. Ik kon direct gaan voetballen. Dat was fijn. Ik had iets gevonden wat mijn sociale leven in ieder geval weer meer inhoud gaf.”

Voetbalbolwerk

Het voetballen met zijn Turkse metgezellen gaf hem veel voldoening. “Het onder elkaar zijn in de kleedkamer en dan in het Turks het leven van alledag bespreken deed mij in ieder geval goed. Ik speelde eerder in een elftal van Marathon Azzuri met Italiaanse jongens maar dat werkte niet. Je voelt je dan toch buitengesloten als die jongens in het Italiaans met elkaar spraken. Dat deden zij niet eens expres, maar zo gaat het als landgenoten onder elkaar zijn.”
Samen met Musa Baba maakte Keloglu van BMT een voetbalbolwerk. “Musa en ik waren fanatiek. Wanneer ik er nu op terugkijk denk ik weleens te fanatiek. Onze doelstelling was altijd winnen. Daardoor genoten we niet van andere zaken. Het grote manco was dat de club niet kon meegroeien met de sportieve successen. We groeiden door naar de tweedeklasse, maar eigenlijk was de organisatie rondom de club daar nog niet aan toe.”

GLZ

Keloglu bemerkte dat het voetballen op een lager niveau snel afbreuk deed aan zijn eigen kwaliteiten. “Na vijf jaar was ik flink zwaarder geworden en merkte ik dat het voetballen mij steeds moeilijker afging. Je past je snel aan een minder niveau aan. Ik was inmiddels wel in het bezit van mijn TC-2 diploma. Ik ging mij dan ook meer toeleggen op het trainerschap.” Na het afscheid bij BMT trok Keloglu met Musa Baba naar het Rotterdamse GLZ. Een club vergelijkbaar met BMT. “Ik ben er een paar jaar werkzaam geweest. Waar ik bij BMT alles voor niets deed, kreeg ij bij GLZ wel betaald. Dat was denk ik ook het grote verschil in benadering.”

Galatasaray

Het was het einde van zijn Turkse avontuur dat elf jaar eerder bij de Turkse grootmacht Galatasaray begon. “Ik was twintig jaar en bij FC Den Haag verliepen de zaken niet bepaald soepel. We waren gedegradeerd uit de eredivisie en er was geen geld meer. Ik kreeg toen achthonderd gulden in de maand. Er was vanuit Turkije veel belangstelling. Ik ben er heen gegaan voor een transfersom van honderdvijftig duizend gulden. Ik wist in die tijd niet veel van de wereld. Ik ben geboren in Turkije en opgegroeid in de Haagse Schilderswijk en voetbalde tot mijn elfde altijd op straat. Bij toeval kwam ik bij Zwart Blauw terecht. Een bescheiden amateurclub en inmiddels al lang opgeheven. Op mijn zeventiende stapte ik bij FC Den Haag binnen.”
Keloglu hield het uiteindelijk twee jaar uit bij de Turkse topclub waar hij eigenlijk na drie maanden al weer weg wilde. “Ik had natuurlijk een contract getekend, dus weggaan was bijzonder lastig. En wat ik daar kreeg, kon ik in Nederland nooit verdienen. Ik dacht aan mijn toekomst. Ik moest in Turkije aan alles wennen, niet alleen aan het voetbal. Als je niet bij een topclub speelt, moet je soms twintig uur in de bus zitten voor een uitwedstrijd. En mooie velden zijn er niet. We trainden bij Galatasaray op een zandveld. Het leek net schuurpapier. Het voetbal was echt dramatisch. Ik was de Hollandse school gewend. Dus lekker tikken en goed positiespel. In Turkije was het ieder voor zich. Echt vreselijk.”
Toch speelde Keloglu zich in het nationale shirt van Turkije. “In 1985 speelde ik mee in een interland tegen Engeland. We verloren met 0-8. Een dag later werd de bondscoach ontslagen en was mijn interlandcarrière direct afgelopen. In Turkije was het toen gebruikelijk dat de bondcoach zijn selectie samenstelde uit voornamelijk jongens die bij hem in een goed daglicht stonden. Ik had die mazzel omdat ik met de coach had samengewerkt bij Galatasaray. Of ik het shirt nog heb? Ik moet het ongetwijfeld nog ergens hebben liggen. Nee hoor, het hangt niet in mijn woonkamer”, lacht Keloglu. Na twee jaar verliet hij de club uit Istanbul en zocht zijn heil bij Kocaelispor. “Daar heb ik vier mooie jaren beleefd. In het eerste seizoen eindigden we zelfs op de zevende plaats.”

BMT

Een paar jaar terug had Keloglu eens aangeven graag weer bij BMT aan de slag te willen gaan als trainer. Zijn verzoek werd met weinig enthousiasme ontvangen. “Ik moest maar een sollicitatiebrief sturen. Dat heeft mij best pijn gedaan. Nee, ik ben niet meer kwaad. Daar ben ik de persoon niet naar.”

Poweryoga

Hij is nu 50 jaar en traint geen club meer. Samen met zijn vrouw volgt hij Poweryoga cursussen en net als zijn 24 jarige zoon speelt hij zijn wedstrijdjes in het vierde elftal van GLZ. “Mijn trainerslicentie is verlopen. Dat is denk ik veelzeggend over hoe ik er nu tegenover sta. Ik zal best nog wel eens ergens als trainer aan de slag willen, maar dan wel bij een club van niveau.” Zijn leven heeft altijd in het teken van het voetbal gestaan. Dat ging meer dan eens ten kostte van zijn sociale leven. “Iedere avond ging ik op tijd naar bed om maar zo fit mogelijk te blijven. Ik ben pas ver na mijn carrière eens een discotheek binnengestapt met mijn vrouw. Daar voelde ik mij toen echt oud. Ik speel nu met mijn zoon in het vierde elftal van GLZ. Daar haal ik veel lol uit. In het begin was ik nog bloedfanatiek, dan wilde ik twee uur voor de wedstrijd al op club zijn. Mijn zoon lag dan nog in zijn bed. ’Rustig pa, rustig’, zei hij dan. Die rust heb ik nu wel. Ik kan genieten van het onder elkaar zijn na de wedstrijd. Ik heb rust in mijn lichaam. Dat komt denk ik ook omdat ik met mijn vrouw samen aan Poweryoga doe. Ik voel mij daarbij fitter, energieker en word er ook kalmer van.”

Dave Grondel
Voor het BMT 100 jaar jubileumboek in 2011