Het is algemeen bekend, dat in verenigingen vaak groepen van familieleden sterk vertegenwoordigd zijn. Dat is m.n. ook het geval bij voetbalverenigingen. Zowel bij actieve spelers als bij toeschouwers. Zo kan ik me herinneren, dat ik als kijker bij wedstrijden van ADO bekenden van mij vergezeld zag van één of meerdere broers.

In het verre verleden las ik eens een verhaal van de 3 gebroeders Kessler ( ja, van de bekende stichting! ) van Quick en zo had je in en na de Tweede Wereldoorlog in ADO de gebroeders Clavan waarvan bij de eerste familie Dé en de tweede Mick wel als de meest bekenden mogen worden genoemd. Iets later verschenen de gebroeders Zwarts van Texas op de sportpagina’s van Den Haag, met Wim in zijn zijden voetbalbroek als de bekendste.
Bij mijn eerste voetbalclub, ik was er 23 jaar lid van, RVC ( nu Haaglandia ) de gebroeders Verver ( Piet, Bram en ? ) en de familie Strik en Bakhuis ( Jan, Ton en Cor ), hoewel die zich meer op het bestuurlijk vlak hebben begeven.

Er zijn er in Den Haag nog velen te noemen, hetgeen bewijst dat er zich veel klitvorming voordeed. Ik wil mijn verhaal besluiten met nog enkele voetbalnamen, zoals Houwaart ( Oranjeplein ), Niemeijer ( Gona ) en Grünholz ) ( Kranenburg ). De koppels waarbij sprake is van 2 samenspelende broers blijven volgens mij het langste hangen in het geheugen, zoals die van Eversteijn, Tap, Timmermans en de Harder.
Tot slot besef ik ( 77 ) dat ik met mijn broer Henk ( 75 ) nog steeds met het spelletje voetbal bezig zijn zo’n 70 jaar, op enigerlei wijze, hetgeen eens begon in het Zuiderpark in 1946 voor 75 cent per maand. Antoon Biegel, al eerder genoemd, inde dit bedrag éénmaal per maand aan de deur met een kwitantie, want er waren nog geen acceptgirokaarten ontwikkeld!

Kees de Ridder