Bij onze zoektocht naar opvallende Haagse voetbalverhalen bij deze uit dagblad Het Binnenhof van 1978 een artikel over echte clubliefde:

Zonder enige schroom zijn de aanbiedingen terzijde geschoven. John Nieuwenburg piekert er eenvoudigweg niet over om Oranjeplein te verlaten. “Het Belgische Roeselare wilde me graag hebben en Rob Baan, toen hij nog bij FC VVV zat, heeft ook verschillende keren geprobeerd om me over te halen bij hem te komen spelen. Ik heb er totaal geen behoefte aan. Oranjeplein is mijn cluppie en ik heb het er verschrikkelijk naar m’n zin. Waarom zal ik dan weg gaan? De sfeer bij ons is uniek. Ook een RVC en VUC trekken me niet. Misschien kom ik met Oranjeplein ook wel snel op het niveau van deze clubs.”

Iets wat niet onwaarschijnlijk is want de formatie van trainer Bertus van Spronsen werkt de laatste seizoenen aan een geweldige opmars. De Buurtweg-bewoners zijn nu in de tweede Klasse aanbeland en gezien hun kwaliteiten liggen ook daar de mogelijkheden om als debutant successen te vergaren. Ook Nieuwenburg gelooft daar wel in. “Ik denk dat we het komende seizoen zeker bij de eerste vijf gaan eindigen, misschien nog wel hoger. ”
De 24-jarige middenvelder maakte de promotie naar de 2e Klasse overigens vanuit de dug-out mee. Vier wedstrijden voor het einde van de competitie raakte hij geblesseerd. “In de uitwedstrijd tegen Scheveningen werd mijn voet bij een schotpoging geblokkeerd. M’n enkelband scheurde en ik moest in het gips. Het was verschrikkelijk die laatste wedstrijden in de dug-out. Het is me toen wel opgevallen dat we vanuit een achterstand zo knap konden terugkomen. Dat is bij Oranjeplein nooit zo geweest. Bij een achterstand zakten we mentaal meestal weg.”

De overgang naar de 2e Klasse betekent wel dat Oranjeplein daarin waarschijnlijk de ploeg met één der poverste accommodaties wordt. “Het seizoen moet nog beginnen maar als je ziet hoe het ene veld wat we hebben aan de Buurtweg er nu al bij ligt dan is dit droevig. Trainen doen we tegenwoordig op een strook bij de hockeyvelden. We doen dit overigens maar twee keer per week. Slechts weinig spelers bij ons hebben behoefte aan meer, wij zijn niet zo gek op trainen”, aldus de zoon van de voorzitter.

Dankzij die aparte sfeer, die de spelers zo aan elkaar bindt, heeft Oranjeplein geen spelers zien vertrekken maar konden er wel drie worden begroet. “John de Bruin van ESDO en de gebroeders Van der Berg van Spoorwijk hebben we er bij. Niet zo vreemd hoor, want ze hebben alle drie vroeger al bij Oranjeplein gespeeld. Zo gaat dat met de meesten die weggaan. Ze komen na verloop van tijd vanzelf weer terug bij Oranjeplein.

Oranjeplein1-7778 - kopie