Het is in het jaar 1946 geweest, 1 jaar na de bevrijding van de Duitse Bezetting, dat ik lid werd van R.V.C. met mijn broer Henk, die 1 ½ jaar jonger was dan ik, meegesleept door wat oudere buurjongens speelden we op het z.g. Tweede Gedeelte van het Zuiderpark. Fietsen of tassen voor het voetbaltenue hadden we niet. Het was al een feest om naar het Zuiderpark te togen, want tijdens de Bezetting was het verboden gebied. We waren nog vrij jong voor die tijd om te gaan voetballen, resp. 8 en 9 jaar.

Op een foto uit 1950 is nog enigszins te zien hoe mijn voetbaltenue er toen uitzag. Schoenen gekocht op de z.g. rommelmarkt van de Herman Costerstraat, met metalen neuzen, leren noppen met spijkers in de zool geslagen en bruin van kleur, kousen gebreid door mijn moeder, zwart van kleur met een rood boord. Een wit voetbalbroekje gemaakt van een oud kussensloop. Een blauwwit gestreept shirt dat mijn moeder in een emmer zwart wist te verven, met een rood kraagje uit de linnenkast, wat een restant was van mijn vaders shirt van Archipel.

Piet van Wouw is van mijn elftal het meest bekend geworden door na het eerste elftal te hebben bereikt furore maakte bij Scheveningen Holland Sport. Helaas is Piet vrij jong overleden.

Ik heb nog steeds contact met Tonnie Piekar ( bijnaam: Hompie ! ), die al meer dan 50 jaar in Australië woont. Onze beide vaders ( Herman en Toon ) kenden elkaar al als kind uit de Rijswijkse straat.

Wat ik me van dit gedeelte van het Zuiderpark herinner is dat alle daar gevestigde verenigingen dezelfde standaard clubgebouwen hadden, zonder kantines met alleen maar een hok met de breedte van een deur en een luik dat weggeschoven kon worden om limonade, kauwgom en pennywafels te verkopen. Meer was er niet in de aanbieding! R.V.C. had toen maar 1 veld en deelde een tweede veld met V.C.S. en V.C.S.T. Verder speelden er ook Vios, De Ooievaars, H.D.V., Celeritas, W.I.K. en naar ik meen ook W.V.S.

Van het nu nog levende Erelid Jan Bakhuis, tevens oud-bestuurslid, kan ik me herinneren dat hij als rechtsbuiten hard kon lopen en de corners op rechts met gestrekt been nam. Hij scoorde zelfs een keer vanaf de middenlijn van het veld. Dat kwam door zijn wat gedrongen klein , maar stevig figuur. Hij deed ook aan gewichtheffen. Mijn broer Henk, hij kon aardig koppen, scoorde menigmaal als middenvelder van R.V.C.-2 uit de corners van de op zijn retour zijnde Jan Bakhuis.) Uniek waren de avondwedstrijden van het Zuiderpark-elftal, bestaande uit spelers van bovengenoemde clubs en buurman A.D.O. Jan Bakhuis stond er altijd vast in met rijen dik publiek, dat daar op af kwam.

Een bijzondere herinnering heb ik aan mijn schoolmaatje Joop Boel, woonachtig in de Herman Costerstraat, die nadat hij door mij lid werd van de club zijn neef John Schermer van de Kaapstraat meetrok. Uit de grote vriendengroep van genoemde Herman Costerstraat t.h.v. de Boerenstraat, die vaak op het marktterrein voetbalde trok ook de volgende jongens aan: Hennie den Engelse, Louis de Ruijter, Ron Berserlk, Henri van Veen, Simon Wink, Jan Boel en Theo Otten. Guus Haak was de enige, die ze niet meekregen. Hij koos voor V.C.S. Ik herinner mij verder dat R.V.C. enige tijd haar wedstrijden op het V.V.P. –terrein speelde. Ik weet alleen de reden niet meer.

De “Transvaalse” invloed is duidelijk zichtbaar van genoemde groep, maar ik denk dat onze Wolmaransstraat toch wel de kroon spande met b.v. de oude mijnheer Harbers, de man van de fietsenstalling van ons eerste complex aan de linker zijde van de Schaapweg, die 2 zoons bij ons had spelen. Wim Landsmeer, die later als prof nog bij Fluks heeft gespeeld. Bertus Wasmus ( oud-A.D.O.), Herman Kruijt, Hennie Wasmus, Dolf van Mosel, Henk van der Meer, Jan Privé, Dick Opstelten, Wim Knoester, Kees en Henk de Ridder. Door de geboortegolf speelden later ook broertjes van Opstelten, van Mosel, Knoester en Privé nog enige tijd bij R.V.C. Veel later werd buurjongen Ton van Weelen lid en de broers Leen en Martin Knoop

In 1949 zag ik voor het eerst de Schaapweg in Rijswijk, waar het nieuwe sportcomplex van R..V.C. moest komen. Een smal boerenweggetje met weiland en waar we als jeugd het eerst mollen moesten steken om te zorgen dat de velden op zijn minst egaal zouden worden. Er stonden diverse boortorens richting Delft voor de winning van olie. Het gebied was per fiets bereikbaar via de Moerweg, de Middachtenweg en het park Overvoorde. Vanaf de Vredenburchweg kon je vóór de Schaapweg linksaf slaan om het terrein te bereiken. Dit gedeelte wordt niet meer gebruikt, maar is nog wel terug te vinden tegenover de oude complexen van Tedo en de Adelaars, overwoekerd met planten en bomen. Er was nog geen sprake van een verlenging van de Loevesteinlaan en dus bleef je automatisch aan de linkerzijde van de Schaapweg.

Over de zelfwerkzaamheid van de 2 nieuwe velden valt veel te vertellen. Ik denk hierbij aan de EVA-actie, hetgeen Eigen-Veld-Aktie betekende. Kort gezegd: alles wat ligt tussen het mollen steken voor het creëren van goede velden en de nu nog zichtbare veldpaaltjes, die nog door eigen leden in het beton zijn gegoten in afwachting van de bouwvergunning voor het clubgebouw, die wel erg lang weg bleef.. Eén gulden per paaltje en voor F 1,50 werd je naam erin gekrast. Het ontwerp van het clubgebouw was van de pas gestarte heer Lucas. Hetzelfde ontwerp is later door v.v. Vredenburch gebruikt, welk gebouw pas enkele jaren terug is afgebroken. R.V.C. verhuisde enige jaren later naar de overkant, werd buur van de v..v. Rijswijk. Weer later vestigde de club zich op de huidige plaats. De daarop volgende fusies met v.v. Rijswijk en Kranenburg, bij allen wel bekend deden de naam R.V.C. verdwijnen. De van oorsprong Residentie Voetbalclub, later Rijswijkse Voetbal Club zou de 100 jaar niet halen, maar leeft nog voort bij vele oud-leden.

Niet onvermeld mag blijven, dat het 2-de complex aan de rechter zijde van de Schaapweg een onderdeel vormde van het toen genoemde Prinses Irenepark. Het hoofdveld dat zich in het midden van het totale complex bevond is nooit helemaal voltooid, maar wel door een kleinere club Nivo jarenlang gebruikt. Er ligt daar n.l. nog steeds een fundering voor een tribune met een capaciteit van 20.000 toeschouwers. R.V.C. is indertijd dicht bij een te formeren fusie geweest met Scheveningen Holland Sport en/of Fortuna-‘54 uit Sittard. R.V.C. was toen al zo professioneel bezig dat naast bovengenoemde naamswijziging en het befaamde Internationale Pinkstertoernooi, sommige bestuursleden in Rijswijk gingen wonen. Zij kenden de leden van het Rijswijkse Gemeente Bestuur heel goed met burgemeester Boogaard aan het hoofd. Het bleek zijn tijd zelfs te veel vooruit te zijn, getuige een strafmaatregel inzake het betalen van spelers. Het volledige bestuur werd geruime tijd geschorst. Tegenwoordig word je gepasseerd als club, als je niet betaalt!

Veel naam maakte de club met de opzet van het internationale Jeugdtournooi, een initiatief, o.a. van mijn broer Henk, die 10 jaar Jeugdvoorzitter/ bestuurslid was. Zijn idee om op vrijdagavond tijdens het toernooiweek-end b.v. R.V.C-A-1 tegen Arsenal te laten spelen, leverde toen circa 2000 bezoekers op.

Tot slot is het misschien wel aardig om naast de bekende oud-trainer Karel Jansen ( ex-A.D.O. ) in willekeurige volgorde enige ex-profspelers, die hun nadagen bij R.V.C. sleten, zoals: Carel Schuurman, Cock Clavan, Wim en Aad van ’t Zand, Wim Mangelmans, Louis Willems, Guus Haak, Piet Zeegers en Bertus Wasmus.

Andersom was R.V.C. ook leverancier van amateurs voor het profvoetbal, zoals van: Wim Mangelmans, Wim Landsmeer, Piet van der Wouw, Hennie den Engelse, Rob van der Bol en Jan van den Oever. Ik zal er zeker enigen vergeten hebben!

Kees de Ridder, 9 januari 2015