Het valt niet mee om tegenwoordig scheidsrechter te zijn. Vervelende spelers, strakke richtlijnen en een sterk groeiend aantal toeschouwers die zich meer en meer met de wedstrijd/leiding gaan bemoeien. Hoe was dat eigenlijk in mijn actieve voetbal periode, die zo ongeveer begon in de zestiger jaren. De jaren dat we nog tegen ploegen speelde waarvan er veel zijn verdwenen, opgegaan in de turbulente fusie jaren. Op velden waarvan er eveneens veel van zijn verdwenen en op echt gras. Een periode die begon bij SVPTT en daarna via Scheveningen, CWP en een korte periode bij SEV eindigde bij het zaalvoetbal van FC Garrund. Een periode dus van veldvoetbal tot de opkomst van het zaalvoetbal. Ik was geen makkelijke speler voor een scheidsrechter. Een beetje een ouwehoer, altijd maar praten tegen die man. Als ik er op terug kijk overvalt mij een gevoel van schaamte. Toch waren er, als ik er nu op terug kijk, ook leuke momenten.

Ik herinner me een wedstrijd waarin ik weer constant liep te praten tegen de scheids. Dat ging dan in de trant van …scheids, hoe is het met je hond. Ik heb geen hond antwoordde de scheidsrechter. Gek, zei ik,…ik heb nog nooit een blinde zonder geleide hond gezien…
Het was tijdens mijn periode bij Scheveningen op Houtrust. Het tweede van Holland Sport speelde thuis en daar was het rust. Het was dan gebruikelijk dat de toeschouwers zich omdraaide en naar de wedstrijd op het naast gelegen veld stonden te kijken. En daar speelde ik weer eens mijn eigen wedstrijdje. De scheids was mijn geouwehoer zat en riep me bij zich. Samen wandelden we naar de kant waar al die toeschouwers stonden te kijken. En met een luide stem sprak hij me toe…Luister, ik zal misschien slecht fluiten maar zo slecht als jij loopt te voetballen zal ik nooit fluiten…Een daverend gejuich steeg op uit de, zich amuserende Hollans Sport supporters. Ik kon wel door de grond gaan, vooral omdat er zoveel bekende van me bij waren. Hij heeft geen kind meer aan me gehad. Na de wedstrijd zag ik de scheidsrechter aan de bar staan. Iets wat toen nog gewoon kon. Ik bood hem een pilsje aan en mijn excuus. Waarom doe je in de wedstrijd nou zo vervelend, je bent een aardige knul en kan best lekker ballen, was zijn reactie.

Tijdens een andere wedstrijd hadden we een klein driftig mannetje als scheidsrechter, beetje een Portugees typetje. Hij had de eigenschap dat hij veelvuldig driftig en snel achteruit sprintte.
Op een geven moment zette hij weer een achterwaartse sprint in en toevallig in mijn richting. Ik kon de verleiding niet weerstaan om op dat moment mijn veter vast te gaan maken. En ja wel hoor hij kieperde pardoes over me heen. Grote hilariteit bij spelers en toeschouwers en vertwijfeling bij de scheids, was het toeval of opzet. Mijn medespelers waren mijn gedrag regelmatig zat. Ga nou gewoon eens voetballen riepen ze dan.

Een voorval wat ik nooit zal vergeten is een wedstrijd op het voetbalcomplex aan de Hoekwaterstraat in Voorburg. Deze keer was ik het niet maar een van mijn mede spelers. Na dat de scheids had gefloten voor buitenspel, schoot hij de bal hard en hoog weg, over de sloten naar de andere velden. De scheids riep hem bij zich,…er zijn twee mogelijkheden, je gaat die bal halen of je kunt je gaan aankleden… Na enige bedenktijd koos de speler voor de eerste optie. Badend door een aantal sloten vol met kroost ging hij de bal halen en met een …goed gedaan jochie en nou weer voetballen….hervatte de scheidsrechter de wedstrijd.
Onze rechtsbuiten speelde gewoon de wedstrijd uit, helemaal groen van het kroost.

Begin jaren zeventig speelde ik met mijn elftal een wedstrijd waarin scheidsrechters examen moesten doen. De examen commissie stond onder leiding van Lou van Ravens toen al een legende als scheidsrechter. De wedstrijd werd gespeeld op het hoofdveld van Houtrust, Jawel, het veld van Holland Sport. Als aanvoerder kreeg ik van de mensen van de examen commissie de opdracht om de hele wedstrijd op en aanmerkingen te maken op de scheidsrechters, die regelmatig elkaar afloste. We mochten, ja moesten zelfs alles doen wat normaal verboden was. Eerst dachten we nog dat we in de maling werden genomen. Het was heerlijk, publiek wat tijdens de wedstrijd het veld opkwam, kortom alles wat maar kon gebeuren gebeurde. Ik heb me nog nooit zo uit kunnen leven. Na de wedstrijd kreeg ik een compliment van Lou van Ravens… goed gedaan, prima toneel gespeeld. ..Toneel gespeeld, toneel gespeeld… zo gedraagt hij zich altijd… hij was gewoon zich zelf, riep onze leider….

Een echte topper uit de Haagse regio was in de jaren 70 scheidsrechter Corion. Een grote Surinaamse kerel. In mijn CWP periode floot hij vaak wedstrijden van ons. Nou dat was er ook één hoor. Hij liet me regelmatig achter een diepe bal aan gaan en floot erg laat voor buitenspel.
…Hé scheids ken je verdorie niet eerder fluiten, of gewoon door laten gaan, …brieste ik .
Dan kwam hij tijdens de wedstrijd even naast me lopen en siste me toe….ik vind het zo leuk je te zien rennen, vooral als het zinloos is. Net als dat geouwehoer van jou…
Ook met hem kon je na de wedstrijd gezellig aan de bar, tijdens een biertje, een praatje maken en altijd met wederzijds respect.
Er werd nog niet met gele en rode kaarten gewerkt, waardoor de scheidsrechter veel meer negatief gedrag corrigeerde door even een ernstig woordje tot je te richten. Natuurlijk ging ik wel eens over de schreef met als gevolg dat ik er uit werd gestuurd. Het was dan gebruikelijk dat je een verweer schrift moest schrijven aan de KNVB. Menig speler uit die tijd begon steevast zijn verweer met de woorden….In het vuur van de strijd……Overigens hielp het zelden en volgde een schorsing.

Toen kwam het zaalvoetbal, nou dat was een drama voor mij. Een reactie naar de scheidsrechter leverde twee straf minuten op. Een bekende zaal scheidsrechter in de begin jaren van het zaalvoetbal was de Gier, een klein mannetje, maar een baasje hoor. We speelden een keer in de veilinghal van Poeldijk, tussen de komkommers en tomaten. Er ging een bal ruim over mij heen, nou ben ik bijna twee meter en de regel was dat de bal niet hoger dan twee meter mocht komen. Het spel werd dan hervat met een vrije trap tegen de partij die de bal te hoog had gespeeld. Ik riep dus heel netjes naar de scheids…hé twee meter…Waarop hij reageerde met ….twee minuten aan de kant….nah…riep ik….vier minuten.. reageerde hij…tsss…siste ik….zes minuten…was zijn antwoord. Ik werd zo boos dat ik hen toe riep….maak er een uur van joh en neem zelf ook wat.
Ik heb die man tijdens een toernooi nog eens een rode kaart gegeven. Wat luchtte dat op zeg.
Toch hadden de meeste scheidsrechters toen meer persoonlijkheid, werden ze niet opgezadeld met pietluttige regeltjes, ze loste het zelf wel op. Uitzonderingen daar gelaten, zoals die scheidsrechter die kordaat op trad tegen tijdreken van de tegen partij. Wij jaagden op de gelijk maker en de tegenpartij ging tijdrekken, niks mis mee dat hoort er bij. Maar deze scheids liet gewoon, ten onrechte overdreven lang door spelen. Telkens als een speler vroeg …scheids..is het nog geen tijd….brulde hij … nou ga ik nog langer door. Op een gegeven moment waren wij, die op de gelijkmaker jaagde, het zelfs zat….scheids ik heb eters hoor vanavond en straks rijden er geen bussen meer. En wat denk je…ik werd er uit gestuurd, 20 minuten in blessure tijd.
Het was op een complex wat naast een psychiatrische inrichting was gelegen. Ik vraag me nog steeds af of het de echte scheidsrechter was of een patiënt van die inrichting.

De meeste indruk maakte toch een scheidsrechter op me tijdens het toekennen van een vrije trap. Het was een meter of drie buiten het strafschop gebied. Er werd een paar meter gesmokkeld waarop de scheids de bal weer terug legde op de juiste plaats. Er werd weer gesmokkeld en weer lag de scheids de bal op de juiste plaats. De scheids vond het nou wel genoeg, pakte de bal en lag hem op de rand van het strafschop gebied….aan de andere kant van het veld. Geen gele kaart geen waarschuwing maar wel respect.
Zo heeft een ieder wel zijn herinneringen aan de man in het zwarte pak, de man met het fluitje, de scheidsrechter.

Mink Kuijt