In de eerste jaren na de bevrijding speelde het Haagse VUC met enige regelmaat een lichtwedstrijd. VUC was de eerste voetbalclub in Nederland met veldverlichting. Een unicum. Vanaf het perron van station Laan van Nieuw Oost Indië kon je ’s avonds de wedstrijd goed volgen. Veel plaatsgenoten pakten in Pijnacker dan ook de trein om vanaf dat perron de wedstrijden te bekijken. Bertus de Harder speelde linksbuiten met naast hem in de vijfmansvoorhoede, zijn broer Karel. Ik voetbalde in die tijd, heel toevallig, in de C-junioren van DSVP. Als twaalfjarige wilde ik naar Oliveo, maar dat kon niet doorgaan: ik was niet katholiek.

Oké, terug naar De Harder. Als Bertus de Harder aan de Schenkweg weer eens langs zijn tegenstander was geglipt was hij, gelijk jaren later ene Coen Moulijn in of buiten De Kuip, niet meer te houden. Bertus de Harder debuteerde in 1937 als 18-jarige in het Nederlands elftal, waarvoor hij elf maal uit zou komen.
Op 1 mei 1949 kwam VUC, mét de grote Bertus de Harder, naar Oliveo voor een bekerwedstrijd. De spelers waren met het Hofpleinlijntje naar Pijnacker gekomen en wandelden vanaf het station naar het veld van Oliveo. Dat was toen nog aan de Monnikenweg. Er werden moppen verteld, er werd gelachen en ik kreeg een handtekening van Bertus. Helaas heb ik die niet meer, net zoals die van de internationals Piet Kraak, Jan van Schijndel, Loek Biesbrouck, Pietje van Overbeek en Rinus Terlouw. Allemaal weggeven, Toch jammer………

Oliveo, dat in die tijd in de kelder van de vierde klas speelde, won met 3-2 van het grote VUC, dat nog maar pas gedegradeerd was uit de hoogste afdeling van het Nederlandse voetbal. Tinus Ruigrok (2X) en Martin van Schijndel scoorden voor Oliveo. De “pinguïns” hadden de wedstrijd tegen de “zebra’s” wat onderschat. Zouden dat Pijnackerse varkentje wel eventjes wassen. Oliveo daarentegen had zijn maatregelen getroffen. Het veld was extra netjes gemaaid. Met uitzondering echter van de stroken waar Bertus de Harder speelde. Als hij aan een rush wilde beginnen struikelde hij, tot groot vermaak van het Pijnackerse publiek, voordurend over de bal die in dat hoge gras bleef steken.

In hetzelfde jaar dat hij nog tegen Oliveo speelde vertrok Bertus, als profvoetballer, naar het Franse Bordeaux. In 1953 was er nog geen betaald voetbal in Nederland, maar het rommelde behoorlijk in de boezem van de KNVB. En nadat het Nederlands elftal, samengesteld uit in het buitenland spelende profvoetballers, in de befaamde watersnoodwedstrijd met 2-1 van Frankrijk won (met doelpunten van Bram Appel en Bertus de Harder), kwam daar snel verandering in.
VUC speelt allang niet meer aan de Schenkkade, Oliveo niet meer aan de Monnikenweg en de glorie van de pinguïns is verbleekt. Bertus, Tinus en Martin zijn niet meer onder ons, en ik zou nu zomaar lid van Oliveo kunnen worden.

C’ est lavie.

Jan Wenteler
Pijnacker