ADO (B.V.O.)

Den Haag
01-07-1954 - 01-07-1996

A.D.O. Betaalde Voetbal Organisatie vanaf 1954

Er viel bijna niet meer aan te ontkomen aan de invoering van semi-profvoetbal in Nederland. Immers, eind 1953 was er een zogenaamde “wilde Bond” opgericht, n.l. “De Nederlandse Beroeps Voetbal Bond”. Deze bond was een regelrechte concurrent van de KNVB en overal werd er spelers aan clubs ontrokken om eindelijk het betaalde voetbal in Nederland van de grond te doen krijgen. Toon Bauman, Mick Clavan, Piet van Anraad, Lou Willems en Wim Mangelmans waren de eerste ADO spelers die naar het “wilde voetbal” overstapten.

Binnen de Haagse gemeentegrenzen was er namelijk een profclub opgericht. Profclub Den Haag was de naam die later De Flamingo’s werd. De naam Flamingo’s moest echter alweer snel worden veranderd omdat er al een club was met deze naam en toen koos men voor de naam Holland Sport.
Er was voor ADO gelukkig toch ook nog positief nieuws want na 4,5 jaar profvoetbal bij Nimes Olympique keerde Theo Timmermans weer terug op zijn oude nest. Op 29 juli 1954 kon Theo zich weer in het rood-groene shirt hullen en vierde een magistrale comeback tegen Quick dat voor de beker met maar liefst 7-2 op z’n broek kreeg.

Seizoen 1954-1955

ADO 1, dat sinds mei 1954 de Oostenrijker Frans Gutkas als trainer had, begon de competitie goed. Na de 5-0 gewonnen openingswedstrijd in het Zuiderpark tegen MVV volgde er nog drie overwinningen op rij. Toen de KNVB in november eenmaal vrede had gesloten met de NBVB besloot men de competitie per 14 november 1954 direct stop te zette. Het voorstel tot invoering van betaald voetbal in Nederland was goedgekeurd en nu moest de KNVB een totale reorganisatie van het voetbalbestel gaan doorvoeren. Er werd een ingewikkeld meerjarenplan ontwikkeld voor de competitie die uiteindelijk moest gaan leiden tot de vorming van een Eredivisie van achttien clubs, twee 1e Klasse en twee 2e Divisie’s in het seizoen 1956-1957.

Op 28 november 1954 begon ADO 1 aan haar avontuur in het Betaalde Voetbal en werd ingedeeld in de 1e Klasse B. Deze nieuwe 1e Klasse B bestond verder uit; Brabantia, DWS, EDO, Elinkwijk, Fortuna’54, Heerenveen, Heracles, Rigtersbleek, Sittardia, Sparta, SVV, Wageningen en Willem II.

ADO startte deze competitie minder voorspoedig want thuis werd er verloren van EDO (1-2) gevolgd door een gelijkspel (1-1) bij Sparta.
Uiteindelijk werd dit seizoen met 26 punten uit 26 wedstrijden (doelsaldo 48-43) beëindigd met een vijfde positie en dit was voldoende voor een plaats in één van de twee te vormen nieuwe Hoofdklasse.

Seizoen 1955-1956

Trainer Franz Gutkas was wegens ziekte naar zijn vaderland Oostenrijk teruggekeerd en zou zijn werkzaamheden voor ADO niet meer kunnen doen. Rinus Loof werd aangesteld als zijn opvolger. De oud speler van ADO had korte tijd eerder Tony Strous als jeugdtrainer opgevolgd.
Trainer Loof begon met ADO dit seizoen niet aan een gemakkelijke opgave want hij moest zijn elftal bij de eerste acht clubs van de Hoofdklasse A zien te loodsen. Als dit zou lukken dan mocht ADO vanaf seizoen 1956-1957 in de dan gevormde Eredivisie mogen uitkomen.

De Hoofdklasse A bestond dit seizoen uit maar liefst 18 clubs, wetende: ADO, Ajax, Amsterdam, DOS, EBOH, Eindhoven, Excelsior, Fortuna’54, HVC, Limburgia, NAC, NOAD, Rigtersbeek, Roda Sport, Sparta, Stormvogels, Vitesse en VVV.

Het werd een seizoen met veel ups maar met nog meer downs. Hoogtepunten waren de uitoverwinningen bij o.a. Fortuna’54, Amsterdam en Vitesse. Naar Arnhem gingen er maar liefst 17 bussen met supporters mee maar zoals gezegd waren het aantal “downs” groter dan het aantal “ups”, hetgeen uiteindelijk met 32 punten uit 34 duels (doelsaldo 59-62) ADO op een twaalfde plaats deed belanden. Voor het eerst sinds 1927 zou ADO vanaf het volgende seizoen niet meer op het hoogste niveau uitkomen.

Seizoen 1956-1957

Nadat de transfermarkt was gesloten bleek de terugkeer van Mick Clavan (van Holland Sport) bij ADO een zeer goede zaak. Toch liet ADO ook een aderlating want Aad de Jong vond het na bijna 18 seizoenen in het 1e elftal nu wel welletjes en besloot om lager te gaan voetballen.

Hsv ADO 1 werd ingedeeld in de 1e Divisie A en ontmoette daarin de volgende tegenstanders: Alkmaar, DWS, Emma, De Graafschap, Haarlem, Helmondia’55, HVC, KFC, Limburgia, Roda Sport, SVV, Volewijckers, VSV, Wageningen en Xerxes.

De competitiestart verliep alles behalve gesmeerd. In de openingswedstrijd bij de Volewijckers moest er in totaal driemaal een achterstand worden weggewerkt (3-3) en een week later had ADO in het Zuiderpark tegen Haarlem alle moeite na een achterstand van 2-0 op 2-2 te komen.
Slechts 2 punten uit 2 wedstrijden was natuurlijk niet iets om naar huis te schrijven maar het werd allemaal anders, heel anders zelfs! ADO kwam in zijn ritme en achtereenvolgens werden DWS (3-0), KFC (5-0) en VSV (1-3) verslagen. Na deze successen dreven de massa’s mensen weer naar het Zuiderparkstadion, of beter gezegd; als een magneet trok ADO massa’s mensen aan.  Op zondag 28 oktober 1956 versloeg ADO voor 14.000 toeschouwers HVC met maar liefst 6-1 en prijkte hiermee voor het eerst dit seizoen als koploper van de ranglijst.
Op zondag 25 november 1956 moest ADO in Alkmaar tegen de gelijknamige club, met Limburgia nog enig overgebleven concurrent, proberen te gaan bestrijden. ADO’s supportersvereniging, de V.V.A. (Vrienden Van ADO) lukte het die dag weer om een complete volksverhuizing van Den Haag naar Alkmaar in goede banen te leiden. Maar liefst 20 bussen met ADO-supporters waren een attractie van de eerste orde.
Door met 3-0 te winnen van Alkmaar (doelpunten Lex Rijnvis (2x) en Carel Schuurman) hadden de mannen van trainer Rinus Loof tenminste één concurrent voorlopig van zich afgeschud. Een week later, op 2 december, volgde er wederom een overwinning, en wat voor één! De voetbalvereniging Emma werd in het Zuiderpark met niet minder dan 10-0 de grond ingeboord. Carel Schuurman scoorde in deze wedstrijd maar liefst 5 maal.
Het werd wel allemaal steeds zwaarder voor de mannen van ADO om iedere week maar weer de ongeslagen status als koploper in te gaan. Dit was dan ook wel te merken op 9 december in de uitwedstrijd tegen Helmondia’55. Lex Rijnvis zette ADO nog wel op voorsprong maar toen Helmondia na de rust gelijk maakte moest ADO alle zeilen bijzetten om een nederlaag te voorkomen. Hierna werd in het Zuiderpark Wageningen werd aan de kant gezet (3-1) ondermeer door een snoeiharde kogel van Mick Clavan van grote afstand.
Op zondag 23 december gebeurde wat ieder eigenlijk al lang had gevreesd want in Doetinchem tegen De Graafschap vond ADO haar eerste Waterloo. Met maar liefst 6-4 werd ADO daar in de Gelderse Achterhoek geklopt. Het jaar 1956 werd, in een uitverkocht Zuiderpark, afgesloten tegen Xerxes. ADO leek haar vorm van weleer nog niet te hebben teruggevonden en het werd uiteindelijk 2-2 door o.a. een doelpunt van Wim Timmermans.

Het nieuwe jaar (1957) werd bij het verre Roda Sport ingezet met een kleine, maar uiterst kostbare, 0-1 zege. Na 14 wedstrijden was de stand bovenin de ranglijst nu als volgt: 1. ADO 22 punten, 2. Limburgia (21), 3. Alkmaar (21), 4. Helmondia (19) en 5. Haarlem (18).
Op zondag 13 januari kwam Limburgia naar Den Haag. Door de enorme belangstelling voor deze wedstrijd was er al enkele dagen voor aanvang geen toegangsbewijs meer te krijgen. Zonder de zieke Mick Clavan werd het een strijd waarbij beide clubs niet van wijken wisten. Tot 20 minuten na de rust Carel Schuurman de bal goed op zijn schoen kreeg en met een enorme pegel de voortreffelijke Limburgia-doelman Jacobs kansloos liet. Het was de enige treffer van de wedstrijd en na het laatste fluitsignaal barstte er op de tribunes een volksfeest los.

Maar ADO was er natuurlijk nog lang niet want er stonden nog 15 competitiewedstrijden te wachten. tegen de Volewijckers werd op 20 januari geducht revanche genomen na het eerdere gelijke spel in Amsterdam. In het Zuiderpark werd het 5-1, mede door een fantastische omhaal van Carel Schuurman. Een week later werd het weer 5-1, ditmaal in en tegen Haarlem. Theo Timmermans speelde tegen de roodbroeken weer om van te smullen en scoorde tweemaal, evenals Lex Rijnvis. Mick Clavan scoorde de vijfde treffer. Voor de derde maal in successie behaalde ADO een 5-1 overwinning, ditmaal bij DWS aan de Spaarndammerdijk te Amsterdam.

Op 17 februari moest ADO voor de derde achtereenvolgende keer een uitwedstrijd spelen. Op die dag moest men tegen KFC aantreden echter het veld in de Koog leek wel een moeras waarin de spelers tot hun enkels wegzakten. Er kon op dit veld eenvoudig niet gevoetbald worden maar toch moest deze wedstrijd doorgaan. In alle opzichten was dit dus een zeer zware wedstrijd voor ADO maar toch wist Carel Schuurman het enige doelpunt van de wedstrijd te maken en hiermee ADO aan weer een overwinning te helpen.
VSV werd vervolgens met 3-0 geklopt en ook HVC moest er op Birkhoven  met 1-3 aan geloven. Eenvoudig was de wedstrijd tegen HVC overigens niet maar Lex Rijnvis had het met 3 doelpunten voor ADO weer eens op z’n heupen. Op zondag 17 maart was één van de weinige wedstrijden waarbij de tribunes van het Zuiderparkstadion niet geheel gevuld waren. Reden, het regende aan één stuk door en het veld was één grote watervlakte. Waarschijnlijk moesten de semi-profs onder alle omstandigheden gewoon blijven voetballen dus de wedstrijd ging “gewoon”door. De thuisblijvers hadden nog gelijk ook want in een logischerwijs slechte wedstrijd werd het uiteindelijk 2-2 tegen SVV.
De wedstrijd van het seizoen volgde op zondag 31 maart, ADO – Alkmaar. Enkele weken voor aanvang van deze wedstrijd was er al geen toegangskaart meer te bemachtigen. Zou ADO deze wedstrijd winnen dan zou dat betekenen dat de poort naar de Eredivisie voor Den Haag vrijwel zeker zou worden geopend. Voor Alkmaar evenwel, dat 4 punten op ADO achterstond en bovendien een wedstrijd meer had gespeeld, was deze wedstrijd praktisch de laatste kans op een uitzicht op de titel. Harry Vreken, na lange tijd weer in het 1e elftal teruggekeerd maakte voor ADO de openingstreffer echter bij rust stond het alweer 1-1 gelijk. Na de doelwisseling velde Carel Schuurman met twee treffers het vonnis over Alkmaar en won ADO met 3-1. Dol van vreugde was de ADO-schare, die de spelers in triomf van het veld droegen, alsof de Eredivisie al was bereikt. Zover was het echter nog niet want na deze wedstrijd had ADO nog 7 punten uit evenveel wedstrijden nodig om de titel in handen te hebben. Elk punt dat de concurrentie echter vanaf nu verspeelde zou dit benodigde puntenaantal verkleinen.
Op 7 april behaalde ADO in Dordrecht tegen Emma een benauwde 1-2 overwinning. Karel Jansen schoot eerst nog in eigen doel maar daarna scoorde Mick Clavan en Roel Timmer voor ADO. Na deze moeizame overwinning kwam er heugelijk nieuws uit Alkmaar want de concurrent had met 2-1 verloren terwijl Limburgia niet verder kwam dan 1-1 bij De Graafschap.

Op 14 april 1957 zou de kampioensvlag van ADO gehesen kunnen worden wanneer ADO op eigen veld Helmondia zou kloppen, Alkmaar bij KFC zou verliezen en Limburgia op eigen veld klop zou krijgen van Xerxes. De feestcommissie was al bij elkaar geweest en alle festiviteiten waren al geregeld. Limburgia verleende die dag in ieder geval alle medewerking door met 4-1 te verliezen. De wens werd immers de vader van de gedachte want ook Alkmaar ging het niet redden bij KFC (3-1). En nu dus ADO! De laatste loodjes tegen Helmondia bleken loodzwaar want voor het eerst in deze competitie wist ADO geen enkel doelpunt te fabriceren en zo bleef het 0-0. De voor de zoveelste keer volgepakte tribunes dropen teleurgesteld naar huis en alle festiviteiten werden ingepakt.
Dan moest het maar op 22 april (Tweede Paasdag) bij Wageningen gebeuren. Alles wat ADO heet was naar de Wageningse Berg getrokken om met ADO als vorstelijke kampioen naar Den Haag terug te keren. Maar het werd wederom een desillusie! De spelers van ADO konden op het steenharde veld de zenuwen niet de baas en verloren met 3-1.
ADO zweette peentjes om die laatste 2 punten en dan moest het maar op 5 mei 1957 in de thuiswedstrijd tegen De Graafschap gebeuren. In een wederom uitverkocht Zuiderparkstadion scoorde Lex Rijnvis na 20 minuten voetballen uit een vrije trap de verlossende 1-0. Een zucht van verlichting ging er door het stadion en Rijnvis werd de held door nog voor de rust de 2-0 op het scorebord te brengen. Na rust maakte Carel Schuurman aan alle onzekerheid een einde door de 3-0 te scoren. De spanning was gebroken, ADO IS KAMPIOEN!!
Onbeschrijfelijk was de vreugde langs de lijn, waar honderden supporters ver voor het einde van de wedstrijd samenstroomde om hun spelers op de schouders te gaan nemen. Na het laatste fluitsignaal was het één dansende en jubelende menigte met daarboven elf gelukkige gezichten van ADO-spelers. Den Haag had eindelijk een vertegenwoordiger in de Eredivisie.
De datum 5 mei 1957 werd voor een ieder met een ADO-hart een onvergetelijk dag waarin de spelers in open auto’s door de stad reden, voorafgaand door de PTT-harmonie richting restaurant De Kroon waar een maaltijd wachtte en iedereen de spelers en bestuur konden complimenteren met het kampioenschap.
Hierna moest de competitie natuurlijk nog wel worden afgemaakt. Bij Xerxes werd er met 1-0 verloren en ook de laatste thuiswedstrijd tegen Roda Sport (2-2) was weinig imponerend. Op 26 mei sloot ADO de competitie af bij Limburgia. In Brunssum werd het een eclatante overwinning van 1-3 en werd hiermee het glansrijke seizoen op voortreffelijke wijze besloten met 47 punten uit 30 wedstrijden en een doelsaldo van 89-35.

Niet alleen het 1e elftal van ADO promoveerde dit seizoen want ook ADO 2, de reservisten van de keurploeg, wist zich in de reserve Klasse B van het betaalde voetbal zbij de eerste vier van de ranglijst te plaatsen waardoor men promoveerde naar de Reserve Eredivisie, die vanaf het volgende seizoen geformeerd werd met allemaal topteams.

De spelers van ADO op de schouders na het behalen van promotie naar de eredivisie op 5 mei 1957.

Ook ADO 2, met bekende namen, had een succesvol seizoen 1956-1957. Het eindigde als tweede en promoveerde naar de reserve eredivisie. Staand v.l.n.r. A. van Spronsen,H. Schaap,Rinus Loof(trainer),G. Schook,verzorger Zuiderwijk,Theo Kleindijk,Huub Scherpenisse,John Huegenin,Piet Oostrom en J. Telle(leider). Zittend Helmut Knollman,J. Heskes,J. Kuipers,Wim Blommestein en Fred Eckhardt.

Seizoen 1957-1958

Halverwege 1957 begon ADO met de lang gekoesterde bouwplannen om de toeschouwerscapaciteit te verhogen van 14.000 naar 25.000. De uitbreiding zou in fase geschieden. De eerste fase omvatte de aanleg van een nieuwe omheining rondom het veld een tribune voor jeugdleden aan de Zuiderparkzijde en daarna een nieuw tribune aan de Moerwijkzijde. Op 1 september 1957 werd tijdens ADO ‘s eerste thuiswedstrijd in de Eredivisie tegen VVV de zogenaamde Moerwijkzijde-tribune officieel geopend.

ADO’s naam was vanaf seizoen 1957-1958 geschaard onder de 18 beste clubs waarmee de hoogste afdeling van het Nederlandse voetbal was samengesteld. Naast ADO bestond de Eredivisie dit seizoen n.l. uit: Ajax, Amsterdam, Blauw Wit, BVV, DOS, Elinkwijk, Sportclub Enchede, Feijenoord, Fortuna’54, GVAV, MVV, NAC, NOAD, PSV, Rapid JC, Sparta en VVV.
ADO debuteerde op 25 augustus 1957 op uitstekende wijze in de Eredivisie. In Utrecht werd Elinkwijk met maar liefst 4-1 verslagen door doelpunten van Carel Schuurman (2x), Roel Timmer en lex Rijnvis. Op 1 september volgde dan de eerste thuiswedstrijd van ADO. De hele groep werkers aan het stadion hadden alles op alles gezet om fase 1 van de bouw van de nieuwe tribune nog op tijd gereed te hebben en dit was ze gelukt. Voor een volkomen uitverkocht Zuiderparkstadion (19.000 toeschouwers)  wist ADO nipt met 1-0 van VVV te winnen door een doelpunt (kopbal) van Mick Clavan. Een week later (8 september) moest ADO naar Tilburg om tegen NOAD aan te treden. Henny den Engelse, die de zieke Mick Clavan verving, debuteerde uitstekend in ADO 1 en bracht meteen de 0-1 op het scorebord. Bij rust was het echter 2-2, het tweede doelpunt van ADO werd gemaakt door Carel Schuurman. Schuurman scoorde na rust ook nog eens de 2-3 en stelde hiermee de zege voor ADO veilig. Een geweldig debuut natuurlijk van ADO in de Eredivisie met winst in de eerste drie wedstrijden.
Op 15 september kwam Feijenoord op bezoek in het Zuiderpark. Werkelijk duizenden supporters dropen teleurgesteld af omdat er simpelweg al dagen geen kaartje meer voor deze wedstrijd was te krijgen. ADO – Feijenoord werd een wedstrijd die men niet snel meer zou vergeten. ADO stak in een grootse vorm zodat de Feijenoord verdediging er radeloos van werd. Feijenoord opende nog wel de score (0-1) maar bij de rust had ADO al een 3-1 voorsprong genomen door doelpunten van Lex Rijnvis (2x) en Mick Clavan. De tweede helft begon gelijk met een treffer van Carel Schuurman (4-1), die later ook nog eens voor de 5-1 zorgde. Feijenoord kwam nog wel terug tot 5-3 maar Lex Rijnvis zorgde uiteindelijk met zijn 3e treffer voor een 6-3 eindstand. Het publiek in het volle Zuiderpark ging uit z’n dak, wat een voetbal en bovendien stond ADO met 4 gespeeld en 8 punten bovenaan de Eredivisie!
Helaas, op 22 september volgde er dan toch de eerste nederlaag. In Geleen werd er met 2-1 verloren van Fortuna’54. Henny den Engelse opende nog wel de score voor ADO maar na de doelwisseling hield Fortuna’54 de punten in eigen huis. Met deze nederlaag zakte ADO naar een derde plaats op de ranglijst achter Rapid JC en Sparta. Wie nu had verwacht dat ADO een week later in wederom een bomvol Zuiderpark tegen Amsterdam wel even een royale zege zou gaan boeken kwam bedrogen uit. Het werd uiteindelijk 3-3 door doelpunten van Theo Timmermans (2x) en Carel Schuurman. Op 6 oktober wachtte ADO de lastige uitwedstrijd tegen BVV. Tot tweemaal toe moest ADO een achterstand wegwerken. Eerst scoorde Carel Schuurman de 1-1 en vlak na rust Lex Rijnvis de 2-2. ADO tapte ADO uit een heel ander vaatje en scoorde Lex Rijnvis de 2-3 en bepaalde Carel Schuurman de eindstand op 2-4.
Buitengewoon gesmeerd verliep de wedstrijd thuis in het Zuiderpark tegen NAC. Bij rust stond het “slechts” 2-0 door doelpunten van Wim Timmermans en Carel Schuurman. Uiteindelijk werd het 5-0 door treffers van Lex Rijnvis (2x) en wederom Carel Schuurman. Op 20 oktober werd bij GVAV in Groningen helaas de tweede nederlaag van het seizoen geleden. Met 3-2 trokken de enthousiaste Groningers aan het langste eind.  Een eigen doelpunt en Carel Schuurman verzorgde de Haagse productie. Ondanks deze nederlaag bleef ADO, dankzij een beter doelsaldo, aan de leiding in deze zeer spannende competitie. De stand na 9 speelrondes bovenin de Eredivisie was nu als volgt: 1. ADO 13 punten, 2. Rapid JC (13), 3. DOS (13), 4. Sp. Enschede (12), 5. Ajax (11), 6. GVAV (11) en 7. Feijenoord (11).
Op 27 oktober volgde de kraker ADO – DOS. Al weken was er weer een ware run op kaarten voor deze wedstrijd tussen de twee koplopers van de Eredivisie waardoor het Zuiderpark wederom was uitverkocht. Nog voor de rust zette Mick Clavan ADO op een 1-0 voorsprong. Echter in de tweede helft kwam DOS op een 1-2 voorsprong. Carel Schuurman, de ster van het veld deze middag, scoorde de gelijkmaker en niet veel later scoorde Lex Rijnvis de 3-2 en 4-1. Vervolgens bracht Carel Schuurman met twee geweldige doelpunten de eindstand op maar liefst 6-2. Met 15 punten uit 10 wedstrijden stond ADO nu fier aan kop van de ranglijst.
Om 3 november werd ADO door maar liefst een 9000 sterke Haagse escorte naar Spangen Rotterdam begeleid voor de belangrijke wedstrijd Sparta – ADO. De rood-groene aanhang genoot weer van het sublieme spel van ADO. Theo Timmermans scoorde in de eerste helft tweemaal maar de 2-0 voorsprong bij rust was voor ADO slechts een schamele afspiegeling van de superioriteit die men tentoon stelde. Merkwaardig genoeg kon ADO in de tweede helft het niveau van de eerste helft niet meer hervinden en wist Sparta uiteindelijk toch nog een 2-2 gelijkspel uit het vuur te slepen. De ontmoeting, een week later, tussen de beide kampioenen van de Eerste Divisie van vorig seizoen (ADO – Bauw Wit), waarvan ADO veel van had voorgesteld, werd een bittere teleurstelling. Het werd een harde wedstrijd waarin de mannen van ADO het zwaar te verduren kregen. Toch wist Mick Clavan, met een overigens prachtige treffer, ADO naar een 1-0 overwinning te leiden.
Op zondag 24 november stond alweer de volgende “big-match” te wachten, n.l. ADO – Rapid JC het duel tussen de twee koplopers van de Ere-divisie. Of het nu de spanning was die zijn stempel voor ADO op de wedstrijd drukte wist men niet precies maar het liep aan ADO-kant niet zo gesmeerd als de supporters gewend waren. Na een 0-1 achterstand wist ADO toch nog een 2-1 overwinning te boeken door doelpunten van Mick Clavan en Lex Rijnvis.
Op 1 december leed ADO in Maasstricht haar derde nederlaag (1-0) van het seizoen.

Later hier meer over seizoen 1957-1958

>

Seizoen 1958-1959

In de zomer van 1958 had de spelersgroep van ADO nauwelijks wijzigingen ondergaan. Slechts twee jonge, van VIOS afkomstige, beloftes (Wim Waasdorp en Maarten Trommel) waren alleen aan de selectie toegevoegd.

Na het kampioenschap van S.H.S. (Scheveningen Holland Sport) in het seizoen 1957-1958 kwamen er dit seizoen dus twee Haagse clubs uit in de Eredivisie. De Eredivisie bestond in het seizoen 1958-1959 uit de volgende clubs: ADO, Ajax, DOS, DWS, Elinkwijk, sc Enschede, Feijenoord, Fortuna’54, MVV, NAC, NOAD, PSV, Rapid JC, S.H.S, Sparta, VVV en Willem II.

ADO 1 seizoen 1958-1959 Staand v.l.n.r: Frans Kok, Wim Timmermans, Jan v.d.Meer, Henk Jans, Huub Scherpenisse en Guus Haak. Zittend v.l.n.r: Harry Vreken, Henny den Engelse, Carol Schuurman, Mick Clavan en Lex Rijnvis

Desondanks begon voor ADO vanaf dit seizoen een reeks seizoenen die bescheiden klasseringen zou opleveren en moest er soms gevreesd gaan worden voor behoud van het Eredivie-schap. Verheugend was echter wel dat ADO kon blijven rekenen op de steun van de trouwe, omvangrijke, aanhang.
ADO wist in de competitie dit seizoen 9 keer te winnen, speelde 10 keer gelijk en verloor maar liefst 15 maal. Met 28 punten, en een doelsaldo van 63-84) eindigde men uiteindelijk op de 13e plaats in de Eredivisie.

In het KNVB-beker toernooi kwam ADO stukken beter voor de dag. In de eerste ronde hadden de rood-groenen de handen nog vol aan GDA, dat uiteindelijk met een nederlaag van 2-1 naar Loosduinen kon terugkeren. Daarna liep het bekeravontuur iets “normaler” via zeges op DHL (0-7 in Delft), EDO (3-1), Elinkwijk (2-1) en HVC (4-1).
In de halve finale moest ADO op 10 juni 1959, in het Zuiderpark, aantreden tegen Sparta, of te wel een duel tussen de underdog (ADO) en de kersverse kampioen van de Eredivisie Sparta. Voor maar liefst 20.000 toeschouwers was de stand na 90 minuten 1-1, nadat Roel Timmer ADO eerst op een 1-0 voorsprong had gezet. In de verlenging scoorde Lex Rijnvis voor ADO het winnende doelpunt (2-1). De 20.000 toeschouwers in het Zuiderpark reageerden alsof er een kampioenschap was binnengehaald want door deze zege stond ADO voor het eerst in haar bestaan in de finale.
De KNVB-bekerfinale vond op 17 juni 1959 plaats in het Zuiderpark tegen VVV. Dagen tevoren was er al geen kaartje meer te krijgen en was het Zuiderparkstadion met 25.000 toeschouwers tot de nok toe gevuld. Roel Timmer zette ADO al snel op een 1-0 voorsprong en vlak daarna schoot Theo Timmermans tegen de onderkant van de lat. ADO was heer en meester en kreeg uiteindelijk ook een strafschop. Toen Roel Timmer zich wilde gaan belasten met het nemen van deze strafschop gebeurde er iets merkwaardigst. VVV-speler Herman Teeuwen, een clowneske verschijning bij de Venlonaren, joeg zijn doelman Jan Swinkels uit het doel en ging zelf trachten de strafschop te keren. En warempel, Teeuwen hield de strafschop nog ook. Dit moment werd de totale ommekeer van de finale die VVV uiteindelijk met maar liefst 1-4 won.

De accommodatie van ADO had weer eens een uitbreiding ondergaan. De uitbreiding betrof een verhoging van de lange zijde met 10 treden. Op 19 oktober 1958 werd deze tribune voor de wedstrijd ADO-NOAD (5-1) in aanwezigheid van tal van lokale autoriteiten feestelijk geopend.

Seizoen 1959-1960

Aan al het moois kwam een einde, ook aan de gouden mid-vijftiger jaren bij ADO, dat uiteen viel. Doelman Frans Kok, die inmiddels was verdrongen door de jongere Piet Oostrum, vertrok voor aanvang van dit seizoen naar stadgenoot S.H.S. Karel Jansen had ook het Zuiderpark verlaten en kwam nu uit voor DHC. Daarentegen keerde Joop Niezen (AGOVV) terug bij ADO en Jan ten Hoopen (Quick) wilde ook eens zijn geluk als semiprofvoetballer gaan beproeven. Veel jongeren uit de eigen gelederen traden dit seizoen toe tot de betaalde afdeling, dit waren o.a. Hannie Aardse, Peter Hoet, Theo Kleindijk, John Pattisselano en Martin van Vianen.

ADO draaide een niet al te best seizoen. Zo kreeg men bijvoorbeeld op 12 augustus 1959 in het Zuiderpark voetballes van het befaamde Londense Arsenal (0-7). Van de 34 competitiewedstrijden werden er uiteindelijk 13 gewonnen, speelde ADO 5 keer gelijk en werd er 16 maal verloren. Met 31 punten (doelsaldo 62-68) eindigde ADO op de 12e positie.
De 16 juni 1960 stond in het teken van het afscheid van Theo Timmermans als semi-prof. Voor ADO zou Theo niet echt verloren gaan want hij had zich voorgenomen wekelijks zijn capaciteiten te slijten in een lager elftal.
Het vaarwel van het hoogste niveau werd groots, omdat Theo Timmermans nu eenmaal een groots voetballer van ADO was geweest. Het afscheid geschiedde in het clubgebouw van ADO, temidden van bestuur, ex-collega’s, pers en sympathisanten. Het hoogtepunt van de avond was de benoeming tot Lid van Verdienste van de H.V.B., waarvoor mr. J.F. Dankelman Theo als waarnemend voorzitter het bij de benoeming behorende speldje overhandigde.

Seizoen 1960-1961

Het 1e elftal van ADO was aan het seizoen 1960-1961 zeer slecht begonnen. De supporters van ADO smeekte Theo Timmermans, met spreekkoren, om een terugkeer omdat hij doodeenvoudig niet kon worden gemist. Een bekernederlaag van 4-0 tegen RCH, nota bene in het Zuiderpark, was de definitieve aanleiding dat Theo Timmermans toch maar besloot om een come back te maken in ADO 1. Maar liefst 16.000 toeschouwers zagen Theo op 25 september 1960 weer spelen alsof hij aan zijn tweede jeugd was begonnen en MVV werd in het Zuiderpark met 2-1 verslagen. Toch kon ook Theo niet verhinderen dat ADO later nog tijdelijk zou zakken naar de voorlaatste plaats in de Eredivisie. Een krachtig herstel van ADO in de tweede seizoenshelft bracht opluchting. Geruisloos verdween Timmermans weer naar de lagere elftallen, waar hij zijn oude voetbaldagen zou verslijten. ADO haalde op eigen kracht met 32 punten uit 34 duels (doelsaldo 59-78) een keurige tiende plaats.

Seizoen 1961-1962

De betaalde voetbal-afdeling kende in het seizoen 1961-1962 een zeer slecht jaar qua prestatie’s. ADO 1 was op 13 mei 1962 slechts 1 punt verwijderd van de val naar de Eerste Divisie. Dit lot leek te worden bezegeld in de Rotterdamse Kuip, waar het merendeel van de 65.000 toeschouwers uitkeek naar het kampioensfeest van Feijenoord, waarvoor de Rotterdamse club ook slechts 1 punt voor nodig had.
De uiteindelijke 1-1 eindstand gaf in beide kampen dus reden tot grote feestvreugde. Doorgestoken kaart? Een schertsvertoning? Afgesproken werk? Die kreten galmden overal maar bewijzen zijn nooit gevonden.
Hoe had het met ADO zo ver kunnen komen? Het elftal leek aan het begin van dit seizoen met de komst van Jan Villerius en Hans van de Hoek juist sterker geworden. Dit seizoen kende slechts enkele positieve uitschieters in de vorm van uitzeges op Ajax (1-2) en De Volewijckers (2-7).
Al met al wist ADO zich dus ternauwerhand  te handhaven in de Eredivisie. Van de 34 wedstrijden werden er 9 gewonnen, speelde men 11 keer gelijk en verloor men 14 maal. Met 29 punten (doelsaldo 58-69) bleef men dus net de degradanten DWS/A (28 punten), VVV (27) en Rapid JC (20) voor.

Seizoen 1962-1963

Met de komst dit seizoen van trainer Ernst Happel hoopte ADO weer een nieuw tijdperk te gaan inluiden. De beroemde Oostenrijkse international werd door ADO als een godheid binnengehaald. Van Happel werd verwacht dat hij ADO 1 weer naar hogere regionen zou stuwen. Jan Becker zou vanaf dit seizoen fungeren als de rechterhand van de Oostenrijker en zich tevens ontfermen over de sterkste jeugd, die aan de juist ingestelde landelijke jeugdcompetitie ging deelnemen.

Hoewel Happels invloed cijfermatig niet direct was af te lezen aan de resultaten van ADO 1 in de competitie, maakte enkele spelers wel duidelijke vorderingen. Zo bracht bijvoorbeeld Guus Haak het op 11 november 1962 tot een debuut in het Nederlands-elftal tegen Zwitserland en had Mick Clavan zich weer zodanig laten inspireren, dat hij in die zelfde wedstrijd voor de zoveelste keer zijn come-back in Oranje kon vieren. Het mag toch evenmin toeval heten dat een maand eerder Jan Vilerius voor het eerst (en de enige maal) van zijn leven het oranjeshirt droeg.
De tribune aan de lange zij kreeg dit jaar haar idool in, de van VVV aangetrokken, Harrie Heijnen. Ook wierp trainer Happel de nog piepjonge, juist van sv Loosduinen overgekomen, Piet de Zoete in zijn keurkorps.

Ondanks de strenge winter van 1962-1963 (voorst, zeer veel sneeuw en zelfs een Elfstedentocht) voetbalde ADO gewoon door, zij het wat aangepast. De volgelingen van Happel toonde zich vaak meer dan tweeduizend toeschouwers trekkende wedstrijden in de Houtrusthal heel wat bedrevener  in zaalvoetbal dan Ajax, DOS, Sparta en Feyenoord. Die lijn werd overigens  niet voortgezet toen de groene velden zich hadden ontdaan van de winterse ellende. Al met al kostte het ADO nog de nodige inspanning om niet in de moeilijkheden te geraken. Ernst Happel zat hier niet zo mee want het eerste jaar onder zijn leiding beschouwde de trainer als een oriëntatiejaar.
ADO behaalde dit seizoen in de competitie in totaal 9 overwinningen, speelde 10 keer gelijk en verloor 11 maal. Met 28 punten uit 30 duels (doelsaldo 41-36) eindigde ADO uiteindelijk als tiende.

Het KNVB-bekeravontuur verliep voor ADO succesvoller dit seizoen en het team van Happel wist zich zelfs voor de finale te plaatsen. Deze finale vond plaats op 23 juni 1963 en wel in het eigen vertrouwde Zuiderpark. De eerste kans op Europa Cup-voetbal ging echter aan de rood-groene voorbij omdat het nota bene juist uit de Eredivisie geduikelde Willem II zich niets van ADO’s thuisvoordeel aantrok en met speels gemak met 0-3 zegevierde.

Seizoen 1963-1964

Zoals eerder vermeld, trainer Ernst Happel zag zijn eerste jaar bij ADO puur als een oriëntatiejaar. Mede op zijn gezag veranderde de hoogste selectie van ADO in de zomer van 1963 zo ingrijpend, dat er sprake was van een gigantische operatie. Jaap van de Berg, Cock en Mick Clavan, Hennie den Engelse, Guus Haak, Carol Schuurman, Maarten Trommel, Jan Verhoek en Harrie Vreken hadden allemaal de club verlaten.
met het overgeblevene, aangevuld met toen beloftevolle spelers als Lambert Maassen (PSV), Hassie van Wijk (De Volewijckers), Kees Aarts (Willem II) en routinier Freek van der Lee (Sparta), hoopte Happel een team te kneden zoals hij zich voorstelde.

Helaas was ADO in de competitie dit seizoen geen hoogvlieger. Desondanks kwamen de topploegen met knikkende knieën naar het Zuiderpark want ADO had immers een reputatie opgebouwd als reuzendoder. In het Zuiderpark werden n.l. Feyenoord en Ajax beide met 1-0 verslagen en speelde men 1-1 gelijk tegen PSV. Echter dit seizoen leed ADO ook een zeer grote nederlaag van 9-0. DWS was hiervoor op 3 mei 1964 verantwoordelijk.
Van de 30 competitiewedstrijden wist ADO er uiteindelijk 12 te winnen, speelde men 6 keer gelijk en werd er ook 12 keer verloren. Met 30 punten en een doelsaldo van 47-60 eindigde men als tiende in de Eredivisie.

Voor de tweede maal in successie belandde Happel met zijn team in de eindstrijd van het Bekertoernooi. Bij de Hagenaars begon ADO trouwens weer een beetje te leven zoals in vervlogen tijden. Talloze bussen met supporters zetten bijvoorbeeld koers naar Utrecht om ADO daar, ten koste van Ajax (1-0), in de finale te zien komen.
In deze finale trof men in Eindhoven Fortuna’54. het werd een zeldzame nerveuze slijtageslag, die ook in de verlenging geen doelpunten opleverde. Fortuna’54 nam de daarop volgende strafschoppen beter, waardoor ADO opnieuw Europees voetbal in rook zag opgaan.

Seizoen 1964-1965

De verenigingsraad worstelde nogal met een voorstel om een full time-manager te benoemen omdat de resultaten van het eerste elftal nou niet bepaald daarvoor aanleiding gaven. ADO 1 bevond zich n.l. in die tijd in de onderste regionen van de Eredivisie.
ADO 1 gaf het 60-jarig bestaan van de club een mooi geschenk in de vorm van een opzienbarende opmars, die begon met een klinkende zege van 3-0 op het zo gevreesde Feyenoord. Deze wedstrijd van 7 februari 1965 vormde het keerpunt en het einde van ADO’s bestaan als middenmoter en het begin van een periode als subtopper. Voor aanvang van dit enerverende duel stelde wethouder Vrolijk de nieuwe geluidsinstallatie in gebruik, die deels was gefinancierd via een loterij, waaraan een bezoek aan de Engelse Cup Final als hoofdprijs was verbonden. Het vernuftig staaltje techniek was mede tot stand gekomen dankzij de heren Kortekaas en Albregts, die zich ook al bij de aanleg van de lichtinstallatie  verdienstelijk hadden gemaakt.

Zoals gezegd, ADO verwierf dit seizoen de status van subtopper want van de 30 competitiewedstrijden werden er 13 gewonnen, 7 gelijk gespeeld en 10 keer verloren. Hiermee eindigde ADO met 33 punten en een doelsaldo van 37 voor en 32 tegen op een keurige derde plaats achter kampioen Feyenoord (45 punten) en DWS (40).
Deze klassering gaf het recht tot toelating tot de Intertoto-competitie, die ADO tegenover interessante tegenstanders als Lugano, Borussia Neunkirchen en Malmo FF bracht. De laatste (thuis)wedstrijd was beslissend voor het winnen van de poule. Die was echter voor Lugano, dat met een zege van 2-0 naar Zwitserland terugkeerde.

Seizoen 1965-1966

Het betaalde voetbal bleef zich voortdurend ontwikkelen. Het was ook geleidelijk een eigen leven gaan leiden. De aandacht was er veelal zo op gericht, dat de amateurs wat in de verdrukking kwamen, met de resultaten van dien. Binnen de vereniging vonden over deze problemen al geruime tijd vergaderingen plaats. Er verschenen hierover zelfs rapporten. Op basis van de bevindingen in deze rapporten besloot de Verenigingsraad op 13 april 1965 ADO te scheiden in een sectie betaald voetbal en een sectie amateurvoetbal, met ieder een eigen begroting. De eenheid bleef behouden door de vorming van een boven beide secties staand algemeen bestuur, gevormd door een algemeen voorzitter en twee leden, de beide sectie-voorzitters.

Deze ingrijpende structuurveranderingen binnen ADO impliceerde tevens de nodige mutaties en aanvullingen. Nico de Doelder werd algemeen voorzitter. Het bestuur betaald voetbal zou voortaan bestaan uit de heren H.J. Choufoer (voorzitter), G. Slager (secretaris), F. Kok (penningmeester), J. Eversteijn en J. van Zee.
Het bestuur amateurvoetbal werd gevormd door Theo Timmermans (voorzitter), J.W. de Jong (secretaris / penningmeester), J. Bax, H.M. Bliek, L. Dekkers, L. Siemer en A. van de Tuyn.

ADO 1 draaide wederom een uitstekend seizoen. Van de 30 competitiewedstrijden werden er 15 gewonnen, 9 gelijk gespeeld en slechts 6 keer verloren. Met 39 punten, en een doelsaldo van maar liefst 72 voor en 37 tegen, eindigde ADO werderom op de derde plaats in de Eredivisie, achter kampioen Ajax (52) en Feyenoord (45).
Ook in het KNVB-bekertoernooi gooide ADO weer hoge ogen en drong men wederom door tot de finale, waarin Sparta de tegenstander zou zijn. Voor het eerst in haar bestaan besloot ADO speciaal voor deze wedstrijd op trainingskamp te gaan, in het KNVB Sportcentrum in Zeist. Sparta, de underdog ditmaal, kwam pas op de dag van de finale (25 mei 1966) omstreeks koffietijd bijeen. De Rotterdammers, getraind door oud ADO-er Daaf Westhoven, wonnen uiteindelijk in het Stadion Feyenoord deze eindstrijd met 1-0.

Seizoen 1966-1967

ADO 1 kende tijdens het seizoen 1966-1967 veel pech in de competitie met o.a. het uitvallen in de eerste competitiewedstrijd van topschutter Piet van Miert met een beenbreuk. Desondanks wisten de mannen van trainer Happel uit 34 wedstrijden 18 keer de winst naar zich toe te trekken, speelde men 10 keer gelijk en werd er 6 keer verloren. Hiermee eindigde ADO met 46 punten (doelsaldo 70-40) alsnog op een mooie vierde positie, achter kampioen Ajax (56), Feyenoord (51) en Sparta (48).

Meer succes oogstte ADO in de Intertoto-competitie. Via de groepszege, ten koste van FC Biel, Brescia en FC Luik, plaatste ADO zich voor de kwartfinale, waarin men IFK Gotenborg thuis met 1-0 en in Zweden met 2-0 klopte. Dit internationale avontuur eindigde echter op 15 maart 1967 in de Slowaakse hoofdstad Bratislava, toen Inter de roodgroenen met 3-0 versloeg. ADO had eerder in het Zuiderpark Inter Bratislava met 1-0 verslagen.

ADO 1 in 1967, v.l.n.r. Jan Villerius (a), Ton Thie, Lambert Maassen, Aad Mansveld, Harry Vos, Theo vd Burg, Henk Houwaart, Piet de Zoete, Rene Pas , Kees Aarts, Harry Heynen en Jacques (Sjakie) Smits

Per 1 januari 1967 werd Eddie Hartmann bij ADO aangesteld als full-time-manager. Op zijn 24e werkdag kreeg de heer Hartmann telefonisch een uitnodiging voor een toernooi van zeven weken in de Verenigde Staten, dat de erkende North American Soccer League als propagandastunt in zijn strijd tegen de “wilde” Bond in diverse Amerikaanse steden wilde organiseren. Het bestuur reageerde hierop nog dezelfde dag (na spoedberaad) positief.
In de maand mei begon ADO aan het avontuur met een trip van zeven weken in de Verenigde Staten, die voor alle deelnemers een machtige ervaring werd. ADO begon aan dit geweldige avontuur met de volgende spelers: Henk Houwaart, Kees Aarts, Harry Heijnen, Ton Thie, Dick Advocaat, Henny Ardesch, Piet de Zoete, Joop Jochems, Lambert Maassen, René Pas, Lex Schoenmaker, Theo van der Burch, Freek van der Lee, Aad Mansveld, Jan Villerius en Harry Vos.
ADO speelde overigens onder de naam “Golden Gate Gales” zijn “thuiswedstrijden” in San Francisco en trok voor z’n “uitwedstrijden” naar Houston. ADO’s tijdelijke thuishaven was dus in San Francisco in een American Football-stadion. In dit stadion was het veld zo smal, dat ook de verspringbakken deel uitmaakte van het voetbalveld. Ondanks die hindernissen en de niet overweldigende publieke belangstelling boekte ADO toch redelijke tot zeer goede resultaten.
De uitwedstrijden in Houston werden gespeeld op kunstgrasveld in het grootste overdekte stadion (Astrodome) ter wereld. ADO (Golden Gate Gales) speelde in de Verenigde Staten tegen het Braziliaanse FC Bangu, Cleveland (Stoke City), New York (Cerro Montevideo), Lynn (Shamrock Rovers), Detroit (Glentoran), Los Angeles (Wolverhampton Wanderers) en Dallas (Dundee United). Ondanks de goede resultaten lukte het ADO niet om “The President Cup” mee naar huis te nemen. Al met al bezorgde deze trip ADO internationaal veel goodwill.

Seizoen 1967-1968

In de zomer van 1967 ontstond er binnen ADO veel beroering, toen een verschil van inzichten aan het licht traden tussen algemeen voorzitter Nico de Doelder en Herman Choufoer, voorzitter sectie betaald voetbal van ADO. Het grootste struikelblok vond men het functioneren van het algemeen bestuur. Dit leidde tot het aftreden van Nico de Doelder, die ADO 22 jaar als bestuurder, waarvan de laatste acht jaar als voorzitter, had gediend en hiermee voor ADO zeer veel vruchtdragend werk had verricht. ADO benoemde hem (zij het wat verlaat) in 1969 tot Erelid.
Erevoorzitter David Lelyveld trad na het aftreden van De Doelder op als algemeen voorzitter (ad-interim) tot hij op 17 december 1968 werd opgevolgd door ir. W.J.C. Kau.

Een van de laatste bemoeienissen van De Doelder in zijn functie bij ADO was de totstandkoming van de nieuwe overdekte tribune aan de “lange zij”, waarbij de toeschouwerscapaciteit werd uitgebreid tot 28.500. Voorzitter Meuleman van de KNVB stelde de nieuwe tribune op 17 oktober 1967 officieel in gebruik. Dit gebeurde in aanwezigheid van o.a. vertegenwoordigers van de gemeente Den Haag, die zich garant had gesteld voor de door ADO aangegane lening van f.800.000,-

ADO 1 behoorde ook weer in het seizoen 1967-1968 bij de subtop van de Eredivisie. Van de 34 wedstrijden werden er ditmaal 15 gewonnen, speelde met 11 keer gelijk en werd er 8 maal verloren. Met  41 punten, en een doelsaldo van 53 voor en 34 tegen eindigde ADO wederom op een vierde plek, achter kampioen Ajax (58), Feyenoord (55) en het verrassende Go Ahead (42).

Voor de KNVB-beker deed ADO het dit seizoen weer uitstekend. Na overwinningen op Xerxes/DHC (6-1), Holland Sport (3-1), Fortuna Vlaardingen (3-2), Veendam (3-2), PSV (3-0) en Go Ahead (1-0), wist ADO zich wederom voor de finale te plaatsen. In deze finale moest ADO aantreden tegen het, in die tijd, inmiddels druk Europese roem vergarende Ajax. Omdat Ajax al kampioen van Nederland was geworden, was ADO hiermee al verzekerd van Europees voetbal. Echter ADO was er natuurlijk op gebrand om nu eens wel de KNVB-beker te veroveren want reeds viermaal had men in de laatste negen jaar de finale bereikt maar met even zovele malen moest men het met de troostprijs genoegen nemen.
Op 3 juni 1968 was het zo ver! Ajax gunde de toen nog tamelijk prille Johan Cruijff en Klaas Nuninga rust en verscheen dus met een veel mindere voorhoede in het Zuiderpark, waar de finale voor 18.000 toeschouwers werd gespeeld. Lex Schoenmaker, het veelbelovende van VDS gekomen knaapje, die inmiddels via het betaalde jeugdteam was opgeklommen naar Happels basisformatie, en Kees Aarts hielpen ADO aan een 2-0 voorsprong bij de rust. Piet Keizer zorgde in de 55e minuut voor de tegentreffer maar na het laatste fluitsignaal van scheidsrechter Wim Schalks stroomde de massa supporters het veld op en gingen de ADO-spelers op de schouders. ADO had voor het eerst in haar historie de KNVB-beker gewonnen.

Opstelling ADO in deze bekerfinale was: Ton Thie, Theo van den Burch, Aad Mansveld, Piet de Zoete, Harrie Vos; Joop Jochems, Cees Weimar, Harrie Heijnen, Lambert Maassen, Lex Schoenmaker en Kees Aarts (Henk Houwaart).

Seizoen 1968-1969

Door de promotie van Holland Sport was de stad Den Haag dit seizoen met twee clubs vertegenwoordigd in de Eredivisie.
De Eredivisie bestond in het seizoen 1968-1969 uit de volgende clubs: ADO, Ajax, AZ’67, DOS, DWS, Feijenoord, Fortuna SC, Go Ahead Eagles, GVAV, Holland Sport, MVV, NAC, NEC, PSV, Sparta, Telstar, FC Twente en Volendam.

Voor het seizoen 1968-1969 had ADO zich dus voor het eerst in haar bestaan geplaatst voor het Europa Cup II toernooi. ADO’s Europa Cup-debuut vond plaats op 19 september 1968, toen men in het Zuiderpark moest aantreden tegen het Oostenrijkse Grazer AK. Ruim 18.000 toeschouwers en miljoenen tv-kijkers (de eerste live-uitzending vanuit het Zuiderpark) zagen ADO triomferen met 4-1. In Oostenrijk zegevierde ADO met 0-2 en plaatste zich hiermee vrij gemakkelijk voor de volgende ronde.

In de tweede ronde stuitte ADO op 12 november 1968 in het Zuiderpark op het Duitse FC Koln. Zelden heerste er in het Zuiderparkstadion zoveel sfeer als op die dag want alle 26.000 toeschouwers schaarden zich massaal als twaalfde man achter ADO. Dit gaf ADO vleugels en de mannen van trainer Happel liepen storm op het doel van FC Koln, maar de West Duitse defensie gaf geen krimp. In de slotfase van de wedstrijd sleepte de West Duitsers zelfs nog een overwinning uit het vuur (0-1). Illusies voor de return-wedstrijd waren zo goed als vergeten. Desondanks maakten vele supporters het uitje naar Keulen mee. Zij zagen ADO met een nederlaag van 3-0 afscheid nemen van zijn eerste Europa Cup-avontuur.

En dan de Eredivisie in het seizoen 1968-1969. Hierin zagen we bij ADO een lichte terugval qua de prestatie’s. In het voorjaar van 1969 deed zich een fikse rel voor tussen trainer Happel en voorzitter Herman Choufoer, nadat Choufoer commentaar had op de beschamende wijze waarmee ADO bij NEC al vroeg uit het bekervoetbal werd gestoten. Ernst Happel had nog een twee-jarig contract bij ADO maar had intussen al wel een aanbieding van het naar aansprekende successen snakkende Feyenoord op zak. De speculaties waren aan de orde van de dag, nadat de Oostenrijkse trainer in het openbaar had gereageerd op de kritiek van voorzitter Choufoer. Zocht Happel hiermee bewust naar een aanleiding om van zijn nog twee-jarig contract bij ADO af te komen?
De Verenigingsraad van ADO schaarde zich in ieder geval achter haar bestuur, en hiermee de beslissing nam om per direct niet meer verder te gaan met Happel. Hiermee kwam een einde aan het tijdperk Ernst Happel, waarin ADO zich van degradatiekandidaat had opgewerkt tot subtopper, viermaal de bekerfinale bereikte en deze eenmaal won en vele eervolle buitenlandse invitaties had ontvangen.

Rinus Loof, die in 1966 was teruggekeerd op het oude nest, eerst als trainer van het betaalde jeugdteam en vervolgens trainer geworden van het ADO B-team, nam gedurende de rest van het seizoen 1968-1969 de technische zaken bij ADO 1 waar. Loof deed dit met redelijk succes want met 37 punten uit 34 duels (12x winst, 13x gelijk en 9 nederlagen) en een doelsaldo van 45 voor en 37 tegen, eindigde ADO alsnog keurig als zesde van de Eredivisie.

In dit seizoen deed het management van de club iets wat het nog nooit had gedaan, n.l. versterking halen uit het buitenland. Het oog was gevallen op Harald Berg, een 28-jarige Noorse international, die weldra zou worden erkend als de beste aankoop die ADO ooit had verricht.

Seizoen 1969-1970

Op initiatief van een aantal supporters werd er in de zomer van 1969 de Club van Honderd opgericht. Sympathisanten konden hiervan lid worden bij storting van minstens 100 gulden per jaar. De betaalde afdeling kon van de Club van Honderd toevloeiende financiële steun best gebruiken. De inkomsten waren namelijk, door de daling van het aantal toeschouwers de laatste jaren, beduidend minder geworden. Een dreigend tekort op de balans kon tot dusver steeds worden voorkomen door deelneming aan internationale toernooien en verkoop van spelers.

De Eredivisie bestond in het seizoen 1969-1970 uit de volgende clubs: ADO, Ajax, AZ’67, DOS, DWS, Feijenoord, Go Ahead Eagles, GVAV, FC Haarlem, Holland Sport, MVV, NAC, NEC, PSV, Sparta, SVV,  Telstar en FC Twente.

De afbrokkeling van de onder Happel zo succesvolle formatie van de midzestiger jaren ging gestaag voort. Piet van Miert, aanvankelijk een nuttige kracht en befaamd goalgetter, en later door een uiters moeizaam genezende beenbreuk zeer pechvol, stapte over naar Fortuna Vlaardingen. Erder hadden Harrie Heijnen (naar MVV), Kees Aarts (Go Ahead) en Joop Jochems (DWS) die stap gedaan en moest kopspecialist Lambert Maassen zijn carrière wegens een blessure voortijdig moeten beëindigen.
Hiermee waren alleen nog de jongeren van die tijd, zoals Ton Thie, Harrie Vos, Aad Mansveld, Kees Weimar, Piet de Zoete en Lex Schoenmaker over gebleven. René Pas keerde na een jaartje RCH weer terug op het oude nest.
Ernst Happel’s opvolger, de Tsjechoslowaak Vaclav Jezek, begon te bouwen aan een nieuwe succesformatie. Onder deze beminnelijke gentleman, die overigens voor zijn spelers zeer streng kon zijn, maakte ADO in het seizoen 1969-1970 een zeer wisselvallig seizoen door. Zo had ADO bijvoorbeeld een glanzende competitiestart tegen FC Twente want in een broeierig Zuiderpark werden de Tukkers, door drie treffers van Harald berg en een van Niels-Christian Holmstrom, met 4-1 verslagen. Een week later werd echter tegen de kersverse Eredivisieclub Haarlem teleurstellend met 2-1 verloren. Toch zag het er lange tijd naar uit dat ADO in aanmerking zou komen voor een plaats die recht zou geven op deelneming aan het toernooi om de UEFA Cup. Maar helaas… van de 34 wedstrijden won ADO er uiteindelijk 14, speelde 12 keer gelijk en verloor 8 maal. Met een totaal van 40 punten, en een doelsaldo van 56-33, kwam men net 1 punt tekort voor de vijfde plaats die dus recht zou geven op Europees voetbal.

Seizoen 1970-1971

Het gedrag van een deel van het publiek ging in die tijd hard achteruit. Dit uitte zich de laatste jaren o.a. in het steeds maar weer betreden van het veld tijdens de wedstrijden. Dit leidde ertoe dat de KNVB besloot dat alle stadions van profclubs moesten worden voorzien van hoge hekken. In het Zuiderpark tuurde dus het publiek sinds de zomer van 1970 door het gaas.

ADO, dat Harrie Vos aan PSV en Niels Christian Holmstrom aan FC Haarlem was kwijtgeraakt en Wietze Cuoperus van Haarlem en een tweede Noor in de persoon van Harrie Hestad had verwelkomd, ontpopte zich in het seizoen 1970-1971 als de revelatie in het vaderlandse voetbal.
Maar liefst 17 weken voerde de formatie van trainer Vaclav Jezek de ranglijst van de Eredivisie aan. Al die tijd stonden trainer Jezek en zijn spelers in het brandpunt van de belangstelling van radio, televisie, pers en het publiek, dat weer in grote getale naar het Zuiderpark kwam.
Wekenlang klonk het juist gedichte, en op plaat gezette, “Rood en Groen de ADO-kleur” door het Zuiderpark in de discoshow, die dat seizoen vanuit de radiokamer voor de wedstrijden en tijdens de rust werd verzorgd. Dit was trouwens een primeur op de Nederlandse voetbalvelden.

ADO wist uiteindelijk van de 34 wedstrijden er maar liefst 21 te winnen, speelde 8 keer gelijk en verloor vijfmaal en behaalde hiermee maar liefst 50 punten en een doelsaldo van 62 voor en 27 tegen. Dit was het hoogste aantal punten dat ooit door de vereniging was behaald. Secretaris Gerard Slager merkte dan ook op dat je in ieder land met dit aantal punten kampioen was geworden maar nu juist in Nederland weer niet, omdat hier de grootmachten in die tijd Ajax en Feyenoord waren gevestigd. Ajax werd dus kampioen met 57 punten, Feyenoord eindigde als tweede met 53 punten. ADO moest zich dus troosten met een derde plaats, die toch genoeg was om deel te gaan nemen aan het toernooi om de UEFA Cup.

Het einde van ADO (B.V.O.)

Ook al waren er successen, het werd alsmaar moeilijker het hoofd financieel boven water te houden, en als er eenmaal een periode zonder successen zou aanbreken, moest er door ADO maar worden afgewacht hoe lang zoiets financieel kon worden uitgezongen. De voetbalvereniging Holland Sport, stadgenoot en sportieve rivaal in die tijd, worstelde ook alleen maar met problemen van financiële- maar ook van organisatorische aard.
De gemeente Den Haag volgde deze ontwikkelingen nauwlettend en wilde uiteindelijk best de helpende hand bieden, maar twee keer een subsidie uitkeren, dat zou de gemeente wel heel veel geld gaan kosten. Een fusie tussen ADO en Holland Sport zou een betere oplossing zijn, waarbij tevens financieel de basis kon worden gelegd om de nieuwe fusieclub uit te bouwen tot een club op Europees niveau.

Gesterkt door deze gedachte nodigde wethouder Pieter Vink van jeugd, sport en recreatie de bestuursvertegenwoordigers van ADO en Holland Sport uit voor een eerste bijeenkomst op 18 januari 1971 op het stadhuis. Het werd een eerste oriëntatiegesprek over de mogelijkheden om te komen tot een fusie. Lange tijd bleef de buitenwereld onkundig over deze bijeenkomst en pas op 11 maart sijpelden de eerste vage berichten door over eventueel het gezamenlijk bespelen van het Zuiderparkstadion door Holland Sport en ADO. Hiermee  kwamen al snel de speculaties over een mogelijke fusie tussen beide clubs.
Achter de schermen werd er wel hard gewerkt aan een samengaan. ADO’s hoogste gezagsorgaan, de Verenigingsraad, gaf het bestuur van ADO op 17 maart groen licht mits ADO op een of andere wijze in de naam van de nieuwe club zou blijven voorkomen. Met die opdracht toog het bestuur van ADO weer naar het stadhuis waar wethouder Vink en de eigenaars van Holland Sport, de heren Kroesemeijer en Kattenburg, wachtte. Buiten stonden een hele vol verwachting zijnde horde journalisten te wachten op een naderende fusie.

Die nacht van 17 op 18 maart 1971, die de geschiedenis zou ingaan als de “Nacht van Vink”, kwam het niet tot een samengaan. Tijdens de tot in de kleine uurtjes durende besprekingen gingen de eigenaars van Holland Sport niet akkoord met ADO in de naam van de nieuwe club. De zaak raakte in een impasse.

Er volgde een roerige tijd, vooral door de emoties die bij de wederzijdse aanhang hoogtij vierde. De supporters van ADO vochten voor behoud van de naam, de Holland Sport-supporters voor behoud van de club en het voetbal op Houtrust, waar altijd wat gebeurde.
Wethouder Vink nam na een “afkoelingsperiode” het initiatief tot een tweede gesprek, ditmaal in “De Hoeve”, een rustiek in Overvoorde gelegen conferentie-oord, echter wederom zonder resultaat. Vertwijfeld moet de wethouder toen hebben uitgeroepen, dat de partijen het dan maar zelf moesten uitzoeken. Dat deden ADO en Holland Sport dan ook en kwamen weer snel tot elkaar. Op 21 mei 1971 schaarde ADO’s Verenigingsraad zich na een toch wel moeizame vergadering, met 34 voor, 6 tegen en 1 blanco, achter het voorstel tot samengaan met Holland Sport.

Het samengaan hield tevens in dat;

* De gemeente Den Haag ADO’s opstallen en lichtinstallatie in het Zuiderpark overnam voor 1,1 miljoen gulden, met welk bedrag ADO nog lopende leningen (ongeveer f.875,000,=) kon aflossen.
* De nieuwe vereniging FC Den Haag het terrein op een aantrekkelijke voorwaarden van de gemeente kon huren.
* De gemeente binnen een jaar een geheel nieuw clubhuis zou laten bouwen.
* Twee gemeentelijke gedelegeerden de bestuursvergaderingen van FC Den Haag betaalde afdeling zouden bijwonen.

Zoals gezegd, de profafdeling van ADO zou voortaan als FC Den Haag door het leven verder gaan. De amateurs bleven gewoon ADO.

 

Palmares ADO Amateurs Zondag

Kampioenschappen
1979-1980 4e klasse A
1981-1982 3e klasse A
1982-1983 2e klasse A
1992-1993 1e klasse B
Andere prestaties
1983 Winnaar Haagsche Courant Cup (3-2 tegen ‘s-Gravenzandse SV)
1995 Winnaar Haagsche Courant Cup (3-1 tegen Quick)

Palmares ADO Amateurs Zaterdag

Kampioenschappen
1986-1987 2e klasse A HVB
1987-1988 1e klasse A HVB
1988-1989 Hoofdklasse HVB

 

Parade der voorzitters bij ADO amateurs

???? – ???? ?????
???? – ???? ?????
???? – ???? ?????
???? – ???? ?????

Parade der trainers bij ADO amateurs zondag

1960-1961 Jan Rolfes
1961-1962 ?
1962-1963 ?
1963-1964 ?
1964-1965 ?
1965-1966 ?
1966-1967 ?
1967-1968 Piet Oostrum
1968-1969 ?
1969-1970 ?
1970-1971 ?
1971-1972 Huub Scherpenisse
1972-1973 Huub Scherpenisse
1973-1974 Huub Scherpenisse
1974-1975 Huub Scherpenisse
1975-1976 Harry Suiker
1976-1977 Harry Suiker
1977-1978 Cees Hage
1978-1979 Cees Hage
1979-1980 Cees Hage
1980-1981 Melbi Raboen
1981-1982 Melbi Raboen  (kampioen 3e Klasse A)
1982-1983 Melbi Raboen
1983-1984 Cor Kroon
1984-1985 Lex Schoenmaker
1985-1986 Lex Schoenmaker
1986-1987 Melbi Raboen
1987-1988 Theo Godschalk
1988-1989 Theo Godschalk
1989-1990 Theo Godschalk / Bert Blans (a.i.)
1990-1991 Boudewijn de Geer
1991-1992 Martin Jol
1992-1993 Martin Jol
1993-1994 Martin Jol
1994-1995 Martin Jol
1995-1996 Toon Brakus

Parade der trainers bij ADO zaterdag (vanaf 1986)

1986-1987 Koos Schouten
1987-1988 Koos Schouten
1988-1989 Koos Schouten
1989-1990 Koos Schouten
1990-1991 Piet Gelauf
1991-1992 Piet Gelauf
1992-1993 Piet Gelauf
1993-1994 Piet Gelauf / Richard van Rijn (a.i.)

Palmares ADO Amateurs (zondag)

1956-1957 1e divisie A

Parade der trainers bij ADO b.v.o:

1954-1955 Franz Gutkas (Oostenrijk)
1955-1955 Friedrich Donefeld (Oostenrijk a.i.)
1955-1962 Rinus Loof
1962-1969 Ernst Happel
1969-1971  Václav Ježek

 

Parade der voorzitters bij ADO amateurs:

???? – ???? ?????
???? – ???? ?????
???? – ???? ?????
???? – ???? ?????

Sportcomplex “De Aftrap” in het Zuiderpark te Den Haag

Zijn we nog naar op zoek