RVC

Den Haag, Rijswijk
22-02-1915 - 30-06-1998

De geboorte van R.V.C.

Lang, heel lang geleden toen de stoomtram nog door de Haagse straten daverde en een voetbalclub nog een footballclub heette werd RVC geboren. We schrijven 22 februari 1915.
Kort na het uitbreken van De Eerste Wereldoorlog durfde de drie jongemannen H.de Lusenet, W.Versteeg en H.Hardorff (+/-18 jaar) het om onder moeilijke omstandigheden om met enkele kameraden een clubje op te richten die zich zou gaan toeleggen op het steeds populairder wordende voetbalspel. Vervolgens werd er een oprichtings-vergadering belegd in Cafe “De Kroon” in de Boekhorststraat te Den Haag. Er werd gekozen voor de naam D.O.S.
De nieuwe voetbalvereniging mocht zich als buurtclub, omgeving Scheepersstraat te Den Haag, al spoedig in een grote belangstelling verheugen. Het eerste bestuur, bestaande uit B. Peeters, W.versteeg, H. de Lusenet, P. Brakke en L. Hardorff, zat dan ook niet stil en tal van spelers traden als lid toe. Enkele namen van deze spelers waren: A. Hardorff, Ch. de Lusenet, M. Martinius, P. Verver, B. Strik, W. Strik, Chr. Strik, Jaap Kieviet, Piet Kieviet, Chr. Kerkvliet, Kees de Graaff en Henk de Groot.

De eerste speelgelegenheid van D.O.S. werd de z.g.n. “Hooge Weide”, een terrein waar later de Vaalrivierstraat werd gebouwd. Reeds een week later speelde D.O.S. haar eerste wedstrijd tegen St. Wilhelmus uit Voorburg en won met 2-0.
Zoals gezegd koos men in eerste instantie voor de naam D.O.S, maar omdat er al een voetbalclub bestond met deze naam werd er nu noodzakelijk voor R.V.C. gekozen. R.V.C. stond voor Residentie Voetbal Club.

De jaren 1915 t/m 1919

De beginjaren van R.V.C. waren zeer succesvol. Het voorzitterschap kwam in handen van Ben Peeters die niet alleen een goed voetballer was, hij bleek ook over zeer bekwame bestuurlijke kwaliteiten te beschikken. Omdat er steeds meer spelers zich bij de club aanmeldde werd er al spoedig een tweede elftal geformeerd.
Al snel moest R.V.C. het terrein “Hooge Weide” alweer verlaten en verhuisde de club naar een terrein aan de Copernicuslaan te Den Haag.
R.V.C. speelde in het begin alleen maar vriendschappelijke wedstrijden maar omdat het eerste elftal van R.V.C.  in de vriendschappelijke wedtrijden, van zich had doen spreken, werd de club in het seizoen 1916-1917 door het bestuur van de toenmalige Haagsche Voetbal Bond bij keuze in de 2e Klasse ingedeeld.
In deze jaren waren de speelvelden nog geen modern, gedraineerd en met zorg onderhouden terrein. Het waren meer braakliggende gronden, bestemd voor de toekomstige stadsuitbreiding. Van belangstelling van de Gemeentebesturen voor de voetbalsport was in die tijd, op sporadische uitzonderingen na, nog geen sprake.
Bij aanvang van het seizoen 1917-1918 moest R.V.C. dus wederom verhuizen, ditmaal naar de locatie “Westduinen” bij Hanenburg.
Voor aanvang van het seizoen 1918-1919 volgde er de volgende verhuizing. R.V.C. trok samen met de voetbalverenigingen ADO en SVC naar het mooie complex in het Westbroekpark. Dit betekende dus voor R.V.C. de vierde verhuizing in 4 jaar tijd! Op dit complex begon R.V.C. te spelen met alweer vier seniorenelftallen.


Een RVC-gezelschap op het terrein in het Westbroekpark.

Voor het 1e elftal van R.V.C. braken vervolgens glorietijden aan. In het seizoen 1917-1918 behaalde men het kampioenschap van de 2e Klasse A HVB binnen en promoveerde hiermee naar de 1e Klasse. Het seizoen 1918-1919 daaropvolgend kon er wederom een kampioenschap gevierd worden, ditmaal van de 1e Klasse B van de HVB en deed het elftal hiermee zijn intrede in de 3e Klasse der N.V.B. (Nederlandsche Voetbal Bond).
In deze periode bij het Westbroekpark kwamen bij R.V.C. ook de jeugdelftallen (in die tijd aspiranten genoemd) naar voren. Enkele bekende namen van jeugdspelers bij R.V.C. in die tijd waren; G. Noordanus, Pim Swiebel en Henk de Jong.

De jaren 1920 t/m 1929

Het succesverhaal van het 1e elftal hield maar niet van ophouden want tot stomme verbazing van geheel sportlievend Den Haag werd R.V.C. in seizoen 1919-1920 ook nog eens kampioen van de 3e Klasse B van de NVB. Een ongelofelijke buitengewone prestatie want hiermee behaalde klom de club in 5 jaar tijd op van ongeorganiseerd straatvoetbal  naar de 2e Klasse van de Nederlandsche Voetbal Bond.


Een van de eerste foto’s van een RVC-elftal

Maar niet alleen het 1e elftal van R.V.C. maakte in het seizoen 1919-1920 furore! Ook het 2e- en 3e- elftal werden kampioen, respectievelijk in de 2e- en 3e Klasse van de HVB en promoveerden beide naar een hogere Klasse. Een waar gloriejaar dus voor R.V.C.
In het vijfde levensjaar van R.V.C. kwam de voorzittershamer in handen van Joh. Duiveman.
In het eerste jaar dat R.V.C.1 in de 2e Klasse van de N.V.B. uitkwam kreeg de club het gelijk moeilijk. In deze 2e Klasse, die in die tijd slechts één verdieping lager was dan het voetbal-walhalla van de jaren twintig, moest men o.a. de strijd aangaan tegen clubs als Unitas, Excelsior en DHC. Na twee beslissingswedstrijden werd er, zij het met minimaal verschil, verloren van DHC en zodoende degradeerde R.V.C. in 1921 alweer uit deze 2e Klasse. R.V.C. zou tot de jaren zestig meestal in de 3e klasse van de (K).N.V.B. blijven uitkomen.

In 1922 volgde er voor de club een volgende verhuizing. R.V.C. moest het Westbroekpark verlaten en vond nu een terrein aan de Laan van Meerdervoort. Er werd voor dit terrein een houten tent gekocht van de toen nog bestaande Rijswijkse Wielerbaan. Er was echter één probleem want vervoer per vrachtwagen bleek voor de club te duur uit te komen want R.V.C. had met financiële moeilijkheden te kampen. Voorzitter Duiveman kwam vervolgens met het idee om deze houten tent per schuit te gaan vervoeren. Zo gezegd zo gedaan en met Joh. Duiveman zelf aan het roer werd het houten clubgebouw overgevaren..
Eenmaal de hele tent weer opgebouwd besloot men op deze kantine met grote letters de schitterende spreuk: “VOETBALLERS, IN HET WAARACHTIGE BELANG ONZER MOOIE SPORT, BLIJF ALTIJD SPORTIEF” aan te brengen.

Grote teleurstelling heerste er nog steeds na de degradatie van het 1e elftal naar de 3e Klasse. De eerste taken binnen de club waren nu om ervoor te zorgen dat R.V.C. minstens een goede 3e Klasser zou blijven en zo mogelijk nog meer aandacht aan de jeugd te besteden.
In 1923 brak er binnen R.V.C. ook nog eens een periode van moeilijkheden aan. De club verkeerde in een crisis want de sfeer binnen de vereniging was niet best. Het R.V.C.-bestuur kwam bij elkaar en vond een algehele reorganisatie noodzakelijk. Tijdens deze vergadering vonden er bestuurswijzigingen plaats en maar liefst een 20-tal leden, welke volgens het bestuur het bestaan van R.V.C. ernstig ik gevaar hadden gebracht, werden van het lidmaatschap ontheven.

Zoals eerder al gezegd, bijna alle voetbalterreinen in die tijd waren meer braakliggende gronden, bestemd voor de toekomstige stadsuitbreiding. Hierdoor werd dus ook het verblijf van R.V.C. aan de Laan van Meerdervoort van korte duur. R.V.C. vond een veld op Houtrust, dat echter alleen ter beschikking stond van het 1e elftal. Wegens het alsmaar toenemende aantal aspiranten (jeugdleden) moest R.V.C. meermalen aankloppen bij andere speelgelegenheden.
De verhuizing van R.V.C. naar het Zuiderpark, tijdens het seizoen 1925-1926, leek eindelijk een einde te maken aan de crisisverschijnselen binnen de club. R.V.C. kreeg in het Zuiderpark de beschikking over twee velden, voldoende dus om uit te groeien. Overigens werd de gehele houten kantine, wederom per schuit, naar het Zuiderpark werd vervoerd.


De entree van het RVC-veld in 1924 bij het Zuiderpark.

Desondanks de maatregelen binnen de club en de zoveelste verhuizing waren de moeilijkheden bij R.V.C. nog steeds niet ten einde. Er was ook nog eens narigheid van financiële aard ontstaan. Al het kasgeld van de club was n.l. belegd in Staatsstukken die helemaal niet bestonden. Bovendien verlieten een aantal belangrijke spelers de vereniging en weer anderen wensten niet langer voor het eerste elftal uit te komen.

Seizoen 1926-1927

>

De zondag 3e Klasse B van de NVB was in het seizoen 1926-1927 uit de volgende clubs samengesteld; Bodegraven, Gouda, Olympia, ONA, RVC, Scheveningen, Schoonhoven en VDS.

Gouda was dit seizoen oppermachtig en werd dan ook uiteindelijk met 23 punten kampioen. RVC wist van de 14 competitiewedstrijden er 8 te winnen, 2 gelijk te spelen en 4 te verliezen. Met 18 punten, en een doelsaldo van 22 voor en 19 tegen, eindigde RVC op een keurige tweede positie van de ranglijst.

<

Seizoen 1927-1928

>

De zondag 1 van RVC mocht het dit seizoen in de 3e Klasse A van de N.V.B. opnemen tegen: Alphen, Hillinen, LFC, Lugdunum, ONA, Scheveningen en UVS.

In dit jaargang kwam het vlaggenschip van RVC niet al te best voor de dag. Van de 14 competitiewedstrijden wist men er slechts 4 te winnen, 1 gelijk te spelen en werd er 9 keer verloren. Met 9 punten, en een doelsaldo van 34 voor en 50 tegen, eindigde men op de voorlaatste positie van de ranglijst. Alleen Scheveningen (met 8 punten) deed het dit seizoen nog slechter.

Seizoen 1928-1929

>

Ook in het seizoen 1928-1929 kwam het eerste elftal van RVC uit in de 3e Klasse A van de N.V.B, met ditmaal als tegenstanders: Concordia, Delfia, Delft, DVC, Hoek van Holland, Lugdunum, Rijswijk en VDL.

Wederom volgde er matig seizoen want van de 15 competitiewedstrijden (de laatste wedstrijd “om des keizers baard” werd niet meer gespeeld) werden er slechts 4 gewonnen, 2 gelijk gespeeld en 9 verloren. Met 10 punten, en een doelsaldo van 21 voor en 36 tegen, eindigde RVC op de zesde positie. Dit was nog net voor DVC en Rijswijk (beide 9 punten) en Delfia (6 punten).

Seizoen 1929-1930

>

Voor het seizoen 1929-1930 werd RVC 1 wederom ingedeeld in de zondag 3e Klasse A van de NVB en hierin moest men het ditmaal opnemen tegen; Alphia, ASC, GSV, Hillinen, Laakkwartier, LFC, Rijswijk en UVS.

RVC slaagde er met moeite in om de onderste plaats te ontlopen want van de 16 wedstrijden competitiewedstrijden wist men er slechts 4 te winnen, 4 gelijk te spelen en werd er 8 keer verloren. Met 12 punten, en een doelsaldo van 25 voor en 38 tegen, eindigde men op de voorlaatste positie van de ranglijst. Alleen stadgenoot Rvv Rijswijk deed het dit seizoen nog slechter en degradeerde hierdoor naar de 4e Klasse.

Seizoen 1930-1931

Gelukkig duurde de crisis binnen de vereniging niet zo lang en waren alle moeilijkheden omstreeks 1930 weer helemaal achter de rug. Enkele nieuwe spelers, zoals de gebroeders De Caluwé, J. Riemen, H. Goedman en D. Hooft traden toe als lid van R.V.C.

De zondag 3e Klasse C van de NVB was in het seizoen 1930-1931 uit de volgende clubs samengesteld: Concordia, Delft, DVC, Hoek van Holland, MAAS, Naaldwijk, Rijswijk, RVC, Scheveningen en VFC.

In een competitie waarin Scheveningen oppermachtig bleek, en uiteindelijk dan ook met 33 punten kampioen werd, speelde RVC geen rol van betekenis. Van de 18 competitiewedstrijden wist men er 7 te winnen, 2 gelijk te spelen en werd er 9 keer verloren. Met 16 punten, en een doelsaldo van 53 voor en 51 tegen, eindigde RVC op de vijfde positie.

Seizoen 1931-1932

>

In het seizoen 1931-1932 kwam RVC 1 in de zondag 3e Klasse A van de NVB uit en trof hierin de volgende tegenstanders; Alphia, ASC, Bodegraven, GSV, Hillinen, LFC, Lugdunum, Scheveningen en UVS.

RVC kende een matig seizoen want van de 18 competitiewedstrijden werden er 5 gewonnen, 3 gelijk gespeeld en 10 verloren. Met 13 punten, en een doelsaldo van 38 voor en 51 tegen, eindigde men op de zevende plaats van de ranglijst.

Seizoen 1932-1933

Voor aanvang van het seizoen 1932-1933 werd er voorafgaande aan de competitie voor het eerst in de historie van R.V.C.1 een oefencampagne gehouden o.l.v. trainer C. van Osch.

>

Seizoen 1933-1934

Het seizoen 1933-1934 bleek R.V.C. dan weer eindelijk een kampioenschap te brengen en kreeg het 1e elftal zodoende weer de kans om terug te keren naar de 2e Klasse. Helaas wilde dit net niet lukken want in de daarop te spelen promotie-wedstrijden tegen Hoek van Holland en VIOS kwam men net te kort. Tegen VIOS wist R.V.C. nog wel tweemaal (6-2 en 5-1) te winnen. de uitwedstrijd tegen Hoek van Holland werd echter met 5-4 verloren zodat de thuiswedstrijd voor R.V.C. de beslissing moest brengen. Op een bijna uitverkocht ADO-terrein gold R.V.C. toch als de grote favoriet maar helaas verloor de club toch met 0-2, en bleef hiermee zodoende 3e Klasser.

Seizoen 1934-1935

Toch wilde men bij R.V.C. de stijgende lijn voortzetten en werd de zomertraining overgedragen aan de oefenmeester J.Weber. Trainer Weber stelde alles ten doel dat R.V.C.1 in haar vierde lustrumjaar het kampioenschap zou kunnen binnenhalen. Hoewel het eerste elftal lange tijd meestreed om de titel zakte het team helaas aan het einde van de competitie ver af.

>

>

Later hier veel meer historie over R.V.C…………

 

>

De jaren 1940 t/m 1949

De overval van de Duitse troepen dompelde ons hele land in de oorlogs-ellende. Voor vele voetbalverenigingen in de Haagse regio ontstond er een terreinennood omdat de bezetter sportparken als het Zuiderpark, Ockenburgh etc. voor militaire doeleinden vorderden.
R.V.C. vond hierdoor in het seizoen 1941-1942 onderdak bij de voetbalvereniging V.V.P. Door de deportatie van vele jonge mannen, waaronder dus ook voetballers van R.V.C., die in Duitsland te werk werden gesteld, degradeerde het 1e elftal van R.V.C. in dit seizoen naar de 4e Klasse.
De N.V.B. (het predicaat “Koninklijk” was door de bezetter ontnomen) voerde een zogenaamde noodcompetitie in, dat wil zeggen, dat men voor een kampioenschap twee seizoen moest spelen. In het seizoen 1942-1943 eindigde R.V.C. in de 4e Klasse als tweede, achter V.V.P. Het volgende seizoen wist R.V.C. zowaar het kampioenschap in de 4e Klasse te bemachtigen. Dit hield dus in dat R.V.C., samen met V.V.P., moest gaan uitmaken wie het recht zou krijgen om promotie-wedstrijden te gaan spelen voor een plaats in de 3e Klasse. R.V.C. won, na twee enerverende wedstrijden, deze beslissing en mocht zich zodoende algeheel kampioen van deze 2 jaarlijkse “noodcompetitie” noemen.
Om een plaats in de 3e Klasse moest er nu aangetreden worden tegen D.S.O. De eerste wedstrijd op het D.S.O.-terrein beloofde voor R.V.C. niet veel goeds want D.S.O. won verdiend met 3-2. R.V.C. moest dus in de thuiswedstrijd met minstens twee doelpunten verschil winnen om zich opnieuw te kunnen scharen in de rijen der 3e Klasser. Alle pessimistische voorgevoelens ten spijt, lukte  dit met groot machtsvertoon en werd er met maar liefst een 7-2 overwinning het verloren gebied heroverd.
In het seizoen 1944-1945 werd er in Nederland niet meer gevoetbald. De op de “dolle september-dinsdag” in 1944 gevolgde hongerwinter en de steeds meer toenemende druk van de meedogenloze bezetter, hadden de Nationale samenleving als het ware een dodenmasker opgedrukt.

Na de bevrijding van Nederland in 1945 hernam Koning Voetbal, zijn wonden likkend, aarzelend het verloren terrein. Langzaam herstelde Nederland van de vele wonden die waren toegebracht en aarzelend begon ook de sport zich weer te hergroeperen. Opnieuw werd door het R.V.C.-bestuur, onder bezielende leiding van voorzitter Piet Verver, de club nieuw leven ingeblazen.
Uiteraard was er na afloop van de Tweede Wereld Oorlog, naast de vele levensbehoeftes, ook een grote schaarste aan speelvelden in Den Haag. Het bestuur van R.V.C. nam hierdoor zelf het heft in handen en ging op zoek naar een eigen geschikte locatie. Men had zijn zinnen gezet op het complex van eigenaar Jonkheer van Vredenburch gelegen langs de Schaapweg en van Vredenburchweg te Rijswijk. Er was echter niet voldoende geld om dit terrein te huren en zodoende zat R.V.C. nu zonder veld. Voetbalvereniging VELO bood de helpende hand en R.V.C. kon zodoende voorlopig bij VELO zijn wedstrijden spelen.

Na veel onderhandelen met Jonkheer van Vredenburch lukte het R.V.C. naar een jaar toch de velden aan de Schaapweg te huren. Gevolg was wel dat de schulden van R.V.C. enorm opliepen want het was één groot weiland dus alles moest gekocht worden. Nadat de verbouwing in volle gang was kondigde de regering een bouwstop af. Voorzitter George Strik van RVC is hoogst persoonlijk naar de raadsheer van de minister gestapt en dankzij zijn vooral emotionele betoog kreeg R.V.C. alsnog een vergunning om te gaan bouwen. Met man en macht werd er aan de bouw van het nieuwe complex begonnen.

Binnen de lijnen kwam R.V.C. helaas nog niet tot geweldige prestaties. Integendeel juist, in deze periode kwamen bij het 1e elftal van R.V.C. de “downs” meer voor dan de noodzakelijke “ups”.

>

>

De jaren 1950 t/m 1959

Toen de jaren vijtig waren aangebroken zette de sportieve prestaties van het 1e-elftal zich voort en werd het seizoen 1950-1951 besloten met een degradatie naar de 4e Klasse.
Toch viel er in 1951 gelukkig toch ook nog wat te vieren. R.V.C. betrok in 1951 haar nieuwe complex met twee nieuwe velden aan de Schaapweg. De ingebruikneming van dit terrein met het prachtige clubgebouw ging gepaard met veel feestelijkheden. Aanvankelijk ging het in seizoen 1951-1952 gelukkig weer goed met R.V.C., qua prestaties in de 4e Klasse. De eerste 5 competitiewedstrijden werden allemaal “uit” gevoetbald omdat de velden aan de Schaapweg nog niet speelklaar waren. Deze wedstrijden werden ook nog eens alle gewonnen.
Op zaterdag 6 oktober 1951 werd dan eindelijk het nieuwe complex officieel geopend en George Strik viel de grote eer te beurt de sleutel aan voorzitter Piet Verver te mogen overhandigen. RVC was eindelijk thuis!

De opening van het clubhuis in 1951 aan de overkant van de Schaapweg, waar nu de John F. Kennedylaan is. 

Op zondag 7 oktober mocht het 1e elftal van R.V.C. dan eindelijk een “thuiswedstrijd” spelen, en dan ook nog eens tegen de concurrent D.D.C. Alle reden dus voor wederom een feestmiddag. Het werd dan ook een feestelijke dag maar dan vooral voor “de gasten”. D.D.C. versloeg n.l. R.V.C. met 1-2 en door deze prestatie nam deze club de koppositie in de 4e Klasse over van R.V.C. Uiteindelijk eindigde R.V.C. dan ook als tweede in de eindstand en wist hiermee het verloren terrein niet in één seizoen terug te winnen.

In het seizoen 1952-1953 kende R.V.C.1 zelfs in de 4e Klasse degradatiezorgen. Dit was toch wel het sportieve dieptepunt van de club maar gelukkig kwam het niet zo ver en bleef R.V.C. dus ternauwernood 4e Klasser. Gelukkig ging het na dit dieptepunt weer beter met de club. Nadat R.V.C.1 zich in het seizoen 1953-1954 redelijk goed handhaafde in de 4e Klasse zag men het seizoen daaropvolgend veel belovende spelers hun intrede doen en werd het eerste elftal net geen kampioen maar eindigde als tweede in de 4e Klasse KNVB.

Eén van de gevolgen van de sterke groei van de jeugdafdeling bij R.V.C. was ook de toeneming van het aantal senioren. Nadat R.V.C. de stagnatie van de na-oorlogse jaren te boven was gekomen, bleef de club maar groeien.
Toen in 1955 het 40-jarig jubileum werd gevierd, kende R.V.C. 287 leden en 275 donateurs en nam de club met maar liefst 20 elftallen aan de verschillende competities deel. Van die 20 elftallen speelden er 18- in de Afdeling ‘s-Gravenhage en 2-elftallen in de KNVB.

In 1955 kon er binnen de vereniging met grote opgewektheid het 40-jarig jubileum worden gevierd.

>

RVC groeide destijds in korte tijd enorm. Er werd  dan ook naarstig uitgekeken naar een derde veld maar toen bereikte RVC een verpletterende mededeling. Na toezegging van de gemeente Rijswijk dat RVC de eerst komende 15 jaar niet hoeft te wijken voor nieuwbouw werd al na 3 jaar deze belofte gebroken.

>

>

Seizoen 1956-1957

In het seizoen 1956-1957 was de zondag 3e Klasse A van de KNVB uit de volgende clubs samengesteld: Alphen, Ammerstolse SV, Archipel, Celeritas, Cromvliet, Delft, DHL, De Postduiven, RVC, VVP, Westerkwartier en Westlandia.

Toen in het competitiejaar 1956-1957 de “eigen kweek” in het 1e elftal van R.V.C. kon worden opgenomen, bleek dat de opwaartse lijn, die al enige seizoenen merkbaar was, zou leiden tot een bekroning. Jeugdspelers zoals Henny den Engelse, Piet van Wouw, Henk Blokpoel e.a., naast de routiniers als Dick van Kerpel en Jan Vermeulen deden het zo goed, dat R.V.C. in 1957 de kampioensvlag kon hijsen!

RVC kampioen in seizoen 1956-1957. Staand v.l.n.r. Aad Kant, Theo van Kerpel, ???????, ???????, Jan Vermeulen, Ap Toet, Wim Hartnack, Piet Verver (Vz), Bert Strik Jr. (grensrechter). ????? Bronkhorst. Zittend v.l.n.r. Ben Zwaan, Maup Overzee, Piet van Wouw, Henk Blokpoel, Henny den Engelse, Cock Buurmans, Dick van Kerpel en ??????

Toen volgde er nog promotiewedstrijden om twee plaatsen in de 2e Klasse met Laakkwartier, Papendrecht en OVV. Hoewel er door R.V.C. met veel elan werd gestreden, bleef jammerlijk succes uit. Laakkwartier en Papendrecht bleken de sterkste en promoveerden. De deur naar de 2e Klasse zou voor R.V.C. nog een paar jaar gesloten blijven.

Seizoen 1957-1958

Inmiddels vond penningmeester Bart Strik in 1957, na 34 jaren “trouwe bestuursdienst”, de tijd gekomen om voor de jongeren generatie plaats te maken. Dit afscheid ging gepaard met een grootse receptie waar vele prominenten uit de sportwereld acte de présence  gaven. Tijdens deze receptie werd de heer Strik het Bondsonderscheidingsteken verleend. Bart Strik was één van die mensen die R.V.C. groot heeft gemaakt en waaraan de club veel te danken aan heeft gehad. De plaats van Bart Strik werd ingenomen door Jan de Lusenet, zoon van oprichter Henk de Lusenet.

De zondag 3e Klasse A van de KNVB was in het seizoen 1957-1958 uit de volgende clubs samengesteld: Alphia, Archipel, Cromvliet, Delft, DHL, GDA, GSV, HPSV, De Postduiven, RVC, Voorburg en Westlandia.

Seizoen 1958-1959

In 1958 kwam er een toeloop van nieuwe spelers, waarvan sommige voorheen de R.V.C.-kleuren al hadden gedragen, doch semi-prof waren geworden. Was dit oude liefde of de aantrekkingskracht van de gezelligheid bij R.V.C. Spelers als Wim Mangelmans, Lou Willems en Piet van Anraad traden toe tot R.V.C., even later gevolgd door spelers als Adri van der Zant en Bertus Wasmus.

>

Op deze foto uit het eind van de vijftiger in het midden trainer Aat Kant, jarenlang speler van het 1e elftal, ook jarenlang jeugdleider, bestuurslid en organisator van de internationale jeugdtoernooien.  Voor al deze verdiensten werd hij tot erelid benoemd. Links en rechts van hem de 1e elftal-spelers Wim Mangelmans en Lou Willems, die beiden een korte carrière bij profclub Den Haag en (Scheveningen) Holland Sport achter de rug hadden.

Seizoen 1959-1960

Ondanks de gedane toezeggingen van de gemeente kon RVC maar korte tijd van het nieuwe clubgebouw genieten. Aan de overkant van de Schaapweg zou een groot sportcomplex verschijnen waarvan RVC een gedeelte  zou worden toebedeeld. Toen de aanleg van het Prinses Irene sportpark uiteindelijk voltooid was, verhuisde RVC in 1959 naar de “overkant”.

Eind vijftiger, begin zestiger jaren werd er door RVC ook aan honkbal gedaan, meestal met 2 seniorenteams en 1 jeugdteam. Hier het eerste honkbalnegental op visite bij ADO in het Zuiderpark. Staand v.l.n.r; Rob Wursten (VUC), trainer/coach, Mario Marcolina, Beppie Knoester, Wim Mangelmans, Hans de Jongh, Henk Blokpoel, ??, George Strik (voorzitter) en Hans Blokpoel.
Zittend v.l.n.r; Rob Reijndorp, Henne Strik, Freek Schut, Chris Kerkvliet, Ernst van der Meer, Frans van Oers, Rob Groenendijken zittend op de grond geheel vooraan een zeer jonge Ron Mangelmans. Wie helpt ons aan meer namen ??

>

>

Seizoen 1960-1961

Op 12 juli 1960 won RVC de Harry de Hartog-beker door in de finale VCS met 5-2 te verslaan. Het Harry de Hartog toernooi was een jaarlijks terugkerend evenement georganiseerd door de voetbalvereniging De Ooievaars op het terrein van Laakkwartier. Voor dit toernooi bestond jaarlijks grote belangstelling en ook deze finale werd door duizenden bezoekers bezocht.
Aanvankelijk zag het er voor RVC somber uit toen men in die finale al snel op een 2-0 achterstand kwam. Echter naarmate de wedstrijd vorderde werd RVC steeds sterker en vooral de 18-jarige links-half Jan van der Oever trok daarbij de aandacht. Nog voor rust zette Bertus Wasmus namens RVC de 1-2 op het scorebord. In de tweede helft was RVC oppermachtig. Van de Zant scoorde zowel de 2-2 en 3-2 en even later werd het zelfs 4-2 voor RVC door een doelpunt van Van Wouw. C. Buurmans bepaalde de eindstand op 5-2 in het voordeel van RVC.
Na afloop van de finale reikte de voorzitter van De Ooievaars, de heer L. Poons, de fraaie beker uit aan RVC-voorzitter Piet Verver.

In 1960 nam R.V.C. afscheid van de man wiens naam al vele malen is genoemd; voorzitter Piet Verver. De heer Verver was 32,5 jaar bestuurslid van R.V.C. geweest waarvan maar liefst 32 jaar voorzitter! R.V.C. heeft heel veel te danken gehad aan Piet Verver maar ook aan mevrouw Verver, die op voortreffelijke wijze in al die jaren de R.V.C.-zorgen met haar man had gedeeld.
George Strik volgde Piet Verver op, zodat het dagelijkse bestuur in 1960 bestond uit de volgende personen: George Strik (voorzitter), Wim Hartnack (secretaris) en Jan de Lusenet (penningmeester).

In het seizoen 1960-1961 ging dan eindelijk de lang gekoesterde wens in vervulling. Het 1e elftal van R.V.C. werd, o.l.v. trainer Frans van de Nolk van Gogh, n.l. met een “straatlengte” voorsprong kampioen van de 3e Klasse C en promoveerde hierdoor automatisch naar de 2e Klasse. Hiermee werd na 40 jaar, met veel machtsvertoon, het verloren gebied heroverd.

RVC 1 , kampioen 3e Klasse C seizoen 1960-1961. Staand v.l.n.r: M. Marcolina, H. Blokpoel, P. v. Anraad, J. Vermeulen, J v.d. Zeeuw, J. v.d. Oever, D. v. Kerpel, J. Kouwenhoven en  D. Klop (grensrechter). Zittend F. v.d. Nolk v. Gogh (trainer), C. Buurmans, J. Speel­man, W. Mangelmans, A. v.d. Zant, M. Overzee, B. Wasmus en F. Schut.

Seizoen 1961-1962

<

Het seizoen 1961-1962 werd op een, voor een pas gepromoveerde club, redelijke wijze in de 2e Klasse beëindigd.

>

Seizoen 1962-1963

<

De zondag 2e Klasse B van de KNVB was in het seizoen 1962-1963 uit de volgende clubs samengesteld: Celeritas, DCL, Leerdam Sport’55, De Musschen, Neptunus, ODS, Papendrecht, RVC, Schiebroek, Sliedrecht, VIOS en Zwijndrecht.

In het seizoen 1962-1963 werd met de hakken over de sloot door R.V.C. het tweede Klasseschap behouden.

>

Later hier meer over de jaren zestig bij R.V.C.

>

Seizoen 1963-1964

>
Het seizoen 1963-1964 werd een merkwaardig jaar voor R.V.C. Het wilde n.l. ineens niet meer bij het 1e elftal. Ondanks alle mogelijke pogingen van spelers, trainer en bestuur werd aan het eind van seizoen 1963-1964 het pleit beslecht. R.V.C.1 haalde de punten maar niet binnen en degradeerde zodoende weer terug naar de 3e Klasse.
Het resultaat aan het einde van dit seizoen was dan ook erg merkwaardig want R.V.C.1 degradeerde weer van de 2e- naar de 3e Klasse.

Het merkwaardige dit seizoen was dat het reserveteam van RVC wel kampioen werd en promoveerde hiermee juist weer van de res. 3e Klasse naar de res. 2e Klasse!

Seizoen 1964-1965

>
Karel Jansen was bij aanvang van dit seizoen de opvolger van trainer Frans van der Nolck van Gogh. Trainer Jansen had natuurlijk een schat aan ervaring als voetballer bij achtereenvolgens ADO, DHC en Holland Sport.

De zondag 3e Klasse C West II van de KNVB was in het seizoen 1964-1965 uit de volgende clubs samengesteld: ADS, Bergambacht, DHS, EDS, Flakkee, Kranenburg, Oudewater, RVC, SFC, UNIO, VCS en VIOS.

Een sterke 3e Klasse C dus met daarin o.a. de gewaardeerde en gevreesde tegenstanders VCS en VIOS.

>

RVC 1, kampioen 3e klasse seizoen 1964-1965. Staand v.l.n.r: Karel Jansen (trainer), Piet Clemenkowff, George Kraaijenbrink, Rob v.d. Bol, Frans v. Gaalen, Jan v.d. Zeeuw, Ben Wessels, Dirk Klop (grensrechter) en  Ernst v.d. Meer. Zittend John Heyblom, Frans de Vos v. Steenwijk, Theo v. Leeuwen, Rob Overzee, Maarten de Vos en Piet Zeegers.

Seizoen 1965-1966

>

De zondag 2e Klasse A van de KNVB was voor het seizoen 1965-1966 uit de volgende clubs samengesteld: Blauw Zwart, HBS, HOV, Laakkwartier, LFC, Lugdunum, Quick, RKAVV, Roodenburg, RVC, Spartaan’20 en Westlandia.

Roodenburg was dit seizoen met 35 punten uit 22 wedstrijden oppermachtig en werd uiteindelijk dan ook met een straatlengte voorsprong kampioen. Ook de mannen van RVC speelden een goed seizoen want van 22 competitiewedstrijden werden er 9 gewonnen, 7 gelijk gespeeld en 6 verloren. Met 25 punten, en de doelcijfers 34-32, eindigde RVC samen met Laakkwartier op een keurige gedeelde tweede positie van de ranglijst van de 2e Klasse A.

<

Seizoen 1966-1967

>

<

Seizoen 1967-1968

>

De zondag 2e Klasse A van de KNVB was in het seizoen 1967-1968 uit de volgende clubs samengesteld: Alphen, Blauw Zwart, DHL, HBS, Laakkwartier, LFC, ODB, Quick, RFC, RKAVV, RVC en VFC.

Vanaf de tweede helft van de zestiger jaren stond RVC aan de vooravond van een periode die de club tot de dag van vandaag naamsbekendheid heeft gegeven. In seizoen 1967-1968 wist RVC zich mede door de verhuizings perikelen naar Sportpark Irene te handhaven in de tweede klasse.

Seizoen 1968-1969

Het bestuur van RVC was in het seizoen 1968-1969 als volgt samengesteld: voorzitter G.F. Strik, secretaris W.J. Hartnack, penningmeester W.J. Mangelmans, 2e secretaris A. Toet, 2e penningmeester N.J. Kerkvliet en de commissarissen J.A. Bakhuis, J.B. Regeer, P.L. van der Wal en C.J. Simmers.

De zondag 2e Klasse A van de KNVB was in het seizoen 1968-1969 uit de volgende clubs samengesteld: Alblasserdam, Alphen, Blauw Zwart, DHL, HBS, Laakkwartier, Leonidas, ODB, ODS, RVC, VFC en VUC.

In dit seizoen bewerkstelligde RVC eindelijk de fel begeerde promotie naar het hoogste amateurniveau, de eerste klasse (Hoofdklasse bestond toen nog niet!).
De formatie van trainer Karel Jansen begon de competitie uitstekend met overwinningen op ODS (1-3), Blauw-Zwart (2-1) en HBS (0-1). Tijdens de vierde speelronde speelde RVC met 1-1 gelijk tegen Alblasserdam. Met een 3-0 nederlaag bij Leonidas en een 0-0 gelijkspel bij ODB was RVC in een mindere fase terecht. Gelukkig wist RVC de draad hierna weer op te pakken en versloeg men achtereenvolgens Alphen (5-2), VUC (2-1), VFC (2-1), Blauw-Zwart (1-2) en HBS (2-0). De voorsprong van koploper RVC op de ranglijst was ondertussen wel heel groot geworden door deze resultaten. De vraag was daarom ook niet of RVC kampioen zou worden maar wanneer men dit ging doen.
Op zondag 7 april 1969 was de grote (en historische) dag. RVC had uit de de laatste vier competitiewedstrijden nog slechts één punt nodig om zich kampioen van de 2e Klasse A te mogen noemen. Dit moest dan maar gebeuren in de wedstrijd RVC – ODB. Meer dan 3.500 toeschouwers waren naar het Prinses Irene Sportpark gekomen om de kampioenswedstrijd van RVC te aanschouwen. Het werd geen gemakkelijke wedstrijd voor het team van trainer Karel Jansen. ODB had ook een goed elftal en stond dan ook niet voor niets op de derde positie van de ranglijst. Sterker nog, in de 80ste minuut kwam ODB zelfs op een 0-1 voorsprong maar nog geen twee minuten later scoorde Carol Schuurman op prachte wijze de gelijkmaker. Na het laatste fluitsignaal van de scheidsrechter stond het nog steeds 1-1 en kwam het publiek massaal het veld op en werden de spelers en trainer op de schouders genomen. RVC was kampioen en promoveerde hierdoor naar de 1e Klasse van de KNVB!

Van de 22 competitiewedstrijden werden er maar liefst 15 gewonnen, 5 gelijk gespeeld en gingen er slechts 2 verloren. Met 35 punten uit 22 wedstrijden en de doelcijfers 38-18, wist RVC met 9 punten voorsprong op de nummer twee Blauw-Zwart, het kampioenschap in de 2e Klasse A binnen te halen.

Seizoen 1969-1970

Het seizoen 1969-1970 werd voor RVC een belangrijk seizoen. Niet alleen omdat het eerste elftal van de club op het allerhoogste amateurniveau ging spelen maar ook omdat RVC eindelijk een eigen “thuis” had gekregen dat gericht was op de toekomst. Drie velden, een trainingsveld, een schitterend clubgebouw met centraal verwarmde kleedlokalen en douches, een messagekamer, bestuur- en commissiekamer en zelfs een overdekte tribune.

Zoals gezegd, RVC debuteerde dit seizoen in de allerhoogste amateurklasse en moest het in die zondag 1e Klasse B van de KNVB opnemen tegen; CVV, Fluks, Gouda, De Musschen, Neptunus, Olympia, Overmaas, Papendrecht, Roodenburg, Unitas en UVS.

Terwijl het voetbal in het algemeen bloeide als nimmer te voren in Nederland (door o.a. de Europese dadendrang van Ajax en Feijenoord) liep ook het Haagse publiek warm voor de sterren van weleer. Carol Schuurman was in die dagen de absolute blikvanger bij RVC maar ook spelers als Aad de Mos, Mede Ruis, Joop Pronk, Koos van Dullemen, Ger Hup, Cock Clavan, Kees Arts, John Bolman, Rini Vols, Leo Kloor e.a. smeedden RVC destijds tot een bijna niet te kloppen voetbalploeg.
Het debuut van RVC in de 1e Klasse B was bijzonder succesvol. Lange tijd stond de formatie van trainer Karel Jansen dit seizoen fier aan de leiding het geen resulteerde in een legendarische tweestrijd tussen Papendrecht en RVC om het kampioenschap. Helaas trok RVC aan het kortste eind en eindigde men uiteindelijk op de tweede plaats achter kampioen Papendrecht.

Van de 22 competitiewedstrijden wist RVC er 12 te winnen, 6 gelijk te spelen en 4 te verliezen. Hiermee behaalde men 30 punten en een doelsaldo van 37 voor en 18 tegen. Kampioen Papendrecht behaalde 33 punten.

Seizoen 1970-1971

Het besuur van RVC was bij aanvang van het seizoen 1970-1971 als volgt samengesteld: G.F. Strik (voorzitter), W.J. Hartnack (secretaris), W.J. Mangelmans (penningmeester), N.J. Kerkvliet (2e penningmeester), A. Toet (2e secretaris) en de commissarissen: J.A. Bakhuis, J.B. Regeer, C.J. Simmers en P.L. van der Wal.

In het seizoen 1970-1971 was de zondag 1e Klasse B van de KNVB uit de volgende clubs samengesteld: CVV, Fluks, Gouda, Lugdunum, De Musschen, Neptunus, Overmaas, Papendrecht, Roodenburg, RVC, UVS en Zwijndrecht.

RVC kampioen van de 1e klasse seizoen 1970-1971. Staand v.l.n.r.  R. van Eyken(verzorger), G. Hup, J. Pronk, C. Clavan, J. vd Berg, C. Schuurman, J. vd Sloot, E. vd Meer en K. Jansen (trainer) Zittend K. van Dullemen, R. Vols, L. Kloor, H. van Assendelft en J. Bolman.

Het slot van de competitie werd een thriller en een slijtageslag. De twee titelkandidaten Papendrecht en RVC verspeelden beide de nodige punten en alles leek er op dat UVS de lachende derde zou gaan worden.
In de voorlaatste competitieronde moest RVC op zondag 9 mei 1971 in Leiden aantreden tegen runner-up UVS. Voor 4.500 toeschouwers eindigde de kraker onbeslist (0-0) en met dit resultaat was UVS in ieder geval uitgeschakeld voor de titel.

In de laatste competitieronde, op zondag 16 mei 1971, moest RVC in Rijswijk aantreden tegen koploper en directe concurrent Papendrecht. De stand voor aanvang van deze uiterst belangrijke en beslissende wedstrijd was als volgt: 1. Papendrecht 21-28 en 2. RVC 21-27. De Rijswijkers hadden dus alles in eigen hand want bij winst op Papendrecht zou de kampioensvlag in top kunnen.
Maar liefst 9.000 toeschouwers zagen in een uitverkocht Sportpark Prinses Irene een grandioos spelend RVC. Al in de 7e minuut kwam het RVC-publiek in extase toen Carol Schuurman de Papendrecht keeper op weergaloze wijze wist te kloppen(1-0). Nog voor rust scoorde Schuurman wederom (2-0) en RVC zat op rozen.
In de tweede helft kopte de uitstekend spelende John Bolman de 3-0 tegen de touwen en was het kampioenschap voor RVC een feit!

De mannen van trainer Karel Jansen wisten van de 22 competitiewedstrijden 10 te winnen, 9x gelijk te spelen en 3 te verliezen. Met 29 punten, en de doelcijfers 35-13, eindigde RVC op de eerste positie van de 1e Klasse B.

Hierna volgde nog de strijd om het kampioensschap van Nederland voor de zondagamateurs. De laatste wedstrijd was thuis tegen Caesar voor alweer 8.000 toeschouwers. Helaas verloor RVC deze wedstrijd in de laatste minuut zodat de club geen kampioen van Nederland werd.

Seizoen 1971-1972

>

Het seizoen daarop viel RVC iets terug en dat kwam hoofdzakelijk door het stoppen van Cock Clavan, dat was een zware aderlating in het hart van de verdediging. Toch wist RVC nog op de 5e plaats te eindigen in de competitie.

>

Seizoen 1972-1973

RVC begon met maar liefst 11 seniorenelftallen en 26 jeugdteams aan het seizoen 1972-1973. Dit betekende dus dat er maar liefst 37 elftallen van drie velden gebruik konden maken, bijna onmogelijk dus en daarom werd er bij RVC een ledenstop ingevoerd. Op het Prinses Irene Sportpark lag om het hoofdveld heen een verwaarloosde sintelbaan die nergens meer voor werd gebruikt en zodoende veel ruimte in beslag nam.

De zondag 1e Klasse B van de KNVB was in het seizoen 1972-1973 uit de volgende clubs samengesteld: CVV, DRL, Gouda, Hermes DVS, De Musschen, Neptunus, Papendrecht, Roodenburg, RVC, Unitas, UVS en Xerxes.

In alweer het achtste seizoen van trainer Karel Jansen speelde RVC een constant seizoen. Van de 22 competitiewedstrijden wist men er 7 in winst om te zetten, werd er 7x gelijk gespeeld en 8x verloren. Met 21 punten, en de doelcijfers 21-25, eindigde men in de middenmoot op de achtste positie van de 1e Klasse B.

Seizoen 1973-1974

In het seizoen 1973-1974 voegde RVC weer een nieuwe bladzijde toe aan haar inmiddels toch al rijke geschiedenis. Begin november 1973 werd de installatie van vier schitterende lichtmasten rond het hoofdveld officieel in gebruik genomen in een wedstrijd tegen FC Den Haag (0-1 verlies).

De zondag 1e Klasse B van de KNVB was in het seizoen 1973-1974 als volgt samengesteld; CVV, DRL, Gouda, Hermes DVS, Papendrecht, Roodenburg, RVC, Unitas, UVS, VUC, Xerxes en Zwijndrecht.
De selectie van trainer Karel Jansen bestond dit seizoen o.a. uit; Ton Bakhuis, Koos van Elleswijk, Rini Vols, Paul Simonis, Leo Kloor, Koos van Dullemen, Melbie Raboen, Vente, Strik, Theo van der Burch, Dick van der Toorn, Kees Zwamborn, John Bolman, Theo Valkenhoff, Wolther Visscher, Rob Kop en Frits Borghart.

Dit seizoen werd buitengewoon belangrijk want voor het volgende seizoen zouden er drie landelijke Hoofdklassen worden ingevoerd. Voor de clubs in west-Nederland hield dat in dat de eerste zeven clubs in de eindrangschikking van de 1e Klasse A en B zich zouden plaatsen voor die Hoofdklasse.

De openingswedstrijd van het seizoen was op 9 september 1973 tegen het debuterende VUC. Voor maar liefst 5000 toeschouwers bleef het 0-0.  Al met al wist RVC zich op de allerlaatste speeldag, door een 1-0 winst op Unitas, precies op die o zo belangrijke zevende plaats te eindigen en promoveerde hiermee dus naar de Hoofdklasse.
Van de 22 competitiewedstrijden wist RVC er 6 te winnen, 10 gelijk te spelen en 6 te verliezen. Hiermee behaalde men 22 punten en een doelsaldo van 27 voor en 28 tegen. Voor trainer Karel Jansen was dit prachtige resultaat een goede reden om na 10 jaar trouwe dienst het trainerschap voor gezien te houden.

Seizoen 1974-1975

Vanaf het seizoen 1974-1975 bestond er dus bij de zondagamateurs de Hoofklasse KNVB. De Hoofdklasse A was uit de volgende clubs samengesteld; AFC, CVV, EDO, Elinkwijk, Gouda, Hermes DVS, Papendrecht, Rood Wit A, RVC, SDW, De Spartaan, Unitas, UVS en Zilvermeeuwen.

Het Rijswijkse RVC had zijn promotie naar de nieuwe Hoofdklasse aangegrepen om het 1e elftal een heel ander gezicht te geven. Als eerste nam Berry Janse de taken over van trainer Karel Jansen. Spelers die waren vertrokken waren Melbi Raboen (VVSB), Theo Valkenhoff (Randstad Sport), John Bolman (Spoorwijk) en Wolter Visscher (Loosduinen). RVC trok echter de aandacht met het aantrekken van maar liefst drie Rotterdamse amateur-internationals, te weten Jan van der Leck (Xerxes), Maup Martens (DRL) en Harry van Buuren (Hermes-DVS). Met aanvoerder Koos van Dullemen erbij had RVC nu maar liefst vier “oranje-mannen” in de gelederen. Verder kwamen ook nog Henny de Klerk (Roodenburg), Maarten Rog (Veendam), Peter Hakkaart (RKAVV) en Arie de Kruik (DEVJO) de A-selectie van RVC versterken.

Later meer…..

Met 30 punten (13x winst, 4x gelijkspel en 9x verlies) uit 26 wedstrijden en een doelsaldo van 48 voor en 42 tegen, eindigde RVC op een verdienstelijk vierde positie van die nieuwe Hoofdklasse. Rood Wit A. werd met 37 punten kampioen.

Seizoen 1975-1976

In 1975 stond er in een interview in de Voetbal International dat spelers bij amateurclub RVC betaald kregen en zo werd de club RVC ineens landelijk nieuws.

In het seizoen 1975-1976 nam RVC het in de zondag Hoofdklasse van de KNVB op tegen; Aalsmeer, AFC, CVV, EDO, Elinkwijk, Hermes DVS, Rood Wit A, SDW, De Spartaan, Unitas, UVS, VUC en Zilvermeeuwen.

De formatie van trainer Berry Janse bestond dit seizoen o.a. uit; Ton Bakhuis, Frits Borghart (aanvoerder), Paul Simonis, Maup Martens, Henny de Klerk, Mede Ruis, Slobodan Dutina, Jan van der Leck, Rene Duister, Arie Riedijk, Maarten Rog, Harry van Buuren en Bert Blijie.

De Hsv VUC debuteerde dit seizoen dus in de Hoofdklasse en dit leverden dus twee prachtige voetbalderby’s op in de Haagse regio. Op zondag 19 oktober 1975 stond de wedstrijd VUC – RVC op het programma. Al hoewel de wedstrijd in 0-0 eindigde was deze wedstrijd pure propaganda voor het amateurvoetbal. Maar liefst 5.000 toeschouwers zagen op Sportpark Het Kleine Loo een sportieve wedstrijd in een ideale sfeer tussen de twee grootmachten van het Haagse amateurvoetbal.

In de return, op zondag 21 maart 1976, bleek VUC de meerdere te zijn en zodoende verloor RVC in eigen huis met 1-3. De wedstrijd was meer dan een derby want ook werd er gestreden wie de beste amateurclub van de Haagse regio zou worden. Door deze zege passeerde VUC op de ranglijst RVC. De stand in de Hoofdklasse A was namelijk nu als volgt; 1. CVV 19-26, 2. Elinkwijk 19-24, 3. VUC 19-23 en 4. RVC 19-22.
Toch zou de formatie van trainer Berry Janse zich nog gaan mengen in de strijd om het kampioenschap. Op zondag 19 april 1976 stond de kraker RVC tegen koploper CVV op het programma. Voor 2.500 toeschouwers werd de strijd der giganten uiteindelijk vlak voor tijd door de Rotterdammers met 0-1 beslist. De feestvreugde voor CVV werd nog verhoogd na de wedstrijd toen de luidspreker bekend maakte dat de andere concurrent Elinkwijk had verloren bij VUC. Door deze nederlaag was RVC uitgeschakeld voor de titel maar bleef nog wel meedoen in de race om de o zo belangrijke tweede positie.

Met nog twee competitiewedstrijden voor de boeg was de stand bovenin de Hoofdklasse A nu als volgt; 1. CVV 24-34, 2. Elinkwijk 24-29, 3. VUC 24-28 en 4. RVC 24-28. In de voorlaatste wedstrijd versloeg RVC op het Prinses Irene sportpark Rood Wit A. met 3-2 en door het puntenverlies van zowel Elinkwijk als VUC deed de formatie van trainer Janse hiermee uitstekende zaken. Met de uitwedstrijd tegen het al gedegradeerde Zilvermeeuwen kon het bijna niet meer fout gaan. Op 16 mei 1976 werd de laatste competitiewedstrijd in Zaandam dan ook een “makkie” voor RVC en behaalde men uiteindelijk een 1-5 overwinning.

RVC wist van de 26 competitiewedstrijden er 13 te winnen, 6 gelijk te spelen en 7 te verliezen. Met 32 punten en een doelsaldo van 37 voor en 30 tegen, eindigde men dus op de tweede positie van de ranglijst. CVV werd met 36 punten kampioen en zowel VUC als Elinkwijk eindigde met 31 punten op een gedeelde derde positie. Door deze tweede plaats op de eindranglijst plaatste RVC zich voor het volgende seizoen voor het betaalde KNVB Bekertoernooi met de profclubs. De penningmeester van RVC (Wim Mangelmans) zag dit toernooi met grote blijdschap te gemoed.

Nog meer mooi nieuws dit seizoen bij RVC want de pas 22-jarige talentvolle keeper Ton Bakhuis debuteerde op 25 februari 1976 voor het Nederlands amateurelftal in de interlandwedstrijd Frankrijk-Nederland. In zijn eerste officiële interland werd het uiteindelijk 4-2 voor de Fransen.

Seizoen 1976-1977

Na een grootschalige onderzoek van de KNVB kwam voor aanvang van het seizoen 1976-1977 de uitspraak. Voor het onjuist toepassen van de reglementen inzake onkostenvergoedingen had de bond besloten om het dagelijkse bestuur van RVC, bestaande uit de heren George Strik (voorzitter), Hartnack (secretaris) en Mangelmans (penningmeester) voor een jaar te schorsen. Ook werden bijna alle spelers geschorst, variërend voor 1 maand tot een jaar.
Omdat de competitiestart nog maar enkele weken was verwijderd moest RVC wel tot actie overgaan. De Rotterdamse advocaat J.L. Janssen van Raay werd in de hand genomen en hiermee ging men in beroep tegen de straffen. RVC kreeg ook steun van de Rijswijkse wethouders Van der Veer en Hillenaar. Omdat het bestuur van RVC in beroep was gegaan werden alle straffen opgeschort en beschikte trainer Berry Janse weer over een team.

Echter al na twee weken kwamen de uitspraken van het hoger beroep. Die uitspraken werden binnen RVC-gelederen toch wel met gemengde gevoelens ontvangen. Enerzijds was men verheugd dat de aanvankelijke opgelegde straffen aanmerkelijk minder waren geworden maar anderzijds moesten toch een groot aantal spelers van RVC voor een maand of iets langer buiten de lijnen blijven. Een aantal spelers kregen alleen een geldboete en een berisping.

In het seizoen 1976-1977 speelt RVC in de Hoofdklasse A tegen voor het merendeel dezelfde clubs als vorig seizoen. Alleen SDW en Zilvermeeuwen waren gedegradeerd naar de 1e Klasse en waren vervangen door DWV en Xerxes, de kampioenen van de 1e Klasse A en B.

Trainer Berry Janse kon dit seizoen helaas niet meer over het zelfde elftal als vorig jaar rekenen. Harry van Buuren was teruggekeerd naar Hermes DVS en Rene Duister was gecontracteerd door Excelsior. Ook Slobodan Dutina (SVV), Bert Blijie (FC Den Haag) en Hennie de Klerk (Roodenburg) waren verdwenen.

Doordat RVC dus in het voorgaande seizoen een plaats had afgedwongen voor het grote KNVB-bekertoernooi moest de Rijswijkse club voor de eerste ronde naar Vitesse. Door dus alle schorsingen moest trainer Berry Janse met het gehele tweede elftal in Arnhem afreizen. De tweede garnituur verloor uiteindelijk met maar liefst 10-0.
Uiteraard moest RVC ook de eerste wedstrijden van de nieuwe competitie met een veredeld eerste elftal aantreden. Dit team dwong toch respect af want tegen het sterke AFC boekte men namelijk een knap 1-1 gelijkspel en bij Aalsmeer werd er maar net met 1-0 verloren. In de volgende wedstrijd, thuis tegen DWV, keerden alweer een groot aantal geschorste spelers weer terug in de basis en boekte RVC meteen een 2-1 overwinning.

RVC nam sportief wraak op de hectische periode van het afgelopen jaar en wist zelfs in de allerlaatste competitiewedstrijd zelfs een Periodetitel in de wacht te slepen. Van de 26 wedstrijden wist de formatie van trainer Janse  er 11 te winnen, 9 gelijk te spelen en 6 te verliezen. Met 31 punten en een doelsaldo van 36 voor en 31 tegen, eindigde RVC op een keurige vijfde positie van de ranglijst. DWV werd overigens met 36 punten kampioen.

Seizoen 1977-1978

Na de geruchtmakende periode waren de kruitdampen rondom RVC weer opgetrokken waardoor de club weer in rustig vaarwater kwam.

De zondag Hoofdklasse A van de KNVB was voor het seizoen 1977-1978 uit de volgende clubs samengesteld; Aalsmeer, AFC, Blauw Wit, CVV, DWV, EDO, Elinkwijk, Neptunus, RVC, De Spartaan, Unitas, UVS, VUC en Xerxes.

In het laatste jaar onder trainer Berry Janse eindigde het vlaggenschip van RVC onderin de middenmoot. Van de 26 competitiewedstrijden werden er 6 gewonnen, 8 gelijk gespeeld en 12 verloren. Met 20 punten, en de doelcijfers 29 voor en 34 tegen, sloot RVC dit magere seizoen op een elfde positie van de ranglijst af. Het Haagse VUC werd overigens dit seizoen met 41 punten kampioen.

Al in januari 1978 werd al het eerste contact gelegd met de nieuwe trainer Aad de Mos. De oud-speler van o.a. Hsv ADO en RVC had als zeer jonge trainer slechts één doel voor ogen en dat was om toptrainer te worden en RVC bood hem deze mogelijkheid.

Seizoen 1978-1979

>

De zondag Hoofdklasse A van de KNVB was in het seizoen 1978-1979 uit de volgende clubs samengesteld: Aalsmeer, AFC, Blauw Wit, CVV, DHS, DWV, EDO, Elinkwijk, Ilpendam, Neptunus, RVC, UVS, VUC en Xerxes.

De A-selectie van RVC bestond dit seizoen uit; Ton Bakhuis, Karel Bouwens, Hakim Braham, Karel Zuidema, Ben Kleinee, Herman Knoppert, Gerard van der Mark, Gertie Broere, Frits Borghart, Han van der Walle, Maarten Rog, Rob van der Bol en Maup Martens.

Trainer Aad de Mos had her en der enkele spelers uit lagere regionen aangetrokken en die wisten zich moeiteloos aan te passen en een plekje in het eerste elftal te veroveren. RVC had hiermee succes en streed lange tijd mee om de titel in de Hoofdklasse.
Op de laatste speelronde van de competitie stond de kraker Hsv VUC tegen RVC op het programma. Beide clubs stonden met 33 punten aan kop van de ranglijst, gevolgd door EDO met 32 punten.
Hoewel RVC in deze wedstrijd voldoende kansen kreeg was het uiteindelijk dan toch VUC dat een 1-0 overwinning uit het vuur sleepte en hiermee voor de tweede opeenvolgende keer de titel voor zich opeiste. Door deze nederlaag, en de winst van EDO eindigde het team van trainer Aad de Mos ietwat teleurstellend op de derde positie van de ranglijst.

Van de 26 wedstrijden wist men er 13 te winnen, 7 gelijk te spelen en 6 te verliezen. Hiermee behaalde men 33 punten en een doelsaldo van 37 voor en 23 tegen. Kampioen werd dus VUC met 35 punten, en EDO eindigde als tweede met 34 punten.

Seizoen 1979-1980

>

In de Hoofdklasse A komen in het seizoen 1979-1980 de volgende clubs uit: Aalsmeer, AFC, Blauw Wit, CVV, DHC, DWV, EDO, Elinkwijk, Hilversum, Neptunus, RVC, UVS, VUC en Xerxes.

De formatie van trainer Aad de Mos was ook in dit seizoen verwikkeld in de strijd om het kampioenschap. Helaas slaagde RVC er opnieuw niet in om aan het einde van de competitie de kroon op een prachtig seizoen te zetten want het was Xerxes dat bleek over de langste adem te beschikken.
RVC wist van de 26 competitieduels er 11 in winst om te zetten, speelde 9 keer gelijk en verloor 6 maal. Met 31 punten en een doelsaldo van 37 voor en 27 tegen eindigde het team van trainer De Mos dus wederom op een prachtige tweede positie van de ranglijst. Xerxes werd met 34 punten kampioen.

De “rapportcijfers” die trainer Aad de Mos her en der kreeg uitgereikt en toebedeeld bleven niet onopgemerkt in de Nederlandse voetbalwereld. Na afloop van dit seizoen, en dus voor RVC zelf op een hoogst ongelegen tijdstip, polste Ajax de jonge en ambitieuze trainer om in dienst te komen als jeugdtrainer van de hoofdstedelijke formatie. Het bestuur van RVC kon natuurlijk niet anders doen dan Aad de Mos alle medewerking te verlenen om zijn droom te verwezenlijken en zijn transfer naar Ajax te bewerkstelligen.

Seizoen 1980-1981

>

In het seizoen 1980-1981 stuitte RVC in de zondag Hoofdklasse van de KNVB op de volgende tegenstanders; AFC, CVV, DHC, DWV, EDO, Elinkwijk, Hilversum, Neptunus, Unitas, UVS, VUC, Xerxes en Zeeburgia.

Het bestuur van RVC had trainer Toon Brakus aangetrokken als opvolger van Aad de Mos. Echter nog voor aanvang van het seizoen brak trainer Brakus met RVC omdat hij niet samen wenste te werken met de technisch coördinator van de club. Ger Hup werd vervolgens bereid gevonden zich over de selectie te ontfermen. Echter ook trainer Hup kreeg het gaandeweg de competitie moeilijk en besloot “het bijltje erbij neerleggen”. Trainer Jan Mars maakte vervolgens het seizoen bij RVC af. Onder al deze chaotische omstandigheden mag het duidelijk zijn dat RVC in de competitie geen goede resultaten boekte. Sterker nog, de Rijswijkse club wist zich in dit seizoen maar ternauwernood te handhaven in de Hoofdklasse.

Van de 26 competitiewedstrijden wist men er slechts 4 te winnen, 12 gelijk te spelen en 10 te verliezen. Met 20 punten en een doelsaldo van 34 voor en 47 tegen, eindigde RVC samen met CVV op de voorlaatste positie van de ranglijst. Een beslissingswedstrijd tussen RVC en CVV moest dus gaan uitmaken welke club er samen met UVS (15 punten) zou gaan degraderen.
Op het terrein van Hermes DVS wist RVC uiteindelijk (na verlenging) met 4-2 te winnen en verzekerde zich hiermee voor nog minimaal een seizoen in de Hoofdklasse KNVB. Dick Jol, Gertie Broere, Herman Knoppert, Ton Bakhuis, Frits Borghart en Chris Linders waren toch wel de meest opvallende spelers uit deze episode bij RVC.

Dat Aad de Mos nog steeds sympathie koesterde voor RVC bleek wel uit het feit dat het hoogste jeugdteam van Ajax ineens jaren op de deelnemerslijst prijkte van het Internationale jeugdtoernooi van RVC.

Seizoen 1981-1982

<

In de zondag Hoofdklasse A van de KNVB speelden dit seizoen AFC, DHC, DWV, EDO, Elinkwijk, Hilversum, De Musschen, Neptunus, RCH, RVC, Unitas, VUC, Xerxes en Zeeburgia.

Bij RVC zien we dit seizoen wederom een nieuwe trainer voor de groep staan. Theo van Leeuwen was door het bestuur aangesteld om weer orde in de chaos te scheppen. Toch ging het qua prestaties niet al te best met RVC 1 want tijdens de winterstop begaf de formatie van oefenmeester Van Leeuwen zich nog onderaan de ranglijst in een zeer penibele situatie.
Echter in de tweede seizoenshelft leverde het werkvoetbal alsnog de nodige punten en zelfvertrouwen op en wist RVC zich op de voorlaatste speeldag van de competitie zich alsnog in veiligheid te brengen.
Met 23 punten (8x winst, 7x gelijk en 11x verlies) uit 26 duels en een doelsaldo van 28 voor en 33 tegen eindigde RVC zelfs nog heel knap op de achtste positie van de ranglijst.

Seizoen 1982-1983

>

In het seizoen 1982-1983 is RVC ingedeeld in de zondag Hoofdklasse A van de KNVB met als tegenstanders; AFC, Blauw-Wit, CVV, DHC, DWV, EDO, Elinkwijk, Hilversum, RCH, Unitas, VUC, Xerxes en Zeeburgia.

In het tweede jaar onder trainer Theo van Leeuwen viel dan toch het onvermijdelijke doek! De neerwaartse spiraal was immers na het vertrek van trainer Aad de Mos nog steeds duidelijk zichtbaar waardoor de degradatie  uit de hoogste amateurafdeling eigenlijk al een tijdje in de lucht hing.
Van de 26 competitiewedstrijden boekte RVC dit seizoen 6 overwinningen, speelde men 3 keer gelijk en werd er maar liefst 17 maal verloren. Met 15 punten en een doelsaldo van 31 voor en 52 tegen eindigde RVC dan ook op de laatste positie van de ranglijst en degradeerde hiermee uit de Hoofdklasse.

Seizoen 1983-1984

>

Na de degradatie hervatte RVC in het seizoen 1983-1984 de competitie in de zondag 1e Klasse B van de KNVB met daarin de tegenstanders; ADO, DCV, Hermes DVS, HION, HOV, Nieuwenhoorn, Oud Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Spartaan’20, VIOS en Westlandia.

Het bestuur van RVC had de succestrainer John van der Lubbe voor maar liefst drie seizoenen vastgelegd. In dit seizoen werd Spartaan’20 kampioen, op de voet gevolgd door ADO, RVC, Oud Beijerland en HOV.

>

Seizoen 1984-1985

>

Het vlaggenschip van RVC kwam dit seizoen wederom uit in de zondag 1e Klasse B van de KNVB met ditmaal als tegenstanders: ADO, DCV, DFC, Hermes DVS, HION, HOV, Nieuwenhoorn, Oud Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, UVS en Xerxes.

De formatie van trainer John van der Lubbe bestond dit seizoen uit; Hugo van Houten, Ed Pape, Erik Landsmeer, Bert Blijie, Carlos Roeleveld, Toni Stoops, Goof Metaal, Dick Jol, Gertie Broere, Gideon Lansink, Ron Fabriek, Rene Bierhuizen, Herman Knoppert, Marcel Speelman en Edwin Arends.

In het seizoen 1984-1985 maakte trainer Van der Lubbe zijn reputatie waar want na een ongeslagen reeks van maar liefst zeventien wedstrijden was een 0-0 gelijkspel bij Hermes DVS voor RVC voldoende om het kampioenschap te gaan vieren en hiermee terug te keren naar het hoogste amateurniveau.

Kampioen RVC behaalde 34 punten uit 24 duels en werd gevolgd door DFC (29 punten), UVS (28), Xerxes (28) en ADO (25).

Seizoen 1985-1986

Vanaf dat moment kwam er een scheiding tussen de A-selectie en de andere elftallen van RVC. Oorzaak hiervan was de professionalisering van de A-selectie. Veel leden uit RVC 2,3 en lagere elftallen waren het hier niet mee eens en er ontstond een ware exodus van leden die jaren lang iets voor de club hebben betekend.

Na een tweejarig verblijf in de 1e Klasse was RVC dit seizoen dus weer teruggekeerd op het hoogste niveau. RVC werd ingedeeld in de zondag Hoofdklasse A van de KNVB en ontmoette hierin de volgende tegenstanders; AFC, AFC’34, CVV, DHC, DWV, EDO, Elinkwijk, RCH, De Spartaan, Spartaan’20, Stormvogels, Unitas en Wilhelmus.

De kersverse Rijswijkse Hoofdklasser had dit seizoen versterking gekregen met de volgende spelers; Piet Groen (ex FC Den Haag), Harry van der Laan (ex Olympia), Rick Tjin Asjoe (ex LenS) en Joop van Toor (ex Scheveningen). De A-selectie van trainer John van der Lubbe bestond verder uit; Edwin Arends, Rene Biegel, Rene Bierhuizen, Ton van Bijnen, Bert Blijie, Gertie Broere, Marco van Delden, Ron Fabriek, Dick Jol, Herman Knoppert, Erik Landsmeer, Gideon Lansink, Paul Osenga, Ed Pape, Maura Podda, Hans Schot en Sander van der Water.

De terugkeer in de Hoofdklasse verliep voor RVC erg stroef. De Rijswijkse club wist zich wel te handhaven maar daar was dan ook alles mee gezegd. Van de 26 competitiewedstrijden werden er 8 gewonnen, 6 gelijk gespeeld en 12 verloren. Met 22 punten, en een doelsaldo van 26 voor en 33 tegen, eindigde men op de elfde positie van de ranglijst. Dat was nog net voor De Spartaan (19 punten), CVV (16) en Spartaan’20 (13).

De zaterdag 2e Klasse A van de HVB was in het seizoen 1985-1986 uit de volgende clubs samengesteld: ADS, ANWB, Ariston’80, BSC’68, DHL, Kamraan, Marathon, MVO’72, Quick Steps, RVC, Rijswijk en DFC Zoetermeer.

De zaterdag 1 van RVC speelde geen rol van betekenis in de 2e Klasse van de HVB. Van de 20 competitieduels werden er namelijk 7 gewonnen, 4 gelijk gespeeld en 9 verloren. Met 18 punten en een doelsaldo van 32 voor en 41 tegen eindigde men op een zevende positie van de ranglijst. De Hsv Marathon had zich overigens teruggetrokken uit de competitie.

Seizoen 1986-1987

>

De competitie-Indeling van RVC 1 voor het seizoen 1986-1987 in de zondag Hoofdklasse A van de KNVB was als volgt: AFC, AFC’34, DHC, DWV, EDO, Elinkwijk, NFC, RCH, RVC, De Spartaan, Stormvogels, Unitas, UVS en Wilhelmus.

Het vlaggenschip van de vereniging moest de reputatie van de club hoog houden en zodoende werd voor het seizoen 1986-1987 André Wetzel aangesteld als de nieuwe trainer. Na een aanvankelijke slechte start van het seizoen (één punt uit de eerste vijf wedstrijden) finishte RVC, door een stevige tussensprint, op de negende positie van de eindranglijst. Van de 26 competitiewedstrijden werden er 8 gewonnen, 8 gelijk gespeeld en 10 verloren. Hiermee behaalde men 24 punten en een doelsaldo van 38 voor en 42 tegen.

Op zaterdag 23 mei 1987 wist RVC wel de Haagsche Courant Cup te winnen. Een toernooi dat in 1980 was gestart op initiatief van de Haagsche Courant in samenwerking met de KNVB afdeling ‘s-Gravenhage. Op het complex van Laakkwartier werd, voor maar liefst 3.200 toeschouwers, in de finale RKAVV met 1-0 verslagen door een doelpunt van Ronald Willemse.

Seizoen 1987-1988

>

De competitie-indeling in de zondag Hoofdklasse A van de KNVB was in het seizoen 1987-1988 als volgt; AFC, AFC’34, Blauw Wit, DHC, DWV, EDO, Elinkwijk, NFC, Papendrecht, RCH, RVC, Stormvogels, UVS en Wilhelmus.

Trainer Andre Wetzel verwelkomde weer een aantal nieuwe spelers zoals; Richard van der Vaart, Ronald Hes, Rick Smit, Herman Knoppert (alle vier van VCS), Ron de Jong (LenS) en Mark Elferich (DHC). Ook Rene Bierhuizen was weer teruggekeerd op het oude nest.

Ook in het tweede seizoen van trainer Andre Wetzel kon RVC 1 niet aan de anonimiteit van de Hoofdklasse ontsnappen maar al met al viel een veilige middenmoot positie uiteindelijk de Rijswijkse formatie ten deel. Van de 26 competitiewedstrijden werden er 10 gewonnen, 5 gelijk gespeeld en 11 verloren. Met 25 punten en een doelsaldo van 38 voor en 32 tegen eindigde RVC op een achtste positie van de ranglijst.

Wel deed RVC op een andere manier van zich spreken want voor de tweede keer op rij wist men de populaire Haagsche Courant Cup te winnen.

Ook dit seizoen wist RVC de inmiddels befaamde Haagsche Courant Cup te winnen. Op zaterdag 28 mei 1988 werd op het bomvolle complex van Wilhelmus in de finale LenS met 3-2 verslagen. Na een 1-0 achterstand scoorde Mark Wotte in de 33e minuut de gelijkmaker. Echter enkele minuten later kwam LenS wederom op voorsprong (1-2), wat tevens de ruststand werd. De 3.300 toeschouwers zagen vervolgens een enerverende tweede helft waarin Cees Tempelaar RVC in de 54e minuut weer naast LenS zette (2-2). In de 83e minuut benutte Harry van der Laan namens RVC een strafschop en door deze 3-2 overwinning slaagde de Rijswijkse club voor de tweede keer op rij de HC Cup te winnen.

Seizoen 1988-1989

>

De indeling van RVC 1 voor het seizoen 1988-1989 in de zondag Hoofdklasse A van de KNVB luidde als volgt; ADO’20, AFC, Blauw Wit, DHC, DWV, EDO, Elinkwijk, Papendrecht, RCH, RVC, Stormvogels, Unitas, UVS en Wilhelmus.

De A-selectie van RVC had voor aanvang van dit seizoen weer een ware gedaantewisseling ondergaan. Zo waren Harry van der Laan en Rick Tjin Asjoe naar FC Den Haag gegaan, Mark Wotte en Cees Tempelaar naar Quick en het trio Ronald Willemse, Richard van der Vaart en Ronald Hes naar Wilhelmus. Nieuwe spelers dit seizoen bij de zondag 1 van RVC waren o.a; Rene van Delft en Leo Rontberg (beiden van DHC), Chris Treling en Wim Bos (beiden Wippolder).

In het seizoen 1988-1989 moest de nieuwe oefenmeester John Karelse met een vrijwel geheel nieuwe selectie het puin gaan ruimen dat door de privéoorlog van de scheidende trainer was achtergelaten. Met veel inspanning wist RVC pas op de voorlaatste wedstrijdronde zich te handhaven voor de Hoofdklasse door thuis tegen DWV 0-0 te spelen. Hiermee kregen de debuterende trainer Karelse en zijn manschappen de beloning voor een ijzersterke eindsprint.

Van de 26 competitiewedstrijden werden er 8 gewonnen, 8 gelijk gespeeld en 10 verloren. Met 24 punten en een doelsaldo van 37 voor en 40 tegen eindigde RVC zelfs nog op een achtste positie van de ranglijst. Dit was nog voor Stormvogels (24 punten), AFC (24), Elinkwijk (23), UVS (22) en Unitas (16).

Ondertussen bijna traditiegetrouw bereikte RVC opnieuw tot de finale van de Haagsche Courant Cup. Op het terrein van Hsv VUC (Het Kleine Loo) was op zaterdag 27 mei 1989 dit keer echter DHC met 1-0 de betere ploeg en voorkwam hiermee de Rijswijkse trilogie.

Seizoen 1989-1990

>

De zaterdag 1e Klasse A van de HVB was in het seizoen 1989-1990 uit de volgende clubs samengesteld: BSC’68, DHL, sv EOC, HS Texas DHB, sv De Jagers, KSD, Marine, Quick Steps, RVC, Schipluiden, SVGEB en sv Wassenaar.

De formatie van trainer Henk van de Luitgaarden streed dit seizoen lang mee om het kampioenschap maar moest helaas aan het einde van de competitie haar meerdere erkennen aan kampioen DHL (33 punten) en nummer twee sv De Jagers (30 punten). RVC wist van de 22 competitiewedstrijden er 11 te winnen, 6 gelijk te spelen en 5 te verliezen. Met 28 punten en een doelsaldo van 48 voor en 31 tegen eindigde men op een keurige derde positie.

De zondag Hoofdklasse A van de KNVB bestond in het seizoen 1989-1990 uit de volgende clubs; ADO’20, AFC, Blauw-Wit, DCV, DHC, DWV, EDO, Elinkwijk, Papendrecht, RCH, RVC, Stormvogels, Wilhelmus en WFC.

Bij aanvang van het seizoen 1989-1990 werden de Periodekampioenschappen in alle Klassen van de KNVB geïntroduceerd. Dit betekende dat tijdens de competities de wedstrijden werden verdeeld over drie gelijke perioden. Na iedere periode wordt over die periode dan de stand opgemaakt. Het team dat in die periode de meeste punten heeft behaald, mag zich periodekampioen noemen. Teams die dan eenmaal een periodetitel hebben verworven, kunnen dan aan het einde van de competitie onderling gaan strijden voor promotie. In de hoogste amateurklasse kan men zich dan hiermee plaatsen voor het KNVB-bekertoernooi bij de profs.

Door de invoering van de Periodekampioenschappen betekende dit wel dat dat er vanaf dit seizoen drie clubs moesten degraderen uit de Hoofdklasse. RVC moest dus een prestatie van formaat moeten leveren om aan het einde van de race boven de rode streep te eindigen.

De zondag 1 van RVC werd dan ook de dupe van deze nieuwe competitiestijl want de Rijswijkse club eindigde dus ook op de twaalfde positie van de ranglijst. Van de 26 competitiewedstrijden wist men er slechts 6 te winnen, 4 gelijk te spelen en werd er maar liefst 16 keer verloren. Hiermee behaalde RVC 16 punten en een doelsaldo van 28 voor en 62 tegen. Samen met Stormvogels en EDO (beiden 15 punten) degradeerde RVC, uitgerekend in haar jubileumjaar, naar de 1e Klasse KNVB.

Ook in de strijd om de Haagsche Courant Cup moest RVC zijn reputatie gaan waarmaken want de finale van dit toernooi zou in 1990 op het Prinses Irene Sportpark plaatsvinden.

In 1990 vierde RVC het 75-jarig jubileum. Ter gelegenheid hiervan werd, met Ron Mangelmans als eindredacteur, een jubileumboek uitgegeven.

Seizoen 1990-1991

De zaterdag 1e Klasse B van de HVB was in het seizoen 1990-1991 uit de volgende clubs samengesteld: BSC’68, DVJ-Bizon, HS Texas DHB, KSD, LenS, Ornas, Postalia, RAVA, RVC, Rijswijk, Vredenburch en sv Wassenaar.

De formatie van trainer Bram Buntsma kende een goed seizoen want van de 22 competitiewedstrijden werden er 8 gewonnen, 9 gelijk gespeeld en 5 verloren. Met 25 punten, en een doelsaldo van 54 voor en 32 tegen, eindigde de zaterdag 1 van RVC op de vierde positie. KSD werd met 35 punten kampioen, gevolgd door Postalia (33) en LenS (31).
Door dit resultaat nam RVC de Periodetitel over van kampioen KSD en zodoende mocht men deelnemen aan de nacompetitie voor promotie. In een halve competitie met sv De Jagers, Postalia en LenS had RVC, met slechts 4 punten, helaas weinig in te brokkelen. De Jagers won met 9 punten deze nacompetitie en promoveerde hiermee naar de Hoofdklasse HVB.

De zondag 1e Klasse B van de KNVB was in het seizoen 1990-1991 uit de volgende clubs samengesteld: Alphense Boys, EBOH, HMSH, Neptunus, Nieuwenhoorn, RVC, Sparta, SVW, TONEGIDO, Unitas, Verburch en sv Voorburg.

De selectie van trainer John Karelse bestond o.a. uit: Robert Hendriks (keeper), Hoog, Gelauf, Wiegman, Lispet, Jansen, Ed Haring, Mamalingkas, Andy Biekman, Rob de Lange, Otterloo, Edwin Hazebroek, Arie van der Padt, Eduard Endlich, Marco Endlich en Leegstraten.

Het jonge team (gemiddelde leeftijd rond de 20 jaar!) van trainer John Karelse kende een prima seizoen waarin men uiteindelijk op een gedeelde derde positie van de ranglijst eindigde. Van de 22 wedstrijden werd er 10x gewonnen, 5 gelijk gespeeld en 7 verloren. Hiermee behaalde RVC 25 punten en een doelsaldo van 33 voor en 25 tegen.

<

Seizoen 1991-1992

Het dagelijkse bestuur van RVC was aan het begin van dit seizoen uit de volgende personen samengesteld; G.J. Duin (voorzitter), W.J. Hartnack (secretaris), A.J. Simonis (penningmeester), H. ter Borg (2e penningmeester), A. Knoppert (materialenbeheer), J. Regeer (wedstrijdsecretaris), J. Roos (kantine zaken), P. Rademaker (jeugdzaken) en C. Hazeu (public relations).

De zaterdag 1e Klasse A van de HVB was in het seizoen 1991-1992 uit de volgende clubs samengesteld: Ariston’80, BSC’68, DHL, DVC, DVJ-Bizon, sv EOC, Neta Dall, RVC, Rijswijk, Schipluiden, Te Werve en Vredenburch.

De formatie van de nieuwe trainer Bert Blans was, met stadgenoot Te Werve, het gehele seizoen verwikkeld in een nek-aan-nel-race om de titel. Op de twintigste speeldag lag RVC uiteindelijk dan toch beslag op het kampioenschap in de 1e Klasse A van de zaterdag-HVB. Op zaterdag 14 maart 1992 verloor concurrent Te Werve verrassend met 2-1 van BSC’68 en omdat RVC op die dag met ruime cijfers (5-1) bij DvJ/Bizon won, kon  bij de ploeg van trainer Bert Blans op twee duels van de finish de vlag in top.
De zaterdag 1 van RVC kampioen 1e Klasse A HVB. Staand van links naar rechts: Jaap Hofstede (leider), Ton vd Veer, Erik Roos, Peter de Zwaan, Menno van Gaalen, Frans Leegstraten, Henk vd Luitgaarden, Sandro Marcolina, Donny Duyn, ?? en Ben Bosman (begeleiding) .Zittend van links naar rechts: Koos Galjaard, ??, Berry Jansen, ??, Ed Pape, Bert Blans (trainer) en Tony Stoops.

Van de 22 competitiewedstrijden wist RVC er 18 te winnen en 4 gelijk te spelen. Hiermee behaalde men 40 punten, en een doelgemiddelde van 84 voor en 35 tegen.

De zondag 1 van RVC kwam dit seizoen uit in de 1e Klasse KNVB van District West II met daarin als tegenstanders; EBOH, ‘s-Gravendeel, HMSH, Neptunus, Rijswijk, SVW, TONEGIDO, Unitas, UVS, sv Voorburg en Zwijndrecht.

De technische staf van RVC zag er dit seizoen als volgt uit; John Karelse (hoofdtrainer), Marc Bos (assistent-trainer), Peter Meefout (assistent-trainer), Hans Zielstra (coördinator A-selectie), Edwin Coret (fysiotherapeut) en M. Marcolina Mattion (leider).

De A-selectie van de zondag 1 van RVC was ditmaal als volgt samengesteld; Ali Aydin, Robin Barnhoorn, Danny Bauman, Andy Biekman, Peter Bos, Remeo Bonapart, Rob Bruijn, Stewart Caffa, Alfred van Ewijk, Hector Felicita, Dick Gelauf, Rene de Haas, John van Hasebroek, Edwin Hazebroek, Maurice Hees, Robert Hendriks, Hans van Heteren, John Hoog, Patrick Hornsveld, Marco Jansen, Stefan Koegler, Andre Kuiper, Rob de Lange, Michael Ligeon, Patrick Lodder, Rick Marks, Richard Niemans, Raymond van Otterloo, Arie van der Padt, Pierre Pieters, Anton Riep, Gilbert Steenwijk, Richard van de Steen, Edwin de Vrind, Tom Wiegman en Danny Wijnmalen.

Seizoen 1991-1992 beloofde een prachtige competitie te gaan worden met vooral de spannende derby’s tegen sv Voorburg, TONEGIDO, HMSH en zeker tegen Rvv Rijswijk. Deze wedstrijden zouden duizenden toeschouwers niet willen missen.
RVC begon met 7 punten uit vijf duels redelijk aan de competitie maar toen in de zesde speelronde met 2-1 werd verloren van TONEGIDO moest de formatie van trainer Karelse voorlopig afhaken in de strijd om de koppositie. Echter bij de titelkandidaten ‘s-Gravendeel en TONEGIDO kwam er ook de klad erin wat betreft de prestaties. Na de 15e speelronde leek de strijd om de titel in de 1e Klasse B vooralsnog te gaan tussen RVC en TONEGIDO. RVC, waarbij overigens trainer John Karelse was opgestapt en was vervangen door Marc Bos, voerde de ranglijst aan met 19 punten uit 15 duels. TONEGIDO stond weliswaar 2 punten daar achter maar de Voorburgers speelden één wedstrijd minder.

Tijdens de 16e speelronde stond de kraker RVC tegen TONEGIDO op het programma. De 0-1 nederlaag was een bittere pil voor de mannen van trainer Bos want de Rijswijkse club zou hierdoor langzamerhand afhaken voor de titel.
Van de uiteindelijk 22 wedstrijden wist RVC er 9 te winnen, 6 gelijk te spelen en 7 te verliezen. Met 24 punten en een doelsaldo van 31 voor en 24 tegen zou men op slechts een zesde positie eindigen. TONEGIDO werd met 30 punten kampioen.

Seizoen 1992-1993

>

De zaterdag Hoofdklasse van de HVB was voor het seizoen 1992-1993 als volgt samengesteld: DORR, Ec-So, HPSV, JAC, Nationale Nederlanden, Nootdorp, Postalia, RVC, Semper Altius, SVGWGEB, SVPTT en TAC’90.

Trainer Bert Blans had de seizoen de beschikking over een elftal om u tegen tegen te zeggen, zoals de routiniers Ton van der Veer, Arie van der Lee, Jan Vink en Ed Pape. Al anderhalf jaar had de zaterdag 1 van RVC geen wedstrijd verloren maar op zaterdag 24 oktober 1992 leed men dan toch weer eens een nederlaag door thuis van v.v. Nationale Nederlanden met 1-3 te verliezen. Door van de eerste 8 wedstrijden er 5 te winnen, 2 gelijk te spelen en dus 1 keer te verliezen wist het team van trainer Blans toch de 1e Periodetitel op haar naam te zetten en was hiermee dus al verzekerd van nacompetitievoetbal.
>

De zondag 1e Klasse B van de KNVB was in het seizoen 1992-1993 uit de volgende clubs samengesteld: ADO, DHC, Gravendeel, Nieuwenhoorn, RVC, Rijswijk, SVW, Unitas, VCS, Voorburg, Wilhelmus en Zwijndrecht.

Het bestuur van RVC was tevreden over ad interim trainer Marc Bos en had hem zodoende een twee-jarig contract als hoofdtrainer vastgelegd. In de competitie speelde de formatie van Bos dit seizoen een anonieme rol. Van de 22 wedstrijden werden er 8 gewonnen, 6 gelijk gespeeld. Met 22 punten en een doelsaldo van 36 voor en 31 tegen eindigde RVC op een zesde positie van de ranglijst. Hsv ADO werd overigens met 29 punten kampioen.

Het seizoen was echter nog niet teneinde voor de zondag 1 van RVC want na overwinningen op Paraat (0-6), Concordia (1-5), Spoorwijk (0-7), Wippolder (1-6), ‘s-Gravenzandse SV (4-2) en DEVJO (2-3) sloeg de Rijswijkse club er wederom in om de eindstrijd van de Haagsche Courant Cup te bereiken.

Op zaterdag 29 mei 1993 stond zodoende de finale van de 13e editie van dit grote voetbalevenement voor clubs uit de Haagse regio gepland op het complex van VIOS aan de Melis Stokelaan, hoek Dedemsvaartweg. Het officieuze kampioenschap van “groot Den Haag” tussen RVC en Hsv ADO trok maar liefst 4.500 toeschouwers naar Sportpark Escamp II toe.

Hsv ADO, met trainer Martin Jol, was voor de bookmakers duidelijk favoriet want de competitiegenoot van RVC was dit seizoen met overmacht kampioen geworden van de zondag 1e Klasse B. Het liep echter allemaal anders want niet Hsv ADO maar de Rijswijkse formatie van trainer Marc Bos ging er voor de derde maal in de historie met de HC-Cup aan de haal. Het werd namelijk 3-1 voor RVC door doelpunten van Patrick Lodder (2x) en Stefan Koegler.

De opstelling van RVC in deze gewonnen finale was als volgt; Robert Hendriks (Cees Nieuwdorp), Maurice Hees, Rob de Lange, Peter Wijsman, Wiegman, Rick Marks, Andy Biekman, Patrick Lodder, Van Hasenbroek (Fedor de Bock), John Hoog en Stefan Koegler.

>

Seizoen 1993-1994

>

De zaterdag Hoofdklasse van de HVB was in het seizoen 1993-1994 uit de volgende clubs samengesteld: DSO, Ec-So, Hoekse Boys, HPSV, sv Loosduinen, Neta Dall, Postalia, RVC, Semper Altius, SVPTT, TAC’90 en Te Werve.

In een zeer spannende competitie werd uiteindelijk TAC’90 met 33 punten kampioen, gevolgd door SVPTT (32 punten) en Postalia (29). De zaterdag 1 van RVC deed het dit seizoen ook uitstekend want van de 22 competitiewedstrijden werden er 13 gewonnen, 3 gelijk gespeeld en 6 verloren. Met eveneens 29 punten en een doelsaldo van 59 voor en 49 tegen eindigde het elftal van trainer Bert Blans op een gedeelde derde positie van de ranglijst. Trainer Bert Blans nam na drie seizoenen afscheid van RVC.

De zondag 1e Klasse B van de KNVB was in het seizoen 1993-1994 uit de volgende clubs samengesteld: DHC, Feyenoord, Gravendeel, Nieuwenhoorn, Quick(H), RVC, Unitas, UVS, VCS, Wilhelmus en Zwijndrecht.

Op het winnen van de Haagsche Courant Cup in 1993 na waren de prestaties van het vlaggenschip van RVC de laatste jaren al in een neerwaartse spiraal met als dieptepunt de degradatie dit seizoen uit de 1e Klasse KNVB. RVC wist namelijk van de 22 competitiewedstrijden er slechts 4 te winnen, speelde 7 keer gelijk en verloor 11 wedstrijden. Met 15 punten, en een doelsaldo van 22 voor en 33 tegen eindigde men op de voorlaatste positie van de ranglijst.

Seizoen 1994-1995

>

De zaterdag Hoofdklasse HVB was in het seizoen 1994-1995 uit de volgende clubs samengesteld: BMT, sv Bohemen, DSO, sv Duinoord, Ec-So, HPSV, sv Loosduinen, v.v. Nationale Nederlanden, Postalia, RVC en SVPTT.

Het werd een zeer matig seizoen van het team van trainer Fred Gorter, wiens taken later in het seizoen werden overgenomen door Wim de Lange. Van de uiteindelijk 20 competitiewedstrijden werden er 4 gewonnen, 6 gelijk gespeeld en 10 verloren. Met 14 punten, en een doelsaldo van 27 voor en 44 tegen, eindigde RVC op de negende positie van de ranglijst. Dit was nog net voor sv Bohemen en Ec-So die beide 11 punten haalden.

De RVC-selectie van de nieuwe trainer Toon Brakus bestond o.a. uit: Lennert Hegie, Hendrik Grunholz, Michel Lier, Peter Wijsman, Tom Danner, Marcel Haak, Tom Wiegman, Leon Wessels, Barry Charite, Patrick Hornsveld, Bas Steffens, Rob de Lange, Kelton Manuela, Stefan Koegler, Schuur, Hadi Ibrahimovic en John van Hasenbroek.

De indeling van het amateurvoetbal voor de regioclubs in district West II seizoen 1994-1995 in de zondag 2e Klasse A zag er als volgt uit: Foreholte, Lens, Lugdunum, Roodenburg, RVC, Rijswijk, SJC, Verburch, VIOS, VUC, Westlandia en Wilhelmus.

Na de degradatie in het seizoen 1993-1994 begon RVC dit seizoen niet al te best aan de competitie van de 2e Klasse A want het openingsduel, thuis tegen LenS, eindigde in een 3-3 gelijkspel en de week daarop werd er met 2-0 verloren bij SJC. In de derde competitieronde behaalde RVC dan haar eerste overwinning door in Voorburg heel knap Wilhelmus met 0-3 te verslaan. De resultaten werden beter en na het gelijke spel (2-2) tegen VUC en de overwinningen op Rijswijk (1-3), Foreholte (3-0) en Verburch (1-0) kwam RVC met 10 punten uit 7 wedstrijd aan de leiding van de 2e Klasse A. De Rijswijkers hadden echter wel een wedstrijd meer gespeeld dan achtervolger VIOS (9 punten). Helaas werden hierna de resultaten van het team van trainer Brakus weer minder en volgde na het 1-1 gelijke spel tegen Westlandia o.a. twee thuisnederlagen tegen Roodenburg (1-2) en SJC (1-2).
Met 13 punten uit 11 wedstrijden ging RVC, achter koploper VIOS (10-17), Foreholte (12-16) en SJC (12-16) op een vierde positie de winterstop in.

RVC kwam furieus uit de winterstop met op zondag 12 februari 1995 een 11-1 overwinning in de derby tegen Rvv Rijswijk, gevolgd door een 0-3 overwinning bij VUC. Nadat VIOS haar inhaalduel had gewonnen en RVC daarna met 1-1 gelijk had gespeeld tegen Wilhelmus was het gat tussen koploper VIOS en RVC gegroeid tot 6 punten. Op 19 maart stond de alles beslissende wedstrijd RVC-VIOS op het programma. VIOS lag in deze wedstrijd de basis vast voor het kampioenschap van de 2e Klasse A door met 0-2 te winnen en RVC was met deze nederlaag zo goed als uitgeschakeld voor de hoofdprijs. De resultaten van RVC werden minder en de Rijswijkse club zakte op de ranglijst zodat er ook geen (vervangende) Periodetitel werd binnengehaald.

Van de uiteindelijke 22 competitiewedstrijden werden er door RVC 9 gewonnen, 6 gelijk gespeeld en 7 verloren. Met 24 punten, en de doelcijfers 45-27, eindigde RVC op de vijfde positie van de 2e Klasse A en was het seizoen hiermee afgelopen. Trainer Toon Brakus vertrok na één seizoen RVC naar de amateurs van ADO.

>

Seizoen 1995-1996

Dit seizoen was het bestuur van RVC uit de volgende personen samengesteld; Wim Hartnack (voorzitter), Eugene Hercules (secretaris) en Aart Simonis (penningmeester).

De zaterdag 1e Klasse A van de HVB was in het seizoen 1995-1996 uit de volgende clubs samengesteld: Ariston’80, BSC’68, Cromvliet, Marine, Neta Dall, PGS, RAS, RVC, VCS en Vredenburch.

>

De zondag 2e Klasse A van de KNVB was in het seizoen 1995-1996 uit de volgende clubs samengesteld: Foreholte, LenS, Lugdunum, Oliveo, Olympia, Roodenburg, RVC, SJC, Stolwijk, Verburch, VVSB en Wilhelmus.

In dit seizoen een belangrijke verandering in de competitie want de KNVB had bepaald dat men vanaf het seizoen 1995-1996  3 punten (i.p.v. 2 punten) bij een overwinning kreeg. Nieuw voor de groep stond de toen nog vrij onbekende trainer Eelco Fielemon.

Na een prima seizoenstart kende RVC vervolgens een ronduit zwakke periode waardoor het team van trainer Fielemon terugzakte naar de middenmoot.

Tijdens de winterstop besloot trainer Fielemon het toch anders te gaan doen en besloot laatste man Rob de Lange door te schuiven naar het middenveld en Marcel Haak achterin de honneurs waar te laten nemen. Deze omschakeling bleek een gouden zet want na de winterstop won RVC acht van de negen competitieduels terwijl de titelkandidaten Lugdunum en Wilhelmus hun hoge positie op de ranglijst ten opzichte van RVC zagen slinken.

Na de 3-4 zege (doelpunten van Berry Charite 2x, Stefan Koegler en Maurice van der Toorn) bij en tegen VVSB in Noordwijkerhout kon het voor trainer Eelco Fielemon en zijn manschappen bijna niet meer fout gaan want met nog slechts twee wedstrijden op het programma had RVC een voorsprong van 4 punten op concurrent SJC. Lugdunum en Wilhelmus volgden met respectievelijk 5 en 6 punten achterstand.
Het mocht dus duidelijk zijn dat de datum 5 mei 1996 met gouden letters in de al zo rijke historie van RVC kon worden bijgeschreven. Op deze zondag werd dan ook uiteindelijk de kroon gezet op een geweldig seizoen want door een 3-0 (doelpunten van Michel Lier, Stefan Koegler en Kelton Manuela) thuisoverwining op Roodenburg werd het felbegeerde kampioenschap van de 2e Klasse A door RVC binnen gesleept.

Na het laatste fluitsignaal vloeide de champagne rijkelijk en werd de feestvreugde ingezet. Trainer Eelco Fielemnn en zijn manschappen namen vol trots de felicitaties in ontvangst, werd de polonaise ingezet en verdediger Peter Wijsman liet zich kaal scheren ivm een weddenschap. Het draaiboek voor de feestelijkheden rond het kampioenschap lag al klaar. Vanaf 19.30 uur hield RVC “open huis” met live muziek. Deze feestavond zou nog tot de vroege uurtjes duren.

RVC wist uiteindelijk van de 22 competitiewedstrijden er 14 te winnen, 2 gelijk te spelen en 6 te verliezen. Hiermee behaalde men 44 punten en een doelsaldo van 56 voor en 33 tegen. Van die 56 doelpunten nam het kwartet Kelton Manuela (12x), Berry Charité (12x), Stefan Koegler (11x) en de herboren Michel Lier (9x) de meesten doelpunten voor hun rekening.

Dat de Rijswijkse club bij uitstek altijd al een cupfighter was bleek dit seizoen ook weer want wederom had RVC 1 zich weten te plaatsen voor de Haagsche Courant Cup finale. Het “officieuze kampioenschap van groot Den Haag” was door de zondag 1 van RVC namelijk al drie keer gewonnen. Het team van trainer Eelco Fielemon had de finale bereikt na overwinningen op v.v. Marine (1-10), Schipluiden (7-1), Hoek van Holland (0-2), PEC Den Haag (1-0), DHC (2-2 en winst na strafschoppen) en Laakkwartier (0-2).

Op zaterdag 25 mei 1996 vond de finale plaats op het terrein van Quick. Tegenstander was Svv Scheveningen van trainer Martin Jol, dat op dat moment ook nog streed om het algeheel landskampioenschap bij de amateurs. Voor een kleine 4.000 toeschouwers bleek Scheveningen net een stapje te groot voor RVC en won zodoende met 3-0.

 

Seizoen 1996-1997

>

Toen in 1996 de Haagse Voetbal Bond (HVB) werd opgeheven, “promoveerde” de zaterdag 1 van RVC naar 5e Klasse (de laagste klasse) van de KNVB. De zaterdag 5e Klasse C werd dit seizoen gevormd door; Cromvliet, GDA, HPSV, Jai Hanuman, LenS, Marine, RFC’95, RVC, Schipluiden, Semper Altius, Te Werve en WIK.

Het team van trainer Wim de Lange presteerde dit seizoen naar behoren want met 47 punten uit 22 duels en een doelsaldo van 69 voor en 24 tegen eindigde RVC samen met sv Schipluiden en Te Werve op een gedeelde derde positie van de ranglijst. Kampioen werd Semper Altius met 54 punten, gevolgd door HPSV met 50 punten.

De zondag 1e Klasse B van de KNVB was voor het seizoen 1996-1997 als volgt samengesteld: ADO Den Haag, Alphense Boys, KBV, Neptunus, Quick, RVC, SMC, Unitas, VELO, VIOS, Wilhelmus en ZFC.

De A-selectie van trainer Eelco Fielemon bestond o.a. uit de volgende spelers: Lennart Hegie (keeper), Michel Lier, Ron de Roode, John van Otterloo, Rob de Lange, Kelton Manuela, Peter Wijsman, Maurice van der Toorn, Patrick Lodder, Jan Vink, Patrick Heijmans, Bas Steffens en Ertan Kotan.

De 1e Klasse B beloofde dit jaargang een spannende competitie te gaan worden want met de inbreng van het Rijswijkse RVC, ADO Den Haag, VIOS en Quick (uit Den Haag), Wilhelmus (uit Voorburg) en VELO (Wateringen) was het derbygehalte hoog.

Bij de eerste drie competitiewedstrijden stonden er voor RVC gelijk drie derby’s op het programma. Op zondag 8 september 1996 opende de mannen van trainer Eelco Fielemon de competitie met een thuiswedstrijd tegen Quick (4-4). Vervolgens verloor RVC met 2-1 bij Wilhelmus en op 22 september werd de eerste overwinning behaald toen op het Prinses Irene Sportpark VIOS met 2-1 werd verslagen door twee doelpunten van ex prof Ron de Roode.
Een redelijk goed begin dus van de competitie maar de Rijswijkse eersteklasser bleef dit seizoen weinig ellende bespaard met de vele blessures. In de eerste seizoenshelft speelde RVC alleen nog maar gelijk tegen ZPC (2-2), Alphense Boys (0-0) en Wilhelmus (1-1), alle overige wedstrijden gingen verloren. Op 1 december, na de 2-0 nederlaag bij Quick, belandde RVC op de laatste plaats van de 1e Klasse B.
De laatste wedstrijd voor de winterstop was cruciaal voor RVC want op zondag 15 december 1996 moest er op Sportpark Escamp II aangetreden worden tegen concurrent VIOS. RVC bezat op dat moment 7 punten uit 10 wedstrijden, VIOS 12 uit 10. Er moest dus door RVC gewonnen worden maar helaas….. VIOS drukte RVC nog meer in de zorgen door met maar liefst 4-1 te winnen.

Na een lange winterstop, met zelfs een Elfstedentocht, kon er na twee maanden dan eindelijk weer een begin worden gemaakt aan de tweede competitiehelft. Op zondag 16 februari 1997 kwam RVC in eerste instantie uitstekend uit de strenge winter door in Rijswijk koploper Unitas met 2-0 te verslaan. Vervolgens werd er bij Neptunus met 2-1 verloren en speelde de mannen van trainer Fielemon gelijk tegen ZPC (4-4) en Alphense Boys (2-2).
De 2-2 tegen Alphense Boys bleek het laatste puntje wat RVC aan zijn puntentotaal kon toevoegen want hierna gingen alle competitiewedstrijden verloren. Deze slechte serie resulteerde uiteindelijk dan ook in degradatie naar de 2e Klasse KNVB.

Later hier meer……

<

Seizoen 1997-1998

Maar liefst negen werkgroepen met RVC- en Rvv Rijswijk-leden waren intussen druk doende met de voorbereidingen van de fusie tussen RVC en Rvv Rijswijk. In november 1997 moest het hele fusieplan klaar zijn en daarna kregen de leden van beide clubs het laatste woord tijdens een Buitengewone Algemene Ledenvergadering.

De zaterdag 5e Klasse C van de KNVB was in seizoen 1997-1998 als volgt ingedeeld: Archipel-Ornas, DHL, DVC, DWO, Kamraan, LenS, Neta Dall, Postalia, PZH, RFC’95, RVC, Te Werve, Wanica Star en FC Zoetermeer.

>

De zondag 2e Klasse C van de KNVB was in het seizoen 1997-1998 uit de volgende clubs samengesteld: ADO Den Haag, Alphense Boys, DSO, Foreholte, HMSH, RKAVV, RVC, SJC, Verburch, VVSB en Westlandia.

Het gedegradeerde RVC was met de overschrijvingsperiode de grote verliezer want maar liefst tien basiskrachten van vorig seizoen waren naar elders vertrokken.

De (achteraf laatste) A-selectie van de zondagafdeling van RVC, o.l.v. trainer Eelco Fielemon, was voor het seizoen 1997-1998 als volgt samengesteld: Rolfin Balram, Ramon Bevelander, Rodney Aalderink, Ahmet Akachar, Jordy Blans, John de Bruin, Marcel van der Burg, Willem Daamen, Remco Frankhuizen, Gilbert de Geus, Maurice Hees, Patrick Heymans, Rogier Keyenberg, Jeffrey van der Kley, Tom Lambooy, Rob de Lange, Jean Paul Leenheer, Melvin Mangroe, John van Otterloo, Raymond van Otterloo, Rick Prins, Dennis Ramcahran, Tom Roelofs, Marcel Roerig, Fred Schneider, Patrick Stapert, Sandro Tarantino, Michel Weltings en Peter Wijsman.

RVC startte het seizoen met een 3-3 gelijkspel bij RKAVV en een 1-5 overwinning bij Foreholte nog goed aan de competitie maar daarna kreeg de formatie van trainer Fielemon met een aardige terugval te maken. In de eerste seizoenshelft behaalde men uiteindelijk 11 punten uit 13 wedstrijden en gingen de Rijswijkers hiermee op een negende positie van de ranglijst de winterstop in.
De naderende fusie met Rvv Rijswijk in het vooruitzicht deed de selectie van RVC blijkbaar niet goed want in de tweede seizoenshelft bengelde men ook in de onderste regionen van de 2e Klasse C.  In de tweede seizoenshelft behaalde RVC slechts 7 punten waardoor met 18 punten uit 20 duels op de voorlaatste plaats eindigde.

Het was toch wel een onheilspellende gedachte dat het na het seizoen 1997-1998 afgelopen was met de twee gerenommeerde Voetbalverenigingen Rijswijk en RVC.

 

Wie kan ons helpen met de aanvullende informatie van 1970 t/m 1998 van voetbalvereniging RVC en wie heeft er nog historische foto’s van deze mooie club?

Mail dan naar haagse.voetbalhistorie@gmail.com



Palmares RVC zondag

Kampioenschappen:
1917-1918 2e klasse A HVB
1918-1919 1e klasse B HVB
1919-1920 3e klasse B
1933-1934 3e klasse A *
1943-1944 4e klasse D *
1956-1957 3e klasse A *
1960-1961 3e klasse C
1964-1965 3e klasse C
1968-1969 2e klasse A
1970-1971 1e klasse B
1984-1985 1e klasse B
1995-1996 2e klasse A
1998-1999 3e klasse A
* = geen promotie

Andere prestaties:
1960 Winnaar Harry de Hartog-beker (finale RVC-VCS 5-2)
1987 Winnaar Haagsche Courant Cup (1-0 tegen RKAVV)
1988 Winnaar Haagsche Courant Cup (3-2 tegen LENS)
1993 Winnaar Haagsche Courant Cup (3-1 tegen ADO)

Palmares RVC zaterdag

Kampioenschappen:
1991-1992 1e klasse A HVB

Andere prestatie’s:

Parade der trainers bij RVC (zondag):

1955-1956 Aat Kant
1956-1957 Aat Kant
1957-1958 Aat Kant
1958-1959 Aat Kant
1959-1960 Frans van der Nolck van Gogh
1960-1961 Frans van der Nolck van Gogh
1961-1962 Frans van der Nolck van Gogh
1962-1963 Frans van der Nolck van Gogh
1963-1964 Frans van der Nolck van Gogh
1964-1965 Karel Jansen
1965-1966 Karel Jansen
1966-1967 Karel Jansen
1967-1968 Karel Jansen
1968-1969 Karel Jansen
1969-1970 Karel Jansen
1970-1971 Karel Jansen
1971-1972 Karel Jansen
1972-1973 Karel Jansen
1973-1974 Karel Jansen
1974-1975 Berry Janse
1975-1976 Berry Janse
1976-1977 Berry Janse
1977-1978 Berry Janse
1978-1979 Aad de Mos
1979-1980 Aad de Mos
1980-1981 Toon Brakus /Ger Hup / Jan Mars
1981-1982 Theo van Leeuwen
1982-1983 Theo van Leeuwen
1983-1984 John van der Lubbe
1984-1985 John van der Lubbe
1985-1986 John van der Lubbe
1986-1987 André Wetzel (H.C.Cup winnaar)
1987-1988 André Wetzel (H.C.Cup winnaar)
1988-1989 John Karelse
1989-1990 John Karelse
1990-1991 John Karelse
1991-1992 John Karelse / Marc Bos
1992-1993 Marc Bos
1993-1994 Marc Bos
1994-1995 Toon Brakus
1995-1996 Eelco Fielemon
1996-1997 Eelco Fielemon
1997-1998 Eelco Fielemon

Parade der trainers RVC (zaterdag):

1984-1985 Wim Landsmeer
1985-1986 Hans de Bruyn
1986-1987 Hans de Bruyn
1987-1988 Hans de Bruyn
1988-1989 Henk van de Luitgaarden
1989-1990 Henk van de Luitgaarden / Jan v.d.Oever
1990-1991 Bram Buntsma
1991-1992 Bert Blans
1992-1993 Bert Blans
1993-1994 Bert Blans
1994-1995 Fred Gorter / Wim de Lange
1995-1996 Wim de Lange
1996-1997 Wim de Lange
1997-1998 Paul van der Kolk

 

Parade der voorzitters bij RVC:

1915-1920 Ben Peeters
1920-1926 Joh. Duiveman
1926-1927 P. Hokke
1927-1960 Piet Verver
1960-1976 George Strik
1976-1977 Jan Bakhuis
1977-1978 Ab Toet
1978-1979 Wim Hartnack
1980-1992 Bert Duin
1993-1998 Wim Hartnack

 

Terreinen waar RVC heeft gevoetbald:

1915: Vaalrivierstraat, Den Haag – Hooge Weide
1916: Copernicusstraat, Den Haag
1917: Hanenburg, Den Haag – Westduinen
1918: Westbroekpark, Den Haag
1922: Laan van Meerdervoort, Den Haag
1923: Houtrust, Den Haag
1924: Zuiderpark, Den Haag, 2 velden
Tussen 1940-1944 te gast bij VVP
Tussen 1947-1949 te gast bij VELO
1950: Schaapweg, Rijswijk, 2 velden (Jonkheer van Vredenburch)
1959: Schaapweg, Rijswijk, 2,5 veld (overkant in Prinses Irene sportpark: links)
1967: Schaapweg, Rijswijk, 3 velden (Prinses Irene sportpark: rechts)

Ere-voorzitter(s) R.V.C.

Piet Verver
?

Ereleden R.V.C.

Wim Mangelmans
Theo Kerpel
Nico Kerkvliet
Aat Kant
Jan Bakhuis
Chris Kerkvliet
Henk de Lusenet
Ben Peeters
Koos Goedraad
H.J. (pa) Hierck
Jos Luijsterburg
M. Martinius
Bart Strik
Piet Verver
Jan Regeer
George Strik
Piet v.d. Wal
Wim Hartnack
Jannie Gorter (tante Jannie)
Ap Toet
Nol Dirksen
Ger van der Gaast
Bert Duin
Rob van Neijhof

Lid van Verdienste bij R.V.C.

J. Bakhuis
B. Bronkhorst
F. Christiaanse
W. Hartnack
N. Kerkvliet
Jan Luijsterburg
A. Meershoek
G. Noordanus
J.B. Regeer
Mevrouw A. Regeer
G. Strik
H. Strik
P. v.d. Wal
B. Zwaan
W. Strik
?

Zijn we allemaal nog naar op zoek…….