Na vijf uiterst succesvolle voetbaljaren en een diep dal in het persoonlijke vlak, het overlijden van zijn vrouw, besloot Bertus de Harder Bordeaux en de Girondins in de zomer van 1954 te verlaten. Hij was inmiddels 34 jaar. Toch had hij het laatste jaar nog bewezen voldoende fit te zijn voor het topvoetbal. Dat het nog beter zou worden zat er uiteraard niet in. Misschien dat hij ook wel overwoog dat zijn neergang niet in de stad mocht plaatsvinden waar hij zijn grootste triomfen had gevierd.

Hij kon terug naar zijn geboortestad omdat de nieuw opgerichte, vooralsnog zwarte, want niet-erkende, betaalde voetbalclub Den Haag hem een financieel aantrekkelijk aanbod had gedaan. Een klein voorproefje van hem en voor het publiek was die zomer de demonstratiewedstrijd van Nederlandse profs die in het buitenland speelden en met vakantie hier waren.
Op het voetbalveld Duinhorst bij Wassenaar speelden ze voor een paar duizend bezoekers een onderling wedstrijdje. Er deden zes spelers uit het nog steeds beroemde Watersnood-elftal aan mee. Bertus speelde bij die gelegenheid onder meer met (dat wil zeggen:tegen) Faas Wilkes, meer dan hij toch het boegbeeld van het Nederlandse voetbal. Hij was het ook die deze middag de show stal. De Harder zal zich dat jaar nog weleens hebben afgevraagd of hij er goed aan had gedaan naar Den Haag terug te gaan. Vanuit de geoliede en succesvolle club Girondins de Bordeaux kwam hij terecht in een rommelige situatie, met de pas opgerichte Nederlandse Beroepsvoetbalbond op voet van oorlog met de KNVB. Alles moest van de grond af aan worden opgebouwd. Daardoor was alleen al het spelen van wedstrijden moeilijk genoeg. Bertus probeerde zijn conditie op peil te houden door wat te trainen bij zijn vroegere club VUC.
Na veel geharrewar, alleen al doordat KNVB-clubs hun terrein niet door de profs mochten laten gebruiken, kon er met veel pijn en moeite een soort van competitie van beroepsvoetbalclubs beginnen.
Den Haag speelde op het eerder genoemde Duinhorst, het veld van voetbalclub Scheveningen, welk terrein eigendom was van de enigszins excentrieke landgoedeigenaar Jochems, sportliefhebber, maar ook lamafokker, amateurwielrenner en kunstschilder.

Het achter de renbaan Duindigt gelegen voetbalveld was niet gemakkelijk te bereiken maar toch wisten ettelijke duizenden voetballiefhebbers het veld voor de profwedstrijden steeds weer te vinden.
Nog datzelfde jaar kwamen KNVB en de Beroepsvoetbalbond tot overeenstemming. De reeds begonnen competitie tussen clubs van het betaalde voetbal werd afgebroken en er werd opnieuw gestart, nu in afdelingen waarin oude, gerenommeerde clubs die tot het beroepsvoetbal waren overgegaan, het moesten opnemen tegen nieuwe clubs als Den Haag, Fortuna en De Graafschap.
Holland Sport verliet Duinhorst en koos als thuisbasis het legendarische Houtrust, het onderkomen van HBS, de club die er een leuke cent aan huur aan overhield, maar zelf amateur was en bleef. Zoals ook VUC er niet over piekerde zijn amateurstatus op te geven, al werd haar daartoe wel de gelegenheid geboden.
Eenmaal op Houtrust nam de belangstelling met sprongen toe. Steeds weer waren er ver over de tienduizend bezoekers bij de wedstrijden van Holland Sport, dat met een samenraapsel van Haagse en Rotterdamse spelers boven verwachting presteerde. Het leek zelfs op het kampioenschap af te stevenen maar in de laatste, tevens beslissende wedstrijd tegen NAC, waarin een gelijkspel genoeg zou zijn voor het kampioenschap, werd verloren.
Holland Sport zou de nederlaag over zichzelf hebben afgeroepen door in de rust te laten omroepen waar de eventuele kampioensreceptie zou worden gehouden. Hiermee werden mysterieuze krachten in de sport opgeroepen die NAC de kracht gaven de achterstand in een voorsprong om te zetten en daarmee zelf kampioen te worden. Maar Holland Sport had zich met de tweede plaats wel verzekerd van een plaats in de hoogste afdeling van het betaalde voetbal voor het volgend seizoen.

Bertus speelde dat eerste jaar in Den Haag weer als vanouds, zo leek het. Hij deed ook in zijn ieuwe omgeving weer mee met de topscorers en was bij vlagen zelfs zo briljant dat hij, de veteraan, alsnog in aanmerking kwam voor het Nederlands Elftal. Vooral zijn samenspel met de uitstekende Mick Clavan bracht de mensen in verrukking.
Zelf moest ik de wederkomst van Bertus helaas aan mij voorbij laten gaan, ik was opgeroepen om als militair de koude oorlog te helpen winnen. Ook tijdens vele weekends moest ik “paraat blijven” in afgelegen oorden als Ossendrecht en Steenwijkerwold, het voetbal was voor mij verleden tijd geworden.

Piet van der Eijk