Voetbal bestaat al zo’n 150 jaar. In al die tijd is het spelletje op diverse manieren gespeeld. In het begin droegen de spelers een keurig kostuum met mooie hoge schoenen eronder, zeg maar de voorlopers van Adidas Van Hanegem. Het was een sport voor nette heren en de teams speelden in allerlei formaties. Waarbij de vraag zich dus al anderhalve eeuw voordoet: wat is toch die wonderlijke wereld van de tactiek?

Tactiek betekent volgens het woordenboek ‘Leer van de oorlogsvoering of gevechtsvoering,’ maar heden ten dage is het een methode om een doel te bereiken. Men begon in de prehistorie met 40 tegen 40, maar dat was niet een echt overzichtelijk kijkspel. Gelukkig werd dit sinds 1863 al snel 11 tegen11 en ja, toen begon het feest. Want waar moesten we nu eigenlijk lopen op het veld? Iedereen liep lekker door elkaar en was verantwoordelijk voor alles wat hij onderweg tegenkwam. Dit was de voorloper van het mannelijke en stevige Engelse voetbal. Tegenwoordig zie je nog wel eens van die wedstrijden op laag amateurniveau. En vroeger bij de pupillen, die over het hele veld speelden, liep ook iedereen de hele wedstrijd rondom de plaats waar zich de bal bevond.
Dugout van Holland Sport met geheel rechts trainer Cor van der Hart

De afgelopen anderhalve eeuw zijn er vele systemen/tactieken bedacht door de duizenden trainers over de hele wereld. Het leuke was wanneer er weer een nieuwe speelwijze was bedacht, wij er allemaal hard achteraan liepen om dit ook uit te voeren, zodat ook wij die allernieuwste speelwijze onder de knie hadden. Het bekendste systeem of de meest toegepaste tactiek uit het verleden is de W/M formatie, een systeem waar met vijf verdedigers en vijf aanvallers werd gespeeld. Die letters W en M kun je letterlijk tekenen en dan is elk ‘uiteinde’ van een letter een positie op het veld. De M dus linksbuiten, linksbinnen, middenvoor, rechtsbinnen, rechtsbuiten. Het was zeer aanvallend en eindstanden als 6-5 of 5-7 waren dan ook regelmatig op de uitslagenborden te vinden. In die tijd hadden we nog geen internet, dus keek men op deze borden bij de sigarenboer of in de krant van de volgende dag. Jarenlang werd het W/M systeem gespeeld. Langzaam gingen de trainers dit aanpassen.

Vervolgens kwam vanuit Italië het Catenaccio, een extreem verdedigend systeem – catenaccio betekent ‘grendel’ – gebaseerd op het neutraliseren van de aanvallers van de tegenpartij, zoals Hongarije tegen Nederland onlangs speelde. De Argentijnse trainer van het Milanese Internazionale, Helenio Herrera, werd er wereldberoemd door én pakte er grote prijzen mee. In die tijd vonden veel mensen het een schandalige speelwijze – want voetballen is toch bedoeld om goals te maken en niet om ze te voorkomen – maar tegenwoordig is het ook gewoon een middel om een goed resultaat te bereiken, zeker in het moderne topvoetbal.
Het Engelse nationale elftal werd in 1966 wereldkampioen met het 4-2-4 systeem en al snel daarna volgde een echte voetbalrevolutie met het door Rinus Michels bedachte en Johan Cruijff in perfectie uitgevoerde 4-3-3 systeem. Het Totaalvoetbal! Tegenwoordig beter bekend als De Hollandse School.

Als antwoord daarop werd het 4-4-2 systeem bedacht, met diverse ruiten op het middenveld, punt naar voren, punt naar achteren, punt naar de zijkant, bij het internationale voetbal de Schotse ruit, of spelen met een dubbele ruit (zeer actueel in verband met de klimaatverandering). Maar ik ken ook trainers die meer voorstander zijn van spelen met de punt omhoog, maar dat terzijde.

Bijnamen voor verdedigende spelers op het middenveld, zoals , De stofzuiger op het middenveld, zijn in die tijd ontstaan. Tegenwoordig spelen we in het moderne voetbal meer met een hoge druk (reiniger). De spelers moeten zich meer focussen op de wedstrijd. Ook de mindset is vandaag de dag heel erg belangrijk, evenals het proces waar de groep zich in bevindt. Probeer zoveel mogelijk in de halfspaces te spelen. Zij moeten de juiste looplijnen hanteren, zoveel mogelijk tussen of onder de linies doorspelen, moeten veel beter scannen en natuurlijk hoog in de energie spelen. Modern is nu ook spelen met een dubbele zes die veel progressieve passes geven. Hoor zelfs trainers praten over horizontaal en/of verticaal verdedigen. Hierbij introduceer ik dan ook gelijk maar een nieuwe term, vanuit mijn achtergrond als leraar Nederlands , grammaticaal verdedigen wordt de moderne term ,kortom meer praten tegen elkaar met de juiste woorden, die elke deelnemer aan het wonderschone voetbal begrijpt . Zullen amateurspelers al deze opmerkingen en aanwijzingen kunnen vertalen naar goed spel. Ben bang dat zij ook zullen denken: Geef mijn portie maar aan Fikkie ,ik kijk wel hoe ik het oplos.

Hoe vaak ik niet een tactiek of speelwijze heb aangegeven en dat een speler plots de bal in de kruising schoot na een persoonlijke actie en omgetoverd tot de winnende goal. Ja, dan was mijn tactiek gelijk geslaagd ,terwijl het niets met mijn zeer doordachte speelwijze te maken had ,enkel en alleen door de geniale ingeving van mijn speler. Vele spelers ben ik hiervoor ook enorm dankbaar geweest in mijn trainerscarrière, waardoor mijn tactiek of speelwijze gelukt was.

Moeten amateurtrainers eigenlijk al deze termen wel gebruiken om je tactiek of zogenaamd inzicht meer gewicht te geven? Begrijpen de spelers dan hoe geweldig je bent en dat je eigenlijk niets onderdoet voor Guardiola, Mourinho, Ancelotti ,Slot en noem maar op. Wat denk jezelf ?
De Haagse trainer Ricardo van der Spek

Er is in de loop der jaren zoveel bedacht op voetbal tactisch gebied dat het onduidelijker werd hoe men nu eigenlijk wil voetballen .Veel trainers die zichzelf de beste aller tijden vonden en vinden, kwamen met revolutionaire systemen en systeemvariaties op de proppen. Ik heb een duimendik opschrijfboek gekocht om alle variaties bij te kunnen houden, want bij een nieuw systeem rennen al die trainers ook gelijk achter aan, je moet wel bij blijven in de materie.
De komende getallen dienen als volgt te worden geïnterpreteerd: het eerste cijfer is het aantal spelers van de achterste linie (die vóór de doelman dus), het volgende cijfer de linie daar weer voor, enzovoort, dus het zijn niet de reservegetallen van de Lotto

4-1-2-1-2, 4-1-3-1-1 , 4-1-3-2

5-3-2, ook wel het Louis van Gaal-systeem van het WK van 2014 genoemd. Wat grote onzin is, want Ronald Koeman had dat als trainer van Feyenoord natuurlijk al veel eerder bedacht. En dat maakte het voor Louis weer eenvoudiger om te kopiëren, excuus: om tijdelijk te lenen. Overigens kan dit 5-3-2 heel eenvoudig – dat wil zeggen: als de backs een linie opschuiven bij balbezit – worden getransformeerd naar 3-5-2.
Co Adriaanse bedacht het 4-3-2-1, ook wel het kerstboom-systeem. en het was zeer succesvol met een promotie met FC Den Haag. Overigens zijn er nog altijd dromertjes bij ons in de stad die denken zeker te weten dat Adriaanse altijd bij FC Den Haag veel succes oogstte met ‘zijn’ kerstboomstrategie, een geweldige uitvinding ,maar op een gegeven moment lukte het hier ook niet meer mee.

Andere speelwijzen waren, 5-4-1, 4-4-1-1, 3-4-3, 3-4-2-1, 4-5-1, 1-3-1-3-2, 3-1-3-1-2 , 4-2-3-1

Het 1-2-3-4 systeem is nog niet volledig ontwikkeld. Maar bij TNO zijn ze er druk mee bezig. Het zou het moobtsrek-systeem moeten gaan heten, precies: de omgekeerde kerstboom.
Er zijn talloze ingewikkelde spelsystemen bedacht. En dan vergeet ik zelfs nog het 9-1 systeem van Dik Bruynesteyn. Die stuurde in zijn Appie Happie-stripverhalen nog wel eens negen verdedigers en Appie als enige spits het veld in.. Kortom, we hebben nog steeds niet het ideale systeem gevonden, waarmee we elke tegenstander kunnen verslaan. Kernpunt is dan ook de kwaliteit van de spelers die je als trainer/coach tot je beschikking hebt. Is er geen kwaliteit, dan wordt het een lastig verhaal en kan – om in elk geval geen goals tegen te krijgen – Dik Bruynesteyns systeem zelfs nog worden geperfectioneerd tot 10-0.

Ook in het amateurvoetbal ben je bij elk tactisch verhaal enorm afhankelijk van je beschikbare spelers. Is er geen kwaliteit in je groep, dan kun je elke tactiek wel overboord gooien. Kameraadschap, werklust en spelplezier zijn enorm belangrijk in een team. Willen de spelers alles voor elkaar doen? Is de strijdlust aanwezig ? Kunnen ze met tegenslagen omgaan? Zijn ze bereid om elke week te komen trainen en schrijven ze niet af bij elke verjaardag van een of andere schoonmoeder of als de cavia een loopneus heeft? Zijn er leiders in je groep die de spelers de weg wijzen, vooral in mindere tijden? En heb je dan ook nog een paar spelers met kwaliteit of extra kwaliteit, dan bepalen zij ook mede het succes van de door jou gekozen tactiek of beter gezegd speelwijze.

Afgelopen periode zag je zelfs bij het Nederlands elftal hoe moeilijk het blijkbaar is – ook op topniveau- om een goede wedstrijd te spelen. Zoveel factoren spelen een rol in het voetbal, al speelde Duitsland anders dan de trainer vooraf gedacht had. Tja dan wordt het weer een lastig verhaal.
Zeker bij het amateurvoetbal moet je het simpel houden en vooral niet te ingewikkeld alle trainers uit de top proberen te imiteren.

Mijn persoonlijke ervaring was dan ook in al die jaren dat als je een aantal spelers hebt lopen met iets meer kwaliteit, je heel ver kunt komen als je er bovendien nog een team van kunt maken . Met andere woorden als iedereen voor elkaar knokt, plezier heeft in het spelletje en goed met elkaar om gaat ,dan wordt het misschien nog wat. Maar ik heb ook in mijn 34 jarige carrière ontdekt dat geluk ook een enorme rol speelt in het halen van goede resultaten .

Het bekende balletje binnenkant paal. Geluk moet je afdwingen is een veel gehoorde kreet. Op welke manier je dat moet doen is nog niet helemaal duidelijk.
Teambuilding is ook een wezenlijk onderdeel geworden in het amateur voetbal. Trainingskampen in het buitenland , presentatie kleding, verplicht een uurtje blijven na de wedstrijd. Van Hans van Laar (oud trainer van Laakkwartier, Monster en toen nog vv Gravenzande) begreep ik dat teambuilding in het Westland vanzelf gaat ,zeker na de wedstrijd.. Een kratje bier neerzetten en met zijn allen naar dezelfde dorpskroeg stond vaak garant voor een goede sfeer en teambuilding en veelal ook leuke resultaten .
In tegenstelling daarop vroeg een collega trainer mij ooit naar zijn naderende tegenstander of de linker centrale verdediger links of rechts benig was, waarop ik maar antwoordde dat hij geen van beide was .Vroeger had Coen Moulijn een stijf linkerbeen ,maar hij speelde iedereen dol. Trainers moeten het ook weer niet te moeilijk maken voor een amateurelftal.
Cromvliet trainer Coos Hubscher (met pijp) maakt zich niet zo druk in de tijd (seizoen 1989-1990) dat je nog gewoon mocht roken in de dugout.

Maak het voetbal niet te tactisch op amateurniveau, zorg ervoor dat je elftal keihard werkt ,zodat de supporters van je cluppie genieten van de strijdlust . Mocht je onverhoopt verliezen dan zijn ze wel getuige geweest van een hard werkend team dat zijn favoriete vereniging vertegenwoordigt en waar zij na een week hard werken naar gaan kijken, Minder kritiek na een tegenvallend resultaat is dan geboren en dat scheelt een slok op een borrel . Al wordt die natuurlijk altijd wel gedronken na de wedstrijden, ongeacht verlies als winst .

Jan Linkerhof
23-10-2024

Jojobet Giriş Yapcasibomholiganbet girişcasino siteleriDeneme BonuslarOnwincasibom girişcasino sitelericasibom giriscasibom girişholiganbetjojobet güncelholiganbet girişcasinocasibom girişcasibom girişONWİNBETS 10