Ooit was Den Haag een stad met een onnoemelijk aantal voetbalclubs.
Daar is sterk de klad in gekomen. Rob Pronk bracht en brengt de vele tientallen verenigingen tot leven die in de loop van de naoorlogse jaren van de velden verdwenen. Hij is de chroniqueur van een rijk voetbalverleden.
Voor de liefhebbers die het (nog) niet weten: zie zijn Facebook- en website Haagse Voetbalhistorie. Ik volg het met plezier. De herkenning is groot.
(foto uit het archief van Quick)

Net als veel jongens wilde ik in mijn jaren-zestig-jeugd in Den Haag graag voetballen. Ik meldde mij aan als aspirant-lid van het ‘deftige’ Quick (van 1896). Vriendjes van mijn lagere school in de als chic bekendstaande Vogelwijk hadden me overgehaald zich bij hen te voegen.

‘Mijn’ Den Haag, stad van rang en stand. De ballotagecommissie van Quick verhinderde mijn komst.
Mijn vader, rechercheur bij de Haagse politie, verdiende te weinig. Zijn inkomen lag onder de streep van de maatlat die de clubbestuurders blijkbaar hanteerden. Tja, hoe legt een ouder dat uit aan een kind van twaalf?
Ik vond een andere club. De keuze was groot genoeg.
En zeker. Ik kreeg van mijn ouders een complete uitrusting, inclusief trainingspak. De contributie werd trouwens keurig op tijd overgemaakt.

In mijn boek: Moet je horen…verhalen en anekdotes uit 100 jaar radio, beschrijf ik hoe het voetbal zich ontwikkelde van een sport voor de elite tot een sport voor de massa. Klompenjongens werden ze genoemd, die arbeiderskinderen van eind 19e eeuw die geen toegang kregen tot elitaire Quick-achtige verenigingen.

De eerste sportverslaggever van de radio was trouwens een onvervalste klompenjongen: Han Hollander heette hij. Op 11 maart 1928 debuteerde hij bij Holland-België. Hij groeide uit tot een zeer bekende Nederlander (en daarvan hadden we er toen maar een stuk of tien…)
Eigenlijk was ik, hoewel afkomstig uit een middenstandsmilieu in een doorsneestraat, in de ogen van de Quick-bestuurders ook een klompenjongen. Een van de laatsten, denk ik. En ja, Ouick bestaat nog steeds. Gelukkig.

Govert van Brakel
13-01-2020