Waar vinden we nog die echte ouderwetse voetbalkantine? De kantine waar je bij binnenkomst het aroma van vers gezette koffie opsnuift en waar de geur van gefrituurde kroketten je tegemoet waait, ze lijken van de aardbodem te zijn verdwenen.
Oude tijden aan de bar van de (ook) niet meer bestaande Haagse voetbalvereniging GDS
Vooral in Den Haag wordt het steeds moeilijker om deze ouderwetse, nostalgische plek van herkenning te vinden. Vroeger had je kantines die uitpuilden van sfeer en gezelligheid. Logisch dat je er tot ‘s avonds laat bleef hangen. Wat dacht je van de traditionele kantines van SOA, DUNO (met de fietsenstalling als tribune), Laakkwartier, of die van VIOS en van de ADO-amateurs vlak achter het doel, WIK, ODB en nog veel en veel meer van die gebouwtjes die voor eeuwig op je netvlies staan. Helaas zijn de meesten verdwenen of hebben ze plaatsgemaakt voor een gloednieuw, ultramodern bouwwerk waar de nostalgische geur van koffie en kroketten minder aanwezig is.
Met alle respect, veel voetbalkantines van nu zijn eigenlijk geen kantines meer, maar worden meer en meer gebruikt als Buurthuis van de Toekomst of als de Toekomst van het Buurthuis. Multifunctioneel, zoals dat tegenwoordig heet. Logisch, pure noodzaak om de kosten te kunnen betalen. Maar toch, het is toch een voetbalkantine?
In het Buurthuis van de Toekomst annex de voetbalkantine kun je tegenwoordig meer dan alleen een biertje drinken of een broodje bal met mayo naar binnen werken. Je kunt er ook bridgen, is er zwangerschapsgymnastiek , walking tae- kwon- do voor bejaarden. Ook het walking football heeft zijn intrede gedaan. Veel clubs hebben reeds diverse teams op hun complex, maar misschien ook bakken met de buren, jeu de boules met zachte ballen voor de kwetsbaren of kleiduifschieten met losse flodders. En voor wie het leuk vindt, aansluiten met linedancen voor asielzoekers is zeker ook een optie.
Voor wie al op leeftijd is, is er yoga voor 65-plussers, er is tijd over en plek genoeg in wat ooit alleen bestemd was voor voetballers. Begrijp me goed, het is vaak pure noodzaak om effectiever met kantines of clubgebouwen om te gaan. Natuurlijk, alle complimenten naar de Haagse wethouder die dit allemaal heeft bedacht. Maar het verlangen naar de echte ouderwetse voetbalkantine, met de klemtoon op voetbal, neem je er bij mij niet mee weg. Want, daar komt-ie weer voor de tienduizendste keer: vroeger was alles beter, dus ook, zeg maar, de voetbalkantinebeleving.
Wat deed je daar niet allemaal! Ja natuurlijk, het bakkie koffie voor de wedstrijd, met eventueel een wit kadetje jonge kaas. En na afloop het biertje. En nog een biertje, En nog een biertje. Met een blokje kaas, een plakje leverworst, een frikadel, een vlammetje, later zelfs een patatje en nog meer lekkernijen die helemaal pasten bij ‘jouw’ kantine.
Je zat en stond uren te ouwehoeren met je voetbalvrienden. Maar ook met de tegenstander, want die bleef ook veelal hangen. In het verleden stond er ook nog een biljartje, zaten er groepjes te klaverjassen, jeugdspelers waren aan het tafeltennissen, er stond een tafelvoetbalspel, en er hing een dartbord in de hoek. Er werden sinterklaasavonden georganiseerd, etentjes voor de selectie ,maar ook voor lagere elftallen en vriendenploegen. Ga zo maar door. De kantine was een verzamelpunt van gezelligheid.
Wat zegt u, dat is nog steeds zo? Dat zal wel, er zal hier en daar als je goed zoekt nog wel zo’n ouderwets kantinegevoel zijn. Maar vroeger was het op een paar honderd plekken in Den Haag, elk weekend en ook nog drie, vier avonden in de week stampvol.
Oude tijden aan de bar van de (ook) niet meer bestaande Haagse voetbalvereniging Duinoord.
Ach, wat dwalen mijn gedachten er weer heerlijk naar af. Aan de bar hangen tot laat in de avond, soms tot diep in de nacht. Bij Duinoord, waar ik enkele jaren trainer mocht zijn, was het meer dan dat. Ik noemde het een ‘Café met twee voetbalvelden’, want dat was het in feite ook. Het was er altijd feest. Na de wedstrijden bleven de spelers hangen tot een uur of zeven. Gingen daarna naar huis en kwamen dan omgekleed weer terug om verder te kletsen en te drinken, om daarna nog eens op stap te gaan. Als het helemaal supergezellig was, bleven ze tot in de zeer kleine uurtjes in ‘hun’ kantine.
Bij JAC, opgegaan in het huidige SVC’08, was het niet anders. Tante Tiny stond de hele wedstrijddag áchter de bar en na zes uur zat ze vóór de bar. Prachtig. Veelal gingen we daarna nog naar café De Renbaan om de gespeelde wedstrijd verder te analyseren, al was dat vaak pas rond negen uur.
Bij VCS hing in die tijd ook een heerlijke voetbalsfeer in die oude nostalgische kantine. Na de training op vrijdagavond, was de kantine stampvol met kaartende en biljartende leden. Zo ongelooflijk gezellig, dat ik regelmatig op vrijdag pas om een uur of één ‘s nachts mijn bedje zag.
Tegenwoordig zijn de kantines, of beter, de clubgebouwen, schitterend ingericht en hypermodern. Verzorgde, ruime toiletten, uitstekende kleedkamers met prachtige voorzieningen, waar je bij verschillende verenigingen zelfs hele maaltijden kunt bestellen. Maar veelal toch wel wat sfeerloos, tenminste, vergeleken met de ouderwetse voetbalkantine. O zeker, als partycentrum of zoals al eerder genoemd Buurthuis van de Toekomst is het wel geweldig natuurlijk. Maar ik spreek nu namens veel oudere voetballiefhebbers.
Oude tijden in de kantine van de (ook) niet meer bestaande Haagse voetbalvereniging De Zwarte Schapen.
Want met die kantines van vroeger vergeleken, is de sfeer van nu gewoon niet te vergelijken, welke argumenten mensen ook aandragen om het tegendeel te bewijzen. Het is geen kwestie van beter of slechter, het gaat puur en alleen om de sfeer en de gezelligheid. De vooruitgang der tijden heeft ons veel goeds opgeleverd, de kantine-van-toen is door de tijd en de omstandigheden achterhaald. Maar de sfeer uit die echte naar ballen gehakt en bier ruikende kantine is er niet meer en krijgen we ook nooit meer terug. We zullen ermee moeten leven.
Proost!
Jan
27-11-2024