In de geschiedenis van het Haagsche Amateur voetbal is het voetballen vanuit een Personeelsvereniging een belangrijk stuk van het voetballende verleden. Veel bedrijven hadden een personeelsvereniging met een afdeling voetbal. Het was heel simpel als je bij deze bedrijven ging werken kreeg je gelijk van een medewerker Personeelszaken een aanmeldingsformulier voor de voetbalafdeling. De Haagsche voetbal competitie stond bol van voetballende rijks en gemeente ambtenaren, HTM-ers, postbodes tot procureurs, deurwaaarders, klerken en nog veel meer beroepen en ambachten van toen. Bekende personeel clubs uit het verleden waren onder meer BIZON, CWP, PGS, Wilsonmeters, DORR, ANWB, HTSV, HPSV, Laurens, GGB, KSD, Nat.Ned, PVS en SVPTT. Het voetballen bij een personeelsvereniging had in veel gevallen een groot voordeel, zeker voor de verenigingen. De contributie was mede door de financiële bijdrage van het bedrijf, aanzienlijk lager dan bij de andere verenigingen. Daarnaast was de betrokkenheid van de spelers met hun club groot. Dat kwam natuurlijk door de binding met het werk.
Zelf ben ik ook nog een aantal maanden, via mijn toenmalige werkgever, lid geweest van zo’n voetballende tak van de personeelsvereniging en heb ik daar de nodige voordelen maar ook nadelen ondervonden.

Ik kwam als leerling telefoonmonteur terecht bij de PTT. Op de eerste werk/opleidingsdag kwam er gelijk al een vertegenwoordiger van de Personeelsvereniging uitleg geven van en over de verschillende mogelijkheden die de personeelsvereniging te bieden had. Met nog een aantal jongens melden wij ons aan bij de voetbalafdeling van SVGT. Wat stond voor Sport Vereniging Gemeente Telefoon, de voetbaltak was even daarvoor onder de naam SVPTT verder gegaan. De directie van de telefoondienst was een groot voorstander van sportende medewerkers en de faciliteiten waren, zeker voor die tijd, daar dan ook naar. Bij uitwedstrijden verzamelden wij als jonge jongens bij de telefooncentrale aan de Marnixstraat in Den Haag. Onder de begeleiding van een medewerker van de afdeling vervoer werden we dan achter in een grijze PTT bus gestopt en naar de uitwedstrijden gebracht. Het was zo’n bus zonder ramen. Dicht op elkaar zaten we dan op de bodem van het busje als haringen in een ton. De chauffeur was een al op leeftijd zijnde man die nog nooit een aanrijding had gehad, dus dat was wel vertrouwd vond de bedrijfsleiding. Wij dachten daar anders over, die man reed zo voorzichtig en langzaam dat hij een keer op de grote weg stopte omdat hij een rijksdaalder zag liggen. De busjes hadden weinig of geen vering en het werd meestal bloedheet. Een warming-up voor de wedstrijd was dan ook beslist niet nodig. Het was denk ik een van de eerste vormen van een spelersbus. SVPTT speelde in die tijd aan het terrein Filmstad aan de Benoordenhoutse weg. Twee velden en een hele kleine kantine. In de kantine zorgde een medewerker uit het magazijn voor de versnaperingen. Het assortiment bestond uit een gevulde koek, sprits en daarnaast kon je kiezen uit een flesje cola, sinas en bier. Later werd het assortiment uitgebreid met een mars. De westrijden werden gespeld op het hoge of het lage veld. Het lage veld lag in de lengte achter het hoge hoofdveld. Wanneer er in de kantine een flesje bier omviel stond het lage veld blank en kon er niet gevoetbald worden.
Als leerling werd je natuurlijk regelmatig in de maling genomen door de oudere en ervaren medewerkers. Zo werd ik een keer door mijn ploegbaas vanaf het voormalige vliegveld Iepenburg naar het magazijn in de Marnixstraat gestuurd om een aantal schroeven en ringen te halen. Op de fiets ging ik op weg en na verloop van tijd kwam ik daar aan. De magazijn medewerker vroeg aan mij wat het bestelnummer was .. ja dat weet ik niet, gewoon schroeven en ringen van 5 cm…antwoordde ik. …. Ga maar terug en vraag wat het bestelnummer is… beet de magazijn medewerker mij onvriendelijke toe. Wat had ik de pest in zeg, in mijn eigen tempo ben ik rustig terug gefietst. Waarbij ik een tempo hanteerde waarmee ik tijdens het fietsen nog net niet omviel. Terug gekomen op mijn werkplek vertelde ik dat de schroeven en ringen niet in voorraad waren en besteld zouden worden. De zaterdag daarop speelde wij thuis, op het lage veld. De magazijn medewerker die mij terug had gestuurd stond bij ons te vlaggen en na de wedstrijd had hij kantine dienst. ..He, jij bent toch die jongen van die schroeven gisteren, ik heb je niet meer terug gezien,.. je kan lekker voetballen…riep hij me een stuk vriendelijker toe….,Nee, het was niet meer nodig…antwoordde ik. Vanaf die tijd kon ik alles voor elkaar krijgen in het magazijn. Het kon dus een voordeel zijn om in het personeelsteam te voetballen. Hoewel ik me afvraag of het ook zo had uitgepakt als ik geen pepernoot had geraakt in die wedstrijd.
Er zaten natuurlijk ook andere kanten aan. Zo werd mij eens, na een gespeelde wedstrijd, gevraagd om te gaan vlaggen bij een ander elftal. Ik antwoordde dat ik weg moest en niet kon vlaggen. Nou was de persoon die het aan mij vroeg tevens de man die op het werk het werk verdeelde. Of het toeval was weet ik niet maar vanaf die tijd kreeg ik allen maar de rotklussen. Het kon ook gebeuren dat je ineens de bedrijfsarts tegen kwam. Leuk zou je denken maar het had ook zijn keerzijde. Zeker op de leeftijd die ik toen had, gebeurde het wel eens dat ik me had ziek gemeld maar toch wel weer kon voetballen. Je viel dan gelijk door de mand en had dan veel uit te leggen. Uiteindelijk heb ik besloten om voetbal en werk van elkaar gescheiden te houden en vertrok naar een andere vereniging.

De ontwikkelingen bij de personeelsverenigingen veranderden snel, steeds meer spelende leden waren niet werkzaam bij het betreffende bedrijf waarmee de echte cultuur veranderde. De meeste bedrijven met een personeelverenging gingen eisen stellen met betrekking tot het verlenen van financiële steun. Een bij de PTT (later KPN) gehanteerde regel was de 80 – 20 regeling.
Dat betekende dat 80 procent van de leden bij KPN werkzaam diende te zijn om voor subsidie in aanmerking te komen, 20 procent van de leden mochten niet KPN-ers zijn. Veel bedrijven hanteerde een soortgelijke regeling. Deze regeling werd strenger gehanteerd door een toenemende controle vanuit deze bedrijven. Bij KPN kwam deze controle nadrukkelijker gehanteerd toen de algemeen directeur bij de finish van de vierdaagse de deelnemende KPN-ers stond op te wachten voorzien van bloemen voor de gefinishte KPN-ers. Bij de finish speelde het KPN harmonie orkest, gesponsord door KPN. De directeur vroeg, aan een trompet spelend, harmonielid….en bij welk onderdeel ben jij werkzaam…Nee ik ben geen KPN-er, maar een vriend van mijn zwager werkt wel bij KPN, door hem ben ik lid geworden. Hij stelde dezelfde vraag nog een paar keer aan de andere muziekanten en kreeg telkens een antwoord van dezelfde strekking.
Het bleek dus dat de meeste leden van de KPN harmonie niet bij KPN onderdelen werkzaam waren. Het zelfde verhaal bij de KPN deelnemers van de vierdaagse, die geheel in outfit van KPN over de finish kwamen. De bloemen kregen ze toch. Maar de benodigde financiële ondersteuning werd alleen nog maar onder strenge normering toegekend. Veel van deze voetbalclubs waren genoodzaakt zich los te koppelen van het bedrijf en als zelfstandige vereniging door te gaan. Het enigste wat overbleef was de naam, de herinnering aan een eens bestaande personeelsvoetbalclub.
De meeste verenigingen gingen door fusies op in andere verenigingen. Ook hierdoor kwam er een eind aan een stukje voetbal geschiedenis in onze Haagse regio.
Mink Kuijt

deneme bonusuMARS