Het lijkt een eeuwigheid geleden, echter ik ben niet vergeten hoe aangenaam het aanvoelde als de lente aanbrak en je op een zonnige voorjaarsochtend in het weekend, gekleed in een dun jasje, een gekleurd trainingspak of een vest een voetbalwedstrijdje ging kijken of zelf ging spelen. Heerlijk die voorjaarszon en lentekriebels, spelers die het veld opkwamen alsof zij het gevoel hadden dat zij hun appartement in Zuid Spanje uitstapten en de zon op hun hoofd begroetten. Langs de lijn een gesprekje met een oude voetbalbekende, in het veld spelers die sneller zweten dan in de voorbije wintermaanden. Een fijn gevoel.
In de jaren 70 speelden alle voetballers nog op zwarte voetbalschoenen, met witte of zwarte voetbalveters, velen zonder de nog niet verplichte scheendekkers, blauwe vanwege trappen op het onderbeen vereeuwigde plekken op de schenen, schaafwonden van de keiharde alsmede slecht onderhouden velden, hobbelige velden waarop de meeste voetballers toch gewoon een bal konden aannemen en strak over de grond wisten te plaatsen, uitgespeelde spelers die na hun wedstrijd met een biertje in de hand langs de kant van het veld hun derde helft inleidden, blondines strak in het leder en spijkerjasjes, complete families die elkaar elke zaterdag en/of zondag op de club begroetten, pupillen en junioren die gewoon nog naar hun helden van het vlaggenschip kwamen kijken en bij een corner ‘halve goal, halve goal’ en ‘keeper wordt niet zenuwachtig hihaho’, riepen, aangeschoten supporters die tegenstanders en scheidsrechters voor rotte vis uitmaakten en na de wedstrijd gezellig met dezelfde personen een biertje nuttigden. In de middaguren gezellig op het terras een biertje erbij, hier en daar een kreet van personages die dachten van honderd meter afstand te kunnen aangeven dat het een zuivere strafschop was.
In die tijd was het normaal dat een bezoeker van een wedstrijd van het eerste elftal een toegangskaartje moest kopen. Bij het loket aangekomen waren velen ineens bestuursleden en dachten onder die noemer zonder te betalen het betreffende complex te betreden. Totdat de kassier vragen stelde over het aantal bestuursleden, dat konden er toch nooit meer dan tien zijn. In die periode werd er als oplossing voor bestuursleden per vereniging een bestuursledenkaart bedacht, zodat de daadwerkelijke bestuurder zich bij de ingang kon identificeren. Diverse toegangsfraudeurs hebben in die periode allerlei smoesjes bedacht om gratis binnen te wandelen. Er zijn genoeg volwassenen geweest die desnoods over een hek heen klommen, terwijl zij een kwartier later in het betreffende clubhuis een rondje gaven alsof het niets was.
Mij is het inmiddels allemaal om het even, de lente komt eraan en de velden liggen er prima bij, gele of oranje schoenen waar maak ik me druk om? Voetballen op een knollentuin, wat maakt mij het uit. Ik wil gewoon weer een wedstrijdje in het lentezonnetje spelen of aanschouwen, een biertje weliswaar op anderhalve meter afstand op het terras met mijn voetbalmaten drinken, jeugdspelers hun helden horen aanmoedigen en gewoon een toegangskaartje kopen. Hopelijk ziet het kabinet hier vanaf april 2021 mogelijkheden, zodat alle voetballiefhebbers weer kunnen genieten van het voetbal in de lentezon.
Vriendschappelijke wedstrijden waarbij vooraf wordt afgesproken dat de scheendekkers niet om hoeven, afgezakte kousen zodat de echte voetbalkuiten eindelijk weer eens zichtbaar zijn. Wellicht dat de voetbalvrouwen dan ook weer eens vaker komen kijken. Families die eindelijk weer massaal naar buiten gaan en besluiten na jaren hun voormalige voetbalverenging te bezoeken en vanuit nostalgisch oogpunt besluiten om wekelijks de gang naar het voetbalcomplex te maken. Het zou toch geweldig zijn.
Rini Toet
9 maart 2021