Voetbal is de grootste sport van Nederland. Miljoenen mensen beleven – zowel actief als passief – plezier aan voetbal. De KNVB geeft aan dat men er voor iedereen is die wil voetballen. Dit klopt uiteraard, echter de boeten en administratiekosten door de decennia heen volgend tonen aan dat men vanuit de KNVB en HVB nooit te beroerd is geweest voetballers of voetbalverenigingen met aanzienlijke boeteposten te confronteren. Dat de oorzaak van deze kosten veelal door de clubs en/of voetballers zelf werden/worden veroorzaakt wordt nog wel eens vergeten.

KNVB-administratiekosten en boeten je kunt het zo gek niet bedenken – ik heb er een aantal verzameld.

De columns van Rini Toet worden mede mogelijk gemaakt door BeDe Kamerverhuur

Door mijn data heen wandelend viel mijn oog direct op boeten van 2,50 gulden die in 1915 – dat was destijds best een bedrag – te pas en te onpas door de KNVB werden uitgedeeld. Men had toentertijd blijkbaar argumenten genoeg om te bestraffen. Het betrof o.a. het niet aan de KNVB doorgegeven van vriendschappelijke wedstrijden, het niet op tijd of geheel niet inzenden van ruilformulieren en het niet inzenden van zogenaamde saldobiljetten die destijds maandelijks vanuit de clubs richting KNVB verzonden moesten worden. Boeten van vijf gulden – een gigantisch bedrag in 1915 – werden uitgedeeld naar aanleiding van het niet opkomen voor een door de KNVB geplande wedstrijd, wegens het laten meespelen van niet gerechtigde spelers en wegens het te laat aanvangen van wedstrijden. Ik ben zelfs boeten van tien gulden i.v.m. het regelmatig te laat aanvangen van wedstrijden, het niet op tijd van inzenden van spelerslijsten of het inzenden van onvolledige spelerslijsten tegengekomen. Dat dit zomaar tientallen keren per voetbalweekend door de KNVB kon worden opgelegd zal de voetbalbond bepaald geen windeieren hebben gelegd, echter de oorzaak lag toch echt bij de voetbalverenigingen zelf. Een veelheid aan voetbalvereniging was redelijk hardleers, men betaalde wellicht liever boeten dan dat men e.e.a. conform de KNVB-richtlijnen organiseerde of afhandelde.

Een steekproef betreffende het voetbalseizoen 1924/1925 heeft mij duidelijk gemaakt dat het zogenaamde ruilformulier gewoonweg te vaak onvolledig of onjuist was ingevuld. Boeten van 2,50 voor het niet invullen van naam scheidsrechters, missen verenigingscodes, ontbreken naam grensrechters, het niet overhandigen van het ruilformulier, het verkeerd invullen van het ruilformulier, het niet tijdig inzenden van het verenigingssaldo, te laat inzenden van ledenlijsten, te laat inzenden van specifieke formulieren, het niet overeenstemmen van het wedstrijd en ruilformulier, onvolledig ingevulde spelersinformatie, onduidelijk ingevulde einduitslag, het onvolledig invullen van tijdens de wedstrijd uit het veld gezonden spelers en door de scheidsrechter gewaarschuwde spelers, te laat aanvangen van wedstrijden alsmede het intrekken overschrijvingen naar andere verenigingen. Al dit soort tekortkomingen werden dus met boeten beloond. Wat te denken van vijf gulden boeten vanwege het spelen van onaangekondigde vriendschappelijke wedstijden of het niet willen uitspelen van een wedstrijd. Daarnaast mocht vijf gulden worden betaald voor het uitkomen in een lager elftal, terwijl men bijvoorbeeld voor het eerste elftal was ingeschreven. Wat te denken van de vijf gulden strafmaat voor niet goed gekalkte lijnen of 2,50 voor het ontbreken van een verbandtrommel.

Dat de ingezonden wedstrijd en ruilformulieren elke dinsdag na het weekend op juistheid en volledigheid werden gecontroleerd moge duidelijk zijn. Dit proces was behoorlijk arbeidsintensief – het zou mij niet verbazen als een flink aantal bureaucratische mierenneukers als een soort van interne controleurs die wedstrijdformulieren doorworstelden. Daarentegen zou het mij verbazen dat dit volwaardige registeraccountants zijn geweest. Dat dit handmatige controleproces zich tot het digitale tijdperk heeft voortgezet zal de nodige klootogen hebben opgeleverd.

Al deze boeten werden tot 1970 in de sportkroniek opgenomen. Het moet in de tijd van de gewone typemachine een helse klus zijn geweest om o.a. de te registreren boeten en administratiekosten uiteindelijk op een fatsoenlijke manier in het weekblad op te nemen.

Kon tegen opgelegde boeten worden ingegaan? Jazeker. De KNVB vermeldde dit onder het kopje ingetrokken of verminderde boeten.

In het boekjaar 1930 wist de KNVB 7291 gulden aan boeten en 2826 gulden aan administratiekosten in rekening te brengen.

Tijdens de oorlogsjaren werden de boeten niet echt verlaagd!

Uit bovenstaande overzicht blijkt dat leden jonger dan dertien jaar in 1945 niet aan de gewone competitie mochten deelnemen – boete 1 gulden.

Opmerkelijke boeten van 2,50 gulden konden in 1945 worden opgelegd als een senior meer dan één keer per 24 uur aan een wedstrijd deelnam. Voor een junior betrof dit één keer per 48 uur. Ik kan me niet voorstellen dat deze maatregel daadwerkelijk heeft gewerkt – althans door de voetbaldecennia heen heb ik spelers – ook ikzelf heb hieraan meegedaan door op zaterdag bij de jeugd en op zondag bij de senioren het veld te betreden – meerdere wedstrijden per weekend zien spelen. Ik kan meerdere pagina’s vullen met namen die meerdere keren in het weekend voor 2×45 minuten het veld betraden. Wellicht kan de KNVB dit alsnog met terugwerkende kracht bij de betreffende spelers innen?

In bovenstaande overzicht uit 1945 is een voor mij onbekende boete aan het KNVB-papier toevertrouwd. Voor het zonder toestemming spelen van seriewedstrijden werd 25 gulden in rekening gebracht – dit soort straffen was in die tijd wat mij betreft te gek voor woorden. Was veel geld een geeltje!

Kassa 1954/1955

Kassa in 1955 – geen grensrechter 1 gulden boete. Grensrechter geen legitimatiebewijs 1 gulden. Geen verenigingsnaam op ruilformulier 1 gulden. Ruilformulier te laat aangeboden 5 gulden. Rekening aan KNVB niet op tijd voldaan 5 gulden. Opgesteld zonder overschrijving 5 gulden. Uitgekomen in lager elftal terwijl reeds elf keer voor 1e elftal was gespeeld 5 gulden boete. Niet opkomen 2,50 gulden. Bij een andere wedstrijd mocht 10 gulden boete voor het schuldig aan staken wedstrijd worden afgetikt. Trainen zonder licentie 50 gulden. Het niet op tijd inzenden trainerscontract 5 gulden. Ruilformulier niet tijdig ingezonden 1 gulden. Geen verbandtrommel bij voetbalvereniging aangetroffen 2,50 gulden. Te laat aanvangen wedstrijden 10 gulden. Opgegeven verkeerde elftal 5 gulden. Geen verenigingsnaam op ruilformulier 1 gulden. Niet opgekomen 10 gulden. Naam scheidsrechter niet vermeld 1 gulden, ongerechtig meespelen 5 gulden, onjuist invullen formulier 2,50 gulden alsmede het niet aan de KNVB opleveren van zogenaamde saldobiljetten – ik neem aan dat dit met de boekhouding van de verenigingen te maken heeft. Kortom een opstapeling van boeten die landelijk tot een aanzienlijke KNVB-boetepot moet hebben geleid.

Inmiddels was in Nederland het betaalde voetbal geïntroduceerd en schoten de boeten als paddenstoelen uit de grond. Wegens het laten deelnemen aan betaald voetbal door een speler die daartoe niet gerechtigd was, 100 gulden boete. Voor het niet betalen van een transfersom werd tevens 100 gulden in rekening gebracht. Ik kwam er nog eentje van 100 gulden tegen, het betrof de in 1960 gestaakte wedstrijd tussen Scheveningen Holland Sport en Elinkwijk.

Tot op heden heb ik het slechts over de KNVB als ontvanger van de boeten gehad, dit is te kort door de bocht. Natuurlijk bestonden er allang lokale voetbalbonden zoals de HVB alwaar de op maandag en/of dinsdag ontvangen ruilformulieren tevens op juistheid en volledige werden getoetst. Het moet een arbeidsintensieve klus zijn geweest om dit soort formulieren door de KNVB of in ons geval de HVB-molen te laten beoordelen. HVB-straffen en boeten werden tot 1970 in de sportkroniek en na 1970 in Voetbal West opgenomen. Zware strafzaken werden door de zogenaamde tuchtcommissie opgepakt.

Door de voetbaljaren heen zijn de boeten en administratiekosten meegegroeid met de inflatie – althans daar lijkt het op. In ieder geval kan ik inmiddels wel concluderen dat de boeten voor junioren lager liggen als die van senioren – niet zo vreemd toch.

In 1915 was er nog geen sprake van gele of rode kaarten, men deed e.e.a. af met het opschrijven in het boekje van de scheidsrechter – in de KNVB-administratie werd dit als een zogenaamde registratie met een boete van 1 gulden opgenomen. Heden ten dage werkt men dus met gele en rode kaarten waarbij de voortdurende verhogingen in het oog vallen. Daar waar bijvoorbeeld tijdens het seizoen 2011/2012 bij de senioren voor de eerste tot en met de derde gele kaart nog 13,50 moest worden gedokt daar kostte dit voor jeugdspelers 6,10 euro. De vierde gele kaart bij senioren was goed voor 21,30 euro, bij de jeugd 12,10 euro. Rood bij de senioren was goed voor een boete van 21,30, bij de jeugd 12,10. In 2015/2016 kostte een gele kaart bij de senioren al 14,70, de vierde gele en daarop opvolgende 23,20 euro – rood 23,20. In 2020/2021 kostte een gele kaart bij de senioren al 16,20 euro, de vierde gele 28,60 euro – rood 28,60. In 2022/2023 16,60 voor geel en 29,40 voor rood. U ziet elk jaar worden de boeten opgehoogd. Ik ben benieuwd hoe hoog de boeten in komend seizoen zullen zijn.

Ter verduidelijking de enige West II cijfers betreffende het seizoen 2016/2017. Tijdens dit seizoen werden 28.862 gele en 2590 rode kaarten uitgedeeld. Er werd twaalf keer niet opgekomen en veertien gestaakt i.v.m. te weinig spelers. Er werd 223 gestaakt i.v.m. wanordelijkheden, 29 keer was er sprake van ongerechtige spelers, inlichtingen werden tien keer niet tijdig aan de KNVB verstrekt, handtekening scheidsrechter of aanvoerder ontbrak diverse keren. Hierbij vraag ik me wel af hoe de KNVB op juistheid van handtekeningen controleerde. Ik neem gemakshalve aan dat men hiervoor geen actueel handtekeningenregister heeft aangelegd, laat staan bijgehouden.

Na de wedstrijd moesten zowel de eindstand alsmede overige administratie op het ruilformulier – wedstrijdformulier worden ingevuld. Met name de aanvoerders en de scheidsrechter hadden hierin een belangrijke rol. U zult begrijpen dat dit niet altijd vlekkeloos is verlopen. Tegenwoordig is vrijwel alle KNVB-administratie gedigitaliseerd – was even wennen – maakt het wel iets makkelijker

Normaliter schrijf ik mijn columns slechts over de geschiedenis van het Haagse voetbal. Deze column wijkt daar enigszins in af. Aangezien ook ik onbekend was met de hierboven in tabelvorm beschreven straffen leek het mij handig dit boeterijke 2022/2023 overzicht aan u bekend te maken. Bezint voor u begint. Voordat u het beseft lopen de KNVB-boetenpotten hoog op. Dus s.v.p. geen vuurwerk, alcohol, agressief schreeuwende supporters, trainers zonder licentie en discriminerende uitlatingen langs de lijn. Binnen de kalklijnen s.v.p. geen aanhangers op het veld, blijf van de scheidsrechter af, geen knokpartijen, geen discriminerende noch beledigende uitlatingen en zorg dat uw elftal qua bezetting niet onder de zeven spelers of speelsters komt. Voor al deze uitspattingen zijn voor de scheidsrechters in te vullen codes beschikbaar – een kwestie van online aanvinken en invullen in de KNVB-app dus – komt geen papieren formulier meer aan te pas.

Er zijn mij vanuit de jaren 80 van de vorige eeuw gevallen van Haagse spelers bekend die tijdens hun schorsing van twee jaar onder een andere naam bij een Rotterdamse club hebben gespeeld. Het is maar goed dat de toenmalige HVB en RVB-controleurs deze naamsverandering niet hebben waargenomen anders waren de boetes en administratiekosten niet te overzien geweest – boete 300 euro.

Al die straffen komen niet zomaar ergens vandaan. De geschiedenis van ons voetbal is immers rijk aan incidenten welke raakvlak hebben met de inhoud van bovenstaande tabellen – elk nieuw incident was blijkbaar input voor de uitbreiding van het aantal straffen. Naarmate de voetbaljaren vorderden was het voor de KNVB niet zo moeilijk de straflijsten uit te breiden – incidenten voldoende! Wat zal het volgende boeterijke item zijn? Wellicht wordt het tijd dat de KNVB het gebruik van drugs en lachgas aan deze lijst toevoegt of is dit al gebeurd? Wellicht heeft u hierover nog een ander idee?

Tegenwoordig kunnen dus ook boetes inzake het roken op het sportcomplex worden opgelegd. Hierover wordt veelvuldig geklaagd – onder het motto dat wij in Nederland te veel worden betutteld hebben deze maatregelen tot veel onvrede geleid. Het is echter simpel. Alle voetbalkantines in Nederland behoren rookvrij te zijn. Er mag alleen gerookt worden in speciaal daarvoor aangewezen en afgesloten rookruimten. Daarnaast mag er buiten deze rookruimten geen hinder of overlast van tabaksrook zijn. Clubs die deze Tabakswet overtreden, kunnen rekenen op een boete – deze kan variëren tussen de 300 en de 4.500 euro, afhankelijk van de aard en de ernst van de overtreding. In principe kunnen Boa’s onverwachte steekproefbezoekjes afleggen – dit met eventuele kostenposten als gevolg. In de praktijk is het zelfs mogelijk dat een scheidsrechter melding maakt van rokende mensen in het clubhuis. Hoe dat proces verder verloopt is mij onbekend – het moge duidelijk zijn dat roken in het clubhuis vervelende gevolgen kan hebben.

Ik beweer hier niet dat het op grote schaal voorkomt. Er zijn verenigingen die op papier over een hoofdtrainer beschikken, echter in de praktijk staat er dan een andere trainer voor de groep. Voor een vereniging kan een boete zomaar tot 1250 euro oplopen, terwijl de betreffende trainer met een beetje pech 400 euro kan ophoesten. Zorg dus dat u dit goed heeft geregeld.

Vanuit het Haagse voetbalwereldje heb ik regelmatig vernomen dat de KNVB en de HVB rijk van de door hen opgelegde boeten en administratiekosten zijn geworden. Bovenstaande KNVB-boekhouding uit 1961 geeft aan dat er 10.000 gulden aan boeten was begroot en dat er 15.000 gulden werd ontvangen. Met dit soort begrotingen zal de KNVB tegenwoordig niet meer aankomen – de tabellen geven aan dat bepaalde boetes allesbehalve mals zijn. Bijvoorbeeld het terugtrekken van elftallen zal zonder twijfel een dilemma voor een veelheid aan voetbalverenigingen zijn – het komt jaarlijks op grote schaal voor dat elftallen om moverende redenen door de voetbalvereniging zelf uit competitie worden genomen en dat de bijbehorende boeten dan maar worden geaccepteerd. Het terugtrekken van een seniorenelftal na 1 januari van het betreffende seizoen kost – afhankelijk van het niveau 1000 of 2000 euro – alsof het niets is – wat mij betreft een belachelijk hoge strafmaat.

Uiteraard ben ook ik van mening dat de kosten voor bijvoorbeeld gele en rode kaarten te hoog zijn – echter om te stellen dat men op de KNVB-burelen persoonlijk profiteert van de betaalde boeten is wellicht te kort door de bocht. Hieraan kan ik toevoegen dat ik met het HVB-elftal behalen van het Nederlands kampioenschap in 1987 – als aanvoerder van het toenmalige succesteam – enigszins aangeschoten heb geroepen dat ik op rekening van de HVB mijn gescoorde gele kaarten er inmiddels wel uitgedronken had. Ook dit is achteraf gezien een opmerking van niets geweest – iets te bijdehand dus.
Wellicht lopen de boeten te hoog op. Het is echter wel zo dat die spelers die bijvoorbeeld een veelheid aan gele of rode kaarten voorgeschoteld krijgen er goed aan zouden doen zelf het boetekleed aan te trekken!

Rini Toet
05-08-2023