Toen ik aan Rob Pronk de vraag stelde wat een aardig onderwerp voor een volgende column zou kunnen zijn was het antwoord ‘HVB derby’s, soms zat je in een klasse dan hoefde je niet eens de stad uit. Nu moet de 4e klasse zondag regelmatig in Noord Holland voetballen’.
Dit onderwerp overwegende kwam ik tot de conclusie dat ik die HVB derby’s alleen voor de HVB-zondag afdelingen van destijds kan beschrijven en niet betreffende de rijke zaterdag HVB. Excuses daarvoor, echter in de jaren zeventig en tachtig ging mijn aandacht niet verder dan de zondagclubs. Dit is anno 2021 wel veranderd, zeker gezien het feit dat diverse voetbalverenigingen naar het aantrekkelijke zaterdagvoetbal zijn overgestapt. Gemakshalve maak ik nu even stap terug in de tijd, naar midden jaren zeventig.
De zondag HVB seizoen 1971-1972

Al die HVB, maar ook KNVB, verenigingen hadden hun eigen identiteit, met veel families en vriendengroepen die vanaf de oprichting van de club generaties lang hun clubkleuren vertegenwoordigden. Waar je jaar in jaar uit het clubhuis of kantine van een voetbalvereniging betrad zag je telkens weer dezelfde gezichten en wist je qua voetbalcapaciteiten, instelling en voetbaltactiek hoe de tegenstander de wedstrijd zou gaan spelen. In de hoofdklasse HVB was er o.a. in de jaren zeventig sprake van een unieke rivaliteit, zeker gezien het feit dat alle spelers en aanhangers van het vlaggenschip elkaar kenden van eerdere wedstrijden, of ontmoetingsplaatsen als de kroeg of de koffietent. De koffietent alwaar o.a. de HVB derby’s op maandag en dinsdag werden nabeschouwd en vanaf woensdagen voorbeschouwd. Uiteraard de grootste praatjes bij de clubmensen die de voorbije zondag hun wedstrijd hadden gewonnen, dit alles gepaard gaande met een gevoel van humor waar de heren Jacobse en van Es jaloers op zouden zijn. Na de wedstrijd altijd feest, immers na een zware werkweek, twee keer trainen en een pittige wedstrijddag vloeide het bier als in een Engelse herberg in de middeleeuwen. Gezelligheid volop derhalve.

Overigens was het rondom die derby’s niet vanzelfsprekend dat men op de fiets naar het veld ging. Integendeel, ondanks goede bus en tramverbindingen door de gehele stad pakte men over algemeen de auto die men na het verlaten van het clubgebouw in de vroege avonduren over het algemeen niet liet staan. Welke voetballer kan zich nog voor de geest halen dat als men bij bijvoorbeeld Archipel moest spelen, men zo dicht mogelijk bij het complex wenste te parkeren. Op het smalle weggetje kon men rechtsaf, via een kort toegangspad, het complex van Archipel bereiken. Als je dan om pakweg 13.00 uur arriveerde was er sprake van een complete verkeerschaos, terwijl aan de Buurtweg zelf een groot parkeerterrein beschikbaar was. Ook het parkeren van auto’s aan de Duinlaan was in de jaren 70 en 80 een regelrechte ramp. Als er destijds BOA’s waren geweest had een veelheid aan spelers en bezoekers een slechte afsluiting van het weekend gehad. De irritaties bij bewoners van de Duinlaan omgeving liepen regelmatig hoog op, zeker gezien het feit dat men auto’s schots en scheef in het zand van de duinen wenste te parkeren. Anderzijds kwamen die duinen goed van pas als men een slokje teveel op had. Heerlijk de roes uitslapen in het zand, kon destijds als een veel voorkomend fenomeen worden beschouwd.

En wat te denken van het parkeren van auto’s bij W.I.K. en HDV. Men moest en zou perse zo dicht mogelijk bij de kantine parkeren met gevolg dat er op wedstrijddagen sprake was van een complete chaos. Als de spelers van de kleedkamer naar het veld moesten oversteken kon dit niet in een rechte lijn, al zigzaggend was er daarentegen wel sprake van een extra oefening waarbij de heupen als gevolg van het laveren langs de geparkeerde auto’s extra werden opgewarmd. Ook bij Archipel stonden de auto’s aan de korte zijde ter hoogte van het clubhuis bijna tegen de afrastering van het hoofdveld geparkeerd. Er waren uiteraard uitzonderingen, maar ook bij TEDO probeerde Jan en alleman op het kleine parkeerterrein een plaats voor zichzelf op te eisen.

Achteraf beschouwend had dit alles toch wel iets en dan ben ik nog niet eens ingezoomd op de derby’s zelf. Wat te denken van de diverse Zuiderpark derby’s, Rijswijkse derby’s, Ockenburgh derby’s alsmede Buurtweg derby’s. W.I.K. tegen HDV, ESDO tegen Archipel, VVM (Maasstraat) tegen Paraat, etc. etc. Dit waren wedstrijden die veel publiek trokken (800 toeschouwers was in die tijd normaal) en op het scherpst van de snede werden gestreden, nu en dan negatief uit de klauwen liepen echter vooral spectaculair en uiteindelijk met veel respect werden afgesloten, waarna na het laatste fluitsignaal het feest kon beginnen. Snoeiharde competities en derby’s waarin men wel snel leerde handelen, vaak te vergelijken met het kick en rush voetbal uit de lagere Engelse divisies, echter men had wel degelijk het vermogen om uit verschillende vaatjes tappen. Zo waren er genoeg standaardelftallen die via een degelijke opbouw hun voorwaartsen wisten te bereiken en beschikte ieder standaardelftal over een spelbepaler van formaat die op straat had leren voetballen, een geweldig inzicht en een behoorlijke steekpass had. Een veelheid aan spelers had in die jaren het uiterlijk en het gedrag van Jacobse en van Es en arriveerde in grote Amerikaanse auto’s. Mannen met prehistorische koppen, waarbij de ene op Frank Zappa leek en de ander op Aage M. Die derby’s kwamen seizoen na seizoen terug en ondanks het feit dat spelers voorafgaande en tijdens een wedstrijd wel eens op vervelende wijze werden beïnvloed werd er na de wedstrijd steevast een biertje met diezelfde gasten gedronken.

Eén van de vele Haagse derby’s van vroeger, Cromvliet – BTC met rijen dik de aanwezige toeschouwers

En dan die voetbalkleding! In de jaren zeventig was het nog niet vanzelfsprekend dat men kleding van de club of sponsor kreeg en kocht men de kousen, broekjes en shirtjes zelf. Na de wedstrijd werd het volledige (katoenen) tenue gewoon thuis gewassen wat na verloop van tijd tot kleurafwijkingen leidde die je bij tegenwoordige tenues niet meer ziet. Broekjes werden te heet gewassen en alsmaar krapper waardoor de omvang van de musculus gluteus en de bovenbeenspieren nadrukkelijk zichtbaar waren. Enigszins vergelijkbaar met de schaatspakken van tegenwoordig waarin een goed oplettend persoon bepaalde lichaamsdelen op de juiste waarde kan inschatten. Was trouwens best wel imponerend hoe sommige spelers aan de hand van hun spiermassa een tegenstander konden beïnvloeden.

De steeds meer afnemende inschrijvingen van zondagverenigingen heeft de afgelopen decennia invloed gehad op het aantal Haagse derby’s, waaronder ik gemakshalve tevens de wedstrijden tegen voetbalverenigingen uit het Westland, Delft, Voorburg, Leidschendam en Zoetermeer rangschik. Daar waar het bijvoorbeeld in 1975 vanzelfsprekend was dat HVB.-wedstrijden in Den Haag en omgeving werden gespeeld spelen diverse zondag seniorenelftallen steeds verder van huis. Voetbalverenigingen als Slikkerveer, ESTO, CKC, FC IJsselmonde, Sportlust in Woerden, Alphen, Charlois, Botlek, Be Fair, Lekkerkerk, en zelfs in Noord Holland betreffen verenigingen naar waar steeds regelmatiger afgereisd dient te worden. Bij de G-afdeling zijn verre wedstrijden al enkele jaren van toepassing, echter de zondag senioren in de 3e en 4e klasse KNVB zullen steeds vaker lange afstanden moeten overbruggen. Oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat een veelheid aan regioclubs is overgestapt van het zondag naar zaterdagvoetbal en een aantal zondagverenigingen niet meer bestaat.

Mocht deze trend zich voortzetten dan zal dit in de toekomst met name voor de Haagse standaardelftallen op zondagen directe gevolgen hebben. In het seizoen 2020/2021 waren de Haagse zondag vierdeklassers absoluut niet blij met de geplande wedstrijden in Noord Holland, waarbij kan worden aangetekend dat het niet vanzelfsprekend is dat de vereniging een bus kan huren om de reis naar het noordwesten te maken. Dus eigen vervoer is veelal het credo. Uiteraard zit hier niemand op te wachten, echter het is niet anders. De komende maanden zal blijken of nog meer voetbalverenigingen de stap naar het zaterdagvoetbal zullen maken en het tweewekelijks reizen naar een verre tegenstander vaker zal worden ingepland. Uitwedstrijden waarheen supporters en bestuurders nauwelijks wensen af te reizen en waarvan de reizende spelers direct na hun wedstrijd naar huis zullen gaan. Tegenstanders die tweewekelijks naar het verre Den Haag afreizen komen niet eens in de kantine en zo dreigt de gezelligheid vanaf circa 16.00 uur te verdwijnen.

Uiteraard zijn er Haagse verenigingen die er te allen tijde een genoeglijke dag van maken, echter het nostalgische sfeertje uit de jaren zeventig en tachtig mis ik en velen met mij. Ondanks de bepaald niet uitdagende gedachte om verre uitwedstrijden te bezoeken is het mij nu heel veel waard om hoe en waar dan ook een wedstrijd van een standaardelftal bij te wonen, al moet ik hiervoor de hele dag onderweg zijn. Zeker nu het einde van de pandemie nog even op zich laat wachten!

Rini Toet
29-01-2021