Wij ouderen graven nogal eens in ver voorbije voetbalverledens, toen op voetbalvelden nog niet met agressiviteit en vuurwerk werd gewerkt en de gemoedelijkheid overheerste. Geen mens haalde het een halve eeuw geleden in zijn hoofd om stadions te “verbouwen” en closetrollen werden gebruikt voor doeleinden waarvoor ze waren gemaakt. Wie toen zou hebben voorgesteld om voor een belangrijke wedstrijd met de spelers op trainingskamp te gaan zou voor gek worden verklaard. Bovendien waren de trainers toen nog mensen die niet van de ene op de andere dag als een zak vuil aan de kant werden gezet. Aanvallen op achillespezen of iemand in de vernieling schoppen deed men niet, kreeg men per ongeluk toch een schop dan werd dit met de mantel der liefde bezet.

Wij gingen naar het voetballen om de sport en zagen na afloop alweer reikhalzend naar de volgende wedstrijd uit. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik die sfeer en deze tijd heb mogen beleven.
Zelf denk ik vooral met nostalgische weemoed terug aan de jaren dat Svv Scheveningen aan de Zwolsestraat bij het spoorviaduct voetbalde en dit domein moest verlaten omdat men huizenbouw belangrijker vond dan voetballen.
In de keuken waar nu mevrouw Jansen uit de Zwolsestraat de vaat staat te wassen bevond zich eertijds een doel waarop Bertus de Keizer, bijnaam “de kaars”, en lange Piet Brokke hun “kogels” op afvuurden.
De verhuizing van Svv Scheveningen naar de Buurtweg in Wassenaar betekende niet dat de supporters hun club in de steek lieten. Wanneer Scheveningen in Wassenaar “thuis” speelde trokken grote horden supporters op de fiets naar de Buurtweg. De meesten gingen door de duinen langs “golfzang” of over het boomrijke zandweggetje aan de Wassenaarseweg, waar nu het ANWB-gebouw staat. Wie wat beter in de slappe was zat nam een retourtje met het “Hofpleinlijntje” naar de Renbaan-Achterweg.

In mijn gedachte ga ik terug naar het seizoen 1936-1937 waarin het eerste elftal van” de eeuwige 3e Klasser” Scheveningen bestond uit Ben Tap, Karel Vink, Piet de Krom, Dullaart, Adriaan v.d.Harst, Ab Vink, Jan v.d.Harst, Cock Verloop, Piet de Roode, Storm en Henk Sas. De groen-zwarten bleken heel wat van plan want men startte de competitie met maar liefst vijf achtereenvolgende zeges op rij. In de zesde wedstrijd werd thuis tegen Delft het eerste punt verspeeld (1-1) en een week later werd er in en tegen Gouda met 4-2 verloren. Scheveningen eindigde uiteindelijk als tweede, maar wat was dit een mooi seizoen.
Ik herinner me uit dit seizoen nog Bep Tap, wellicht de populairste doelman die de groen-zwarten ooit geteld heeft. Verder de technisch begaafde en elegante spelende achterspeler Karel Vink, de stoere linksback Piet de Krom en de altijd zwoegende blondgekuifde spil Adriaan van der Harst.
Op het middenveld liep o.a. Ab Vink. Ab was een heel bijzonder, sympathiek, boomlang en ietwat gekromde figuur, die zich met grote stappen over het veld bewoog en door zijn kundige spel wel eens werd vergeleken met de Uruguayse sterspeler Andrade. Daarom werd Ab Vink, als hij eenmaal aan de bal was, met de benaming “Andrade” tot daden aangespoord.
In de voorhoede was Piet de Roode, ook wel “de Tet” genoemd, een geweldige goaltjesdief en als hij dit vergat stond daar altijd nog, mijn oude schoolmakker, Jan van der Harst klaar om genadeloos uit te halen. Henk Sas vergastte zijn publiek met zijn snelle rushes langs de lijn en Cockie Verloop was een doordouwer waarmee niet te spotten viel.

Ik hunker steeds meer naar het verleden want mensen, wat was dat een mooie tijd toen….

J. van Rijn